Accountancy

De perfecte storm; beroep in verval of een 'paradigm shift'?

Hoewel het accountantsberoep het moeilijk heeft en voor hele grote uitdagingen staat, is het nog niet te laat.

Eric Mantelaers en Martijn Zoet

We zien al een tijdje dat het aantal accountancystudenten dalende is. Maar blijkbaar zijn we in de afgelopen maanden op een keerpunt beland, want je kunt nu geen krant of website meer openen, of het gaat over de accountancy: het FD, de Volkskrant, NRC, Accountant.nl, Accountancy Vanmorgen en zelfs de Leeuwarder Courant. Van algemene beschouwing tot en met het wijzen met het vingertje, wie zijn schuld het is, en natuurlijk wie het moet gaan oplossen.

Windvaan_900x590.jpg

Wat losse quotes uit de verschillende artikelen: "Accountant zijn is niet sexy genoeg", "De aantrekkelijkheid en de studeerbaarheid van de accountantsopleiding staan onder druk" en "Als je zindelijk bent en een rekenmachine kunt vasthouden, ben je aangenomen". En dan natuurlijk nog de vele reacties op LinkedIn, met name naar aanleiding van die laatste opmerking. Want wat is die Coen Bongers toch een 'akelige' man, dat die dit nu zegt als hoofd van een accountantsopleiding en dan wordt die ook nog secretaris van de CEA, tjonge jonge...

Badge of honor

Wat mensen zich misschien niet realiseren, is dat deze ene zin zoveel aandacht heeft gericht op het tekort en dat Coen bewust heeft gekozen voor zo'n provocerende zin. Blijkt die 'akelige' man toch nog best slim te zijn. En dan hoor je een hoop accountants zeggen: "Ja, hij heeft wel gelijk, maar de zin spreekt me niet aan." Dat kan, maar de gemiddelde student en de gemiddelde outlet is op zoek naar die koppensneller, die quote die het artikel doet verkopen en Coen heeft die op een presenteerbladje aangeleverd. En de leukste reactie is toen accountants onderling gingen discussiëren over of hij nou bedoelde "starten met de opleiding" of "starten met werken bij een kantoor"? Want volgens sommige accountants zou dat eerste nog wel kunnen, maar dat tweede natuurlijk niet.

In de praktijk zou dat laatste wel mogelijk zijn (beginnen bij een kantoor) en dat eerste (beginnen met de studie) niet. Wat ook bewezen wordt door één van de comments op LinkedIn: "Aankomend talent (hbo- en vwo-schoolverlaters), ervaren professionals en leergierige zijinstromers worden dan ook van harte uitgenodigd zich bij ons te melden voor een uitdagende carrière in ons mooie beroep bij het gezelligste auditkantoor van Nederland."

Als schoolverlater vwo wordt het waarschijnlijk lastiger om toegelaten te worden tot een opleiding. Waarmee we meteen één van de problemen van de instroom te pakken hebben, maar daarover later meer. En Coen heeft er persoonlijk zijn 'badge of honor' mee gekregen:

EricMantelaers_MartijnZoet_900x590.jpg

'Bij een goede onderhandeling is iedereen een beetje teleurgesteld; bij een goed en gedegen accountancy curriculum misschien ook wel.'

Hoewel de verschillende groeperingen binnen de accountancy het erover eens zijn dat er iets moet gebeuren en dat de definitie van de 'geconsolideerde' functie van de accountant drastisch moet worden uitgebreid, bestaat er nog lang geen consensus over de hoe-vraag. Sterker nog, ten aanzien hiervan staan deze accountants steeds meer lijnrecht tegenover elkaar. De huidige situatie heeft veel weg van een 'perfecte storm', waarin uiteindelijk iedereen de goede bedoeling heeft, maar zó druk is met elkaar en niet met het oplossen van het probleem. Bij een goede onderhandeling is iedereen een beetje teleurgesteld; bij een goed en gedegen accountancy curriculum misschien ook wel.

