Young Profs

Youngs Profs Arena: De leercurve van Roger Dassen

Wat beweegt een topaccountant om na dertig jaar de accountancy te verruilen voor de techsector? Roger Dassen, sinds vorig jaar cfo van ASML, stond tientallen jaren aan de top van Deloitte. Hij was ook de man die veertien jaar lang worstelde met tuchtzaken.

Henk Vlaming

Op 1 oktober gaf hij tijdens de NBA Young Profs Arena een inkijkje in hoogte- en dieptepunten van zijn indrukwekkende loopbaan, tijdens een vraaggesprek met Tom Nierop, oud-hoofdredacteur van Accountant. Dassens visie op de accountancy klinkt alsof hij nog volop in het vak staat.

"Nee, ik ben echt niet anders gaan kijken naar hoe externe accountants hun werk doen, ook al is het perspectief anders", trapt Dassen af. "Ik zie bij ASML hoeveel effort externe accountants stoppen in het leren kennen van ASML." Om er met een lach aan toe te voegen: "Dan denk ik heus niet: wat zijn die accountants een sukkels dat ze het bedrijf niet kennen. Zo werkt het niet."

Want, zo legt hij uit, een organisatie leren doorgronden is een basisvaardigheid van accountants. Zo heeft hij altijd zelf zijn vak als controlerend accountant uitgeoefend, en zo gaat hij ook nu tewerk als nog betrekkelijk nieuwe cfo. "Dan maak je een heel steile leercurve door."

'Een organisatie leren doorgronden is een basisvaardigheid van accountants.'

Dassen haalt een recente anekdote aan bij ASML, toen een bepaald apparaat ter sprake kwam tijdens een boardmeeting Als nieuwkomer had Dassen geen idee om welk apparaat het ging. "Ik dus googelen tijdens de meeting. De cto (chief technology officer, red.) zag het. Aan het eind van de bijeenkomst kwamen er een paar medewerkers binnen met een steekkarretje. Daar lag dat bewuste apparaat op. Ter plekke leerden ze mij alle ins en outs over dat apparaat", zo verhaalt hij tegenover de aanwezige jonge collega's. "Dan moet jij niet die cfo zijn die niets weet van lithografie en ook de basisinteresse voor technologie mist. In dat geval heb je hier een moeilijk leven, bij een bedrijf dat zo inhoudgedreven is als ASML. Merken de ingenieurs daarentegen dat je oprechte belangstelling hebt, dan gaan ze helemaal los om je mee te nemen in de kennis."

Aholdzaak

Toch is er de onuitgesproken vraag waarom zo'n succesvolle accountant als Roger Dassen de deur van Deloitte achter zich dichttrok. Bovenin de piramide nog wel, zoals hij het zelf omschrijft. Dertig jaar lang was hij audit partner van Deloitte. Zeven jaar was hij topman van de Nederlandse tak van Deloitte, gevolgd door dezelfde functie bij de internationale evenknie Deloitte Touche Tohmatsu Ltd. "Ik heb ervan genoten, tot de laatste dag", zegt hij. "Maar de leercurve werd steeds minder steil. En er komt een fase in je gezinsleven waarin het niet meer verantwoord is om 230 nachten per jaar niet thuis te zijn."

Waarna hij het bruggetje slaat naar de roemruchte Aholdcase, het boekhoudschandaal waarmee zijn naam onlosmakelijk verbonden is. "De boekencontroles van Ahold hebben een hele lange staart gekregen", aldus Dassen. "Die is begonnen in 2002 en ging door tot 2016. Veertien jaar heb ik bijna tientuchtzaken achter me aangesleept. Waarvan eentje in eerste instantie de verkeerde kant op gevallen is."

Het is stil in de zaal als Dassen vertelt hoe zwaar deze periode hem viel. "Ik ben niet van de slapeloze nachten, maar wat ik ervaarde kwam dicht in de buurt. Zelfs al maakte ik mij over de kern van de tuchtzaken nooit echt zorgen, ook niet toen die ene zaak in eerste instantie de voor mij verkeerde kant opviel. Ik had een duidelijk beeld over wat er is gebeurd rond de boekencontroles van Ahold."

