Gespot

Gespot - maart 2019

Wat gebeurt er aan het front van wetenschap en onderzoek? Een selectie van lezenswaardige publicaties uit binnen- en buitenland.

Samengesteld door Joost van Buuren en Chris Knoops

Tekortkomingen interne beheersing en fraude

De mate waarin tekortkomingen in de interne beheersing een voorspellend karakter hebben van fraude is een belangrijk vraagstuk. Er is nog weinig bewijs voor deze samenhang gevonden. In dit onderzoek wordt gesteld dat de tekortkomingen in de entity-wide controls samenhangen met fraude. Zij stellen tegelijkertijd dat process-level controls weinig tot geen samenhang hebben met een hogere kans op frauduleuze verslaggeving.

Overzichtsartikel groepscontroles

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van onderzoek naar groepscontroles en de daarmee samenhangende problematieken. De onderzoekers betrekken hierbij ook de rol van interne beheersing. De onderzoekers geven suggesties voor relevant onderzoek naar groepscontroles.

Marktaandeel en inspectierapporten

Welke gevolgen heeft het openbaar maken van inspectierapporten op de audit markt? Onderzoekers stellen dat buitenlandse accountantsorganisaties in de Amerikaanse auditmarkt een gemiddelde aandeelgroei van 4-6 procent realiseren na een positief rapport van de PCAOB. Het tegendeel is ook waar, indien de rapporten niet positief zijn, dan is er een lagere groei van het marktaandeel. Volgens de onderzoekers geeft dit het belang weer van de toezichthouders voor de auditmarkt.

Internationale invloed PCAOB-inspecties

Welk effect hebben de PCAOB-inspecties op de controlekwaliteit van buitenlandse accountants? Een kwaliteitsverhogend effect, stellen onderzoekers op grond van onderzoek naar gegevens van niet-Amerikaanse bedrijven met een beursnotering in de Verenigde Staten. Zij stellen dat de kwaliteitsverbetering zichtbaar is na de initiële PCAOB-inspectie. Zij stellen dat de inspectie zelf een positief effect heeft op de controlekwaliteit en dat dit effect sterker is dan alleen de dreiging van controle door de PCAOB.

Gevolgen werkplek op uitkomsten van de controle

Is er een samenhang tussen hoe de accountant de werkomgeving bij klanten ervaart en de uitkomsten van de controle? Ja, stellen onderzoekers op grond van gegevens van honderdduizend werknemers van Amerikaanse accountantskantoren. De onderzoekers stellen dat een lagere waardering van de werkomgeving geassocieerd is met hogere controlekosten en langere doorlooptijden van de controle en met een hogere kans op een anders dan schone controleverklaring.

Meeteenheid voor leesbaarheid

Voor een goed begrip van de financiële rapportages is leesbaarheid van groot belang. Ter ondersteuning van het vaststellen van de mate van leesbaarheid, hebben onderzoekers een meeteenheid voor leesbaarheid ontwikkeld. Deze meeteenheid is door experimenten getoetst op werking.

Het jaar 2017 verslagen

Het november/decembernummer van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie staat in het teken van jaarverslagenonderzoek: 'Het jaar 2017 verslagen'. Onderstaande tekst is een verkorte weergave van de inleiding van Ruud Vergoossen, die de artikelen kort samenvat.

Jan Backhuijs, Barend Spanjers en Frans van der Wel behandelen goodwill en andere immateriële vaste activa die geen beperkte levensduur hebben in relatie tot de informatieverschaffing in de jaarrekening over het vermogen van de onderneming. Uit het onderzoek blijkt dat de omvang van goodwill en andere immateriële vaste activa in relatie tot de omvang van het groepsvermogen in de jaarrekening van de grootste Europese, niet-Nederlandse beursfondsen veel hoger is dan in de jaarrekening van de grootste Nederlandse beursfondsen en nog hoger vergeleken met niet-beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen. Bijzondere waardeverminderingen hebben zich in 2017 nauwelijks voorgedaan. Nederlandse ondernemingen geven meer informatie over bankconvenanten dan de grootste Europese, niet-Nederlandse beursfondsen.

