Witwassen

Hoe het UBO-register wél kan werken

Het UBO-register is verplicht gesteld door de EU in de vijfde antiwitwasrichtlijn. In Nederland gaat het UBO-register vanaf januari 2020 in werking treden. Dit heeft ook gevolgen voor accountants. Die moeten straks aan hun klanten uitleggen wat het UBO-register is.

Bart van der Vlist

Er is veel kritiek op het UBO-register. De EU heeft in december 2018 de regels voor de implementatie aangescherpt. De Belastingdienst is zeer kritisch op het voorstel, het zou zeer fraudegevoelig zijn en de handhaving slechts beperkt effectief. De kritiek houdt echter geen stand als hierop wat dieper wordt ingegaan. Daarnaast heeft ieder land een eigen invulling van de richtlijn. Als de verschillende lidstaten er een eigen invulling aan geven, gaat het UBO-register niet werken. Het UBO-register kan wel werken, maar dan moet de EU nu actie ondernemen en niet afwachten tot 2021.

Het UBO-register

Het UBO-register is een uitwerking van de vierde Europese antiwitwasrichtlijn, die later is omgezet in een vijfde Europese antiwitwasrichtlijn. UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner; de uiteindelijk belanghebbende van een organisatie. Dat wist u waarschijnlijk al, maar wat waarschijnlijk nog niet volledig tot u is doorgedrongen, is dat het gevolgen heeft voor veel van uw klanten. Het gaat iedereen met een 25 procents belang of meer verplichten zich in te schrijven in het UBO-register. Nederland kent veel mkb-ondernemingen, met een beperkt aantal aandeelhouders. Die worden hiermee  geconfronteerd en ervaring leert dat de accountant (dan komt u in het spel) veel wordt gezocht bij dit soort vraagstukken. En ja, dan moet u opeens gaan uitleggen wat een UBO-register is.

Kritiek

Het UBO-register heeft veel kritiek gekregen, zeker na de aanscherping. De privacy van de belanghebbende komt in het geding met een openbaar register. PwC heeft in een publicatie kritiek geuit dat er niets is gedaan met de consultatieronde; dit hadden ze kunnen weten doordat het verplicht is gesteld door de EU in een richtlijn.

'Nu al zien we dat de lidstaten van elkaar verschillen in hoe zij de registers hebben opgezet'

Naast PwC heeft ook de Belastingdienst drie bedenkingen geplaatst bij het UBO-register. De Belastingdienst stelt dat het register zeer fraudegevoelig is, want als belanghebbenden geen informatie willen delen, dan doen zij dit ook niet in het UBO-register. Deze redenering gaat niet helemaal op, want daarmee diskwalificeert de Belastingdienst de eigen controlemechanismen ook. Een OB-aangifte wordt ook zonder controle ingediend bij de overheid; deze heeft in essentie dan dezelfde fraudegevoeligheid. Toch begrijpen de meeste mensen dat wanneer zij een bewust foutieve OB-aangifte indienen, zij het risico lopen op boetes en/of zelfs celstraffen. Dit zal op ten duur ook gelden voor het UBO-register.

'De privacy van de belanghebbende komt in het geding met een openbaar register.'

Tweede bedenking van de Belastingdienst bij het register is dat niet alle rechtsvormen hoeven te worden geregistreerd. Het gevolg zal zijn dat belanghebbenden gaan uitwijken naar rechtsvormen die niet geregistreerd hoeven te worden. Wat de Belastingdienst hier gemakshalve vergeet is dat fraude nooit helemaal kan worden uitgesloten. Wat wel kan worden gedaan is de drempel verhogen om te kunnen frauderen. Iets wat nu dus gaat gebeuren met het UBO-register.

Als derde kritiekpunt stelt de Belastingdienst dat de handhaving slechts beperkt effectief is. De EU heeft dit naar mijn mening ondervangen door in de vijfde Europese antiwitwasrichtlijn te verplichten dat:

  • het UBO-register verplicht openbaar toegankelijk wordt;
  • het aparte trustregister alleen toegankelijk wordt voor derden met een legitiem belang;
  • dienstverleners die hun klant moeten identificeren (zoals verzekeraars, banken, belastingadviseurs, accountants en notarissen) verplicht zijn mogelijke onjuistheden in de UBO-registratie door te geven;
  • alle UBO-registers in de EU vanaf 10 maart 2021 aan elkaar worden gekoppeld.

Stand van zaken in de EU-lidstaten

Als we kijken naar de stand van zaken in de overige EU-lidstaten, zien we ook meteen waarom het UBO-register nu (nog) niet gaat werken. Er is een groot verschil in de voortgang van de verschillende lidstaten. PwC onderzocht in december 2018 vijftien lidstaten naar de stand van de implementatie van het UBO-register. Daaruit kwamen de volgende conclusies:

  • Veertien van de vijftien landen hebben een (concept) wetsvoorstel voor de UBO-registratie.
  • Zeven van de vijftien landen hebben een (deels) openbaar UBO-register.
  • Acht van de vijftien landen (één voorspelling) hebben een UBO-register dat alleen toegankelijk wordt voor derden met een legitiem belang.
  • Wat het 'legitieme belang' inhoudt, verschilt per land of is niet door alle landen gedefinieerd.

Standaardregister

Het UBO-register gaat in de huidige opzet niet werken. Pas in 2021 worden de registers van de lidstaten aan elkaar gekoppeld. Nu al zien we dat de lidstaten van elkaar verschillen in hoe zij de registers hebben opgezet.
Daarom moet de EU nu al een standaardregister opzetten waaraan de lidstaten kunnen voldoen. Hiermee maken ze registers vooraf gelijk aan elkaar, in plaats van achteraf in 2021.

Bart van der Vlist is assistent-accountant en studeert accountancy aan de Hogeschool Utrecht.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.