De kwestie Ahold

De 'kwestie Ahold' verwijst naar twee boekhoudschandalen van begin 2003. De ene betrof de boekhoudfraude bij Ahold-dochterbedrijf US Foodservice, dat de winst met bijna 900 miljoen dollar te rooskleurig had voorgesteld. Er waren leverancierskortingen geboekt die niet waren verstrekt.

De andere zaak betrof het consolideren van buitenlandse dochterondernemingen in de jaarrekeningen van Ahold. Het supermarktconcern had geen meerderheidsbelang in deze dochters, maar via control letters wel de zeggenschap. Dit was onder US GAAP een voorwaarde om de volledige omzet van dochters bij het groepsresultaat te voegen. Maar in 2003 werden geheime side letters ontdekt, waarin stond dat Ahold deze zeggenschap niet had.

De rechtszaken, tuchtzaken en claims die volgden op de fraudezaken bij Ahold troffen ook Deloitte, hoewel Dassen niet de tekenend accountant van Ahold was. Hij liep in 2002 mee met als doelstelling om in 2003 de opdracht over te nemen. Als lid van het controleteam voor en topman van Deloitte raakte hij er wel bij betrokken. "Een tuchtzaak houd je bezig. Wat ik vooral moeilijk vond, is dat ik het in niet in eigen hand had. Tijdens een tuchtzaak zit je tegenover mensen aan de andere kant van de tafel die een oordeel vellen. Aan die tafel heb je verdraaid weinig in te brengen. Je reputatie ligt in handen van anderen."

Integriteit

"Ik heb ervaren hoe kwetsbaar ik mij voelde toen mensen gingen twijfelen aan mijn integriteit. Dat zij dachten dat ik misschien stoute dingen had gedaan. Dat deed pijn, ook doordat ik zo zichtbaar was. Ik ben hoogleraar accountancy, ik doceer over integriteit. Dan lezen studenten in de krant over de tuchtzaken. Logisch dat ze denken: 'Dat is dus de Dassen die ons vertelt hoe we het publiek belang moeten najagen en integer moeten zijn.'"

'Ik had een duidelijk beeld over wat er is gebeurd rond de boekencontroles van Ahold.'

Zou hij de zaak Ahold anders aanpakken, met de kennis van nu? De ontkenning volgt snel. Waarna hij vertelt hoe hij de zaak aan het rollen bracht: na een telefoontje van een klokkenluider, die het vermoeden van geheimgehouden side letters met hem deelt. Waarmee hij vervolgens naar Aholds audit commissie stapte, het begin van de case die leidde tot de herziening van jaarrekeningen over 2000 en 2001.

"Als ik kijk naar de casus zelf, de situatie die we aantroffen, dan denk ik dat we op de juiste manier gereageerd hebben. Aanvankelijk vond ook iedereen dat we het goed gedaan hadden. Maar al na een week kwam de vragen: hoe zit het met de jaarrekening van 2001? En die van 2000? Die vragen werden ingegeven door tal van belangen. Het Ahold-aandeel stortte in, het bedrijf balanceerde op de rand van faillissement, veel mensen verloren hun spaarcenten in het volksaandeel Ahold."

Zwarte kant

Geen fouten dus als het gaat om de uitvoeren van de controle-opdracht, maar wel onoplettend op een andere manier, zo steekt Dassen de hand in eigen boezem. "We hebben ons onvoldoende gerealiseerd dat andere partijen op zoek waren naar een zondebok, die een deel van de rekening kon betalen. Men was op zoek naar de zwarte kant van deze casussen, dat hebben wij ons te laat gerealiseerd." 

Ook voor gelouterde professionals was dit een harde ervaring, vertelt Dassen. "Je loopt het risico dat je cynisch gaat worden, dat je achter elke cfo een misdadiger gaat zien. Ik heb mensen zien doorslaan in hun professioneel-kritische houding."

Maar zelfs een zwarte ervaring heeft positieve lessen, houdt Dassen de young profs voor. Zoals die van de professionele uitdaging. "Professioneel gezien was het smullen. Met een team van vierhonderd mensen gingen we Ahold uitmesten. Voor we de jaarrekening 2002 tekenden, wilde we zeker zijn dat dat er niet nog meer fraude was. We gingen heel diep. Een jaar lang zijn we bezig geweest. De professionele uitdaging maakte veel goed."