Kees Roozen en Maarten Pronk schrijven over de verwachte invloed van IFRS 9 over financiële instrumenten en IFRS 15 over opbrengstverantwoording die ondernemingen met ingang van boekjaar 2018 moeten toepassen. De meeste grote Europese beursgenoteerde ondernemingen geven aan dat de cijfermatige invloed van de nieuwe regelgeving bekend is. Negen procent van de ondernemingen stelt dat de impact van IFRS 9 materieel is en 30 procent van de ondernemingen kwantificeert de impact van IFRS 9. Bij IFRS 15 geeft 32 procent van de ondernemingen aan dat de impact materieel is en kwantificeert zo'n 50 procent de impact van IFRS 15. De meeste ondernemingen die niet kwantificeren, geven aan dat de impact niet-materieel is.

Job Huttenhuis en Ralph ter Hoeven onderzoeken de verwachte impact van IFRS 9 op de jaarrekening van Europese banken. Zij concluderen dat de jaarrekening 2017 nog niet bij alle banken inzicht geeft in de kwantitatieve invloed van IFRS 9 die met ingang van boekjaar 2018 moet worden toegepast. Dit heeft wellicht te maken met de complexiteit van de implementatie van IFRS 9. De (negatieve) impact van IFRS 9 op de kredietvoorzieningen en het bankkapitaal van banken in Spanje, Italië en Ierland is gemiddeld groter dan bij banken in andere Europese landen.

Arjan Brouwer, Joukje Janssen en Johan Scheffe doen verslag van hun onderzoek naar de wijze waarop in de AEX of AMX opgenomen Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen invulling hebben gegeven aan een aantal belangrijke (nieuwe) aspecten van de nieuwe Corporate Governance Code en hierover hebben gerapporteerd in het bestuursverslag. De nieuwe Corporate Governance Code onderkent een aantal nieuwe aandachtspunten, zoals langetermijnwaardecreatie en cultuur en waarden. Ook is er meer aandacht voor risicobeheersing. Na het eerste boekjaar waarin de nieuwe Corporate Governance Code van kracht is, kan meer aandacht besteed worden aan diepgang en concrete invulling. De auteurs noemen (de informatieverschaffing over) de inbedding van cultuur en waarden, de behaalde resultaten op niet-financiële aspecten en de doelstellingen en resultaten ten aanzien van andere vormen van diversiteit dan de man-vrouwverhouding op bestuursniveau.

Enrico Evink en Leo van der Tas onderzoeken de jaarrekening van middelgrote ondernemingen die met ingang van boekjaar 2017 bij de Kamer van Koophandel via SBR in XBRL-formaat moet worden gedeponeerd. Zij hebben de gedeponeerde XBRL-jaarrekening 2017 van tachtig middelgrote ondernemingen vergeleken met de gedeponeerde ‘papieren’ jaarrekening 2016 van dezelfde ondernemingen. Zij concluderen dat de tijdigheid, de vergelijkbaarheid en de kwaliteit van de informatieverschaffing zijn verbeterd, maar dat de hoeveelheid informatie over het geheel genomen is verminderd, bijvoorbeeld door het niet meer deponeren van het bestuursverslag en in plaats daarvan het bestuursverslag ten kantore van de onderneming ter inzage van een ieder te houden.

Lianne Suurland en Ralph ter Hoeven onderzoeken de wijze waarop woningcorporaties omgaan met jaarrekeningaspecten inzake de vennootschapsbelasting. Het blijkt dat nagenoeg alle woningcorporaties tijdelijke verschillen waarderen tegen contante waarde, hetgeen veelal leidt tot een nihilwaardering voor vastgoed in exploitatie met een vervangingsdoel. Dit hangt samen met de fiscale doorschuiffaciliteit waarmee de fiscale afrekening in beginsel onbeperkt kan worden uitgesteld. Daarnaast blijkt dat het overgrote deel van de woningcorporaties latente belastingvorderingen heeft opgenomen die vanuit verschillende bronnen zijn ontstaan. De kwaliteit van de toelichting over de samenhang tussen de te vormen herwaarderingsreserve en de opgenomen tijdelijke belastingverschillen bij het merendeel van de in het onderzoek betrokken woningcorporaties is ondermaats.

Tjerk Budding en Erwin Ormel onderzoeken de met ingang van de begroting 2017 ingrijpend vernieuwde verslaggevingsvoorschriften van gemeenten. Een belangrijk deel van de vernieuwingen is erop gericht te komen tot meer vergelijkbaarheid en daarmee meer transparantie. De auteurs concluderen dat de vernieuwingen wel formeel zijn doorgevoerd, maar dat de wijze waarop dat is gebeurd onvoldoende leidt tot een betere vergelijkbaarheid en een verbeterde transparantie.

De controle verklaard

Het januari/februarinummer van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie staat in het teken van de uitgebreide controleverklaring. Onderstaande tekst is een verkorte weergave van de inleiding van Barbara Majoor, die de artikelen kort samenvat. Sinds 2015 verstrekken accountants de zogenoemde nieuwestijl- uitgebreide controleverklaring bij de jaarrekening van organisaties van openbaar belang (oob's) waarin onder andere key audit matters (KAM's) en de materialiteit zijn opgenomen.
Anna Gold en Melina Heilmann geven een overzicht van de wetenschappelijke literatuur over de nieuwestijlcontroleverklaring. De meeste studies zijn verkennend van karakter en geven inzicht in de potentiële mogelijkheden en gevolgen. Het overzichtsartikel geeft interessante inzichten in de potenties van KAM's, maar tegelijkertijd in de mogelijke valkuilen, zoals vergroting van het aansprakelijkheidsrisico.
De nieuwestijlcontroleverklaring beoogt een communicatiemiddel te zijn en geen standaardproduct. Dat is een belangrijk pluspunt ten opzichte van de oudestijlcontroleverklaring die tot een boilerplate-type tekst was verworden.
Peter Eimers, Arjan Brouwer en Henk Langendijk onderzoeken de mate waarin accountants responsief zijn aan de kritiek van stakeholders over de informatiewaarde van hun controleverklaringen. Zij laten zien dat in 90 procent van de nieuwestijlcontroleverklaringen accountants observaties en conclusies per kernpunt geven en uitleggen waarom kernpunten van vorig boekjaar niet meer van toepassing zijn.
Dick de Waard, Frank Boven en Maarten Bolk hebben in kaart gebracht wat de waarde van de KAM's is en hoe deze zich heeft ontwikkeld in de periode van 2013 tot en met 2016. Zij analyseren de KAM's van de controleverklaringen die zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de 75 fondsen die zijn genoteerd aan de AEX, AMX en AScX en van de top250-fondsen die zijn genoteerd aan de London Stock Exchange. Standaardisatie heeft een beperkend effect op de variëteit.
Een belangrijk onderdeel van de nieuwestijlcontroleverklaring betreft de uiteenzetting over de materialiteit. Eva Eijkelenboom heeft de controleverklaring van 56 beursvennootschappen over de boekjaren 2014 tot en met 2017 onderzocht op de daarin verstrekte informatie over de materialiteit. Opvallend inzicht is dat de materialiteit die accountants hanteren naar elkaar beweegt en dat een proces zichtbaar is waarin de variatie in materialiteit afneemt. Dick de Waard, Frank Boven en Maarten Bolk bespreken ditzelfde effect voor de nieuwestijlcontroleverklaring. Zij noemen dit isomorfisme en ze bespreken verschillende vormen. Hierover merkt Barbara Majoor op: "Enerzijds is dit ook een te verwachten effect van transparantie, dat een correctiemechanisme in werking komt, doordat accountantsorganisaties deze informatie ook gebruiken om hun eigen kantoorbeleid over het vaststellen van de materialiteit te evalueren. Anderzijds roept dit effect ook een vraag op of daarmee de eigen professionele oordeelsvorming van de accountant onder druk komt als deze zich aanpast aan wat andere kantoren doen die in dezelfde branche actief zijn." De rol van het bestuur en de commissarissen is uitermate belangrijk voor het effect op de kwaliteit van de verslaggeving.
Auke de Bos, Martijn de Jong en Henk Strating laten zien dat de kwaliteit van de rapportages van de audit committee in het Verenigd Koninkrijk aanzienlijk hoger is dan de kwaliteit van de Nederlandse verslagen van de raad van commissarissen. Zij doen een appèl op de ondernemingen om de transparantie in het bestuursverslag over de belangrijkste risico’s met een financiële impact op de jaarrekening te verbeteren.
Nathalie Evers, Joost van Buuren en Niels van Nieuw Amerongen onderzoeken de impact van de nieuwestijlcontroleverklaring op de oordeelsvorming van investeerders: is er een effect zichtbaar in bijvoorbeeld de beurskoers van ondernemingen. De auteurs proberen om via een regressiemodel vast te stellen of een mogelijke invloed op de besluitvorming van investeerders in Nederland en Engeland zichtbaar is in de beurswaarde. De onderzoekers kunnen op basis van hun onderzoek nog geen antwoord geven op deze vraag.

N.B.: MAB is een open access journal: alle artikelen zijn gratis te downloaden via www.man-online.nl en direct te benaderen via de opgenomen doi’s (digital object identifier).

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.