Wat Dassen ook leerde, was het herkennen van manipulatief gedrag. "Er zijn mensen die hun persoonlijkheid veranderen ongeacht de situatie. De ene keer heel vriendelijk en behulpzaam. Ben je daar niet gevoelig voor, dan klinkt er opeens een beetje dreiging door in hun houding." 

Loyaal

De waarde van loyaliteit was een andere kostbare ervaring. "Ahold had een nieuw controleteam kunnen eisen, afscheid van ons kunnen nemen. Dat is niet gebeurd. Op de eerste aandeelhoudersvergadering van Ahold nadat deze case ging spelen, klonken er stemmen om Deloitte te vervangen als controlerend accountant. Maar Aholds nieuwe voorzitter van het audit committee heeft deze oproepen tot drie keer toe naast zich neergelegd. Hij had dat niet hoeven doen. Had hij ons ingeruild tegen een andere externe accountant, dan had iedereen daar begrip voor gehad. Maar hij zag hoe hard wij werkten voor Ahold, hoe goed wij waren ingevoerd en heeft zijn gevoel voor fairness en loyaliteit laten prevaleren."

'De professioneel-kritische houding is veel sterker dan vijftien jaar geleden.'

Denkt Dassen dat deze geschiedenis zich kan herhalen? Niet op deze manier, meent hij. "Met de moderne technologie in de accountancy denk ik dat een fraude zoals bij het Amerikaanse US Foodservice, nu wellicht eerder ontdekt kan worden. Maar opzettelijke fraude, waarbij informatie met opzet verborgen wordt gehouden voor de accountant, die kun je niet altijd ontdekken. Neem die side letters van Ahold, dat die er waren hadden we niet kunnen verzinnen." 

Maar aan de accountants zal het niet liggen als er fraude opduikt, denkt Dassen. "De professioneel-kritische houding is veel sterker dan vijftien jaar geleden. Accountants zitten op de juiste manier in de wedstrijd. Zodra er ook maar een vermoeden is van fraude of een compliance probleem, dan gaat accountants tot het gaatje. Die laten zich niet intimideren."

Technologie

Het gevaar voor de beroepsgroep komt uit een andere richting, stelt hij. Te weinig aandacht gaat uit naar het verbeteren van technieken voor het ontdekken van fraude en continuïteitsproblematiek. En te veel aandacht is er voor onderwerpen die de accountancy niet versterken. "Zoals de splitsing van controle en advies en de verdienmodellen. Maar een nieuw model zal ook weer nieuwe fouten hebben. Ik ben bang dat er zoveel energie gaat zitten in de verkeerde onderwerpen, dat we straks overvallen worden door een nieuw, omvangrijk fraudegeval. En dan zal opnieuw de vraag klinken waar de accountants waren."

Dassen stelt dat accountants beter gebruik moeten maken van technologie. "De technologische innovatie schiet tekort, ook al moet ik dat mijzelf ook aantrekken. In de laboratoria van de grote kantoren worden technologieën ontwikkeld die fraude en continuïteitsproblemen helpen opsporen met behulp van artificial intelligence en data-analyse. De implementatie van deze innovaties moet echter sneller. Ook om antwoord te geven op de toenemende betekenis van niet-financiële informatie."

Roger Dassen (1965)

1996-heden: Professor of auditing, eerst in Maastricht, nu Vrije Universiteit Amsterdam

2018-heden: Cfo ASML

2012-2018: Global Managing Director Deloitte Touche Tohmatsu Ltd

1996-2018: Audit partner Deloitte Nederland
2005-2012: Ceo Deloitte Nederland
2004-2006: Chairman of Transnational Auditor's Committee, IFAC

2002-2005: National Managing Director Accounting & Auditing, Deloitte
1999-2005: Member of Deloitte Touche Tohmatsu Global Assurance Leadership Team
2000-2002: Deputy National Director Audit & Assurance, Deloitte
1988-1996: Senior / Supervisor / Manager, Deloitte Nederland

Volgens Dassen hoef je als accountant geen monopolist in het controleren van niet-financiële informatie te worden. "Maar je kunt wel de expert zijn die de kwaliteit van de bedrijfsvoering beoordeelt op basis van je beschikbare data. Ook hier kan de technologie de accountant helpen. Ons beroep wordt er maatschappelijk relevanter door en aantrekkelijker voor jonge mensen. Ik denk dat het goed is om hierover de discussie te voeren."

Henk Vlaming is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.