De instroom

Net als de opleidingen Finance & Control kent de opleiding Accountancy een zogenaamde vooropleidingseis. Dit betekent dat niet iedereen kan instromen. Dit geldt bijvoorbeeld niet voor algemene bedrijfskunde. We vragen kinderen op hun elfde op twaalfde om keuzes te maken voor de toekomst. Dan kunnen er allerlei redenen zijn waarvoor ze voor een bepaald vakkenpakket kiezen zonder al de gevolgen te overzien. Sommige ouders zien deze gevolgen wel en 'duwen' hun kind richting economische of technische pakketten. Wanneer deze kinderen deze pakketten met goed succes afronden, is dit goed, want hiermee kunnen zij vrijwel elke studie kiezen die ze willen. Maar wat als die achttienjarige zich bedenkt dat hij iets met economie wil gaan doen, maar niet het goede pakket heeft voor Accountancy of Finance & Control? Die gaat bedrijfskunde doen, want dat ligt het dichtstbij en daar wordt hij immers wél toegelaten.

De opleiding

Vandaag is het fraude en de duurzaamheidsverslaggeving die extra aandacht vergen. Morgen en komend jaar zullen dit weer nieuwe onderwerpen zijn. Moeten we de oplossing zoeken in het bestuderen van de betreffende wet- en regelgeving die hiermee samenhangt, of moeten we de accountant van de toekomst juist opleiden door concepten en methodologieën te doceren? Naar onze mening moeten we focussen op de theoretisering van het beroep. In de primaire accountantsopleiding moet het volgens ons gaan over de principes en concepten van 'controleren'. Die fundamenten zijn immers voor alle soorten controles toepasbaar en dienen later door de accountants (en hun werkgevers) zelf te worden ingevuld en specifiek te worden gemaakt.

'In de primaire accountantsopleiding moet het volgens ons gaan over de principes en concepten van 'controleren'.'

Om de afstand tussen de thans tegenover elkaar staande accountants te overbruggen, zou deze aanpak van de toekomstige opleidingen een belangrijke stap zijn om de neuzen van eenieder dezelfde kant uit te krijgen. We willen immers allemaal hetzelfde, maar we zijn het (nog) niet eens over de manier waarop. Deze theoretisering, ondersteund met kennis van data en audit technology, zou de insteek van de accountantsopleiding moeten zijn. De echte basis hieronder wordt gevormd door kennis van informatiemanagement. En juist dat vakgebied en de kennis hiervan ontbreken momenteel in het accountantsonderwijs.

De voorgaande discussie is niet uniek voor individuele hogescholen, maar leeft landelijk. Het HEO-sectorplan (2023 - 2027) stelt dat: "Iedere opleiding neemt het ontwikkelen en aanbieden van nieuwe economische (waarde)systemen integraal op in het onderwijs en het praktijkgericht onderzoek." Binnen de organisatie verantwoordelijk voor de invoering van dit advies voor Finance & Control opleiding, het LoofC, wordt op dit moment actief een discussie gevoerd wat dit betekent en in welke mate dit moet worden ingevoerd. Dezelfde discussie als intern. Er zal samen met de opleiding gezocht moeten worden naar een modus om deze veranderingen 'manage-baar' in te voeren.

Stip aan de horizon

Met betrekking tot de accountantsopleiding hebben de Commissie Eindtermen Accountantsopleidingen (CEA) en de NBA het rapport Stip aan de horizon uitgebracht, waarin wordt gesteld: "Met het oog op de studeerbaarheid en het creëren van ruimte voor verdieping binnen de opleiding verschuiven onderwerpen/thema's van de accountantsopleiding naar het na-ervaringsonderwijs."  Waarmee wordt gedoeld op thema's als informatietechnologie en de hiervoor genoemde "nieuwe economische (waarde)systemen". Hiermee geven CEA en NBA een actief advies dat afwijkt van het HEO-sectorplan. Wel geven zij daarnaast aan dat "een student moet kunnen kiezen om te differentiëren in bepaalde vaardigheden of technieken, zoals duurzaamheidsassurance. Dit geeft ook ruimte aan hbo's, universiteiten, stagebureaus en kantoren om zich op bepaalde gebieden te profileren en faciliteert een bredere en meer diverse instroom in het beroep." En dus verschilt men van inzicht over wat er moet gebeuren en met welke snelheid.

Een tweede punt dat voortkomt uit het rapport Stip aan de horizon is een actieve leercultuur die just-in-time moet worden aangeboden en waarbij "de theorie wordt aangeboden wanneer dat voor de praktijkuitoefening relevant is". In het rapport wordt ook een voorbeeld gegeven om deze synergie tussen theorie en praktijk te realiseren: "Naast kennistoetsen, cases en bijvoorbeeld simulaties kunnen daarbij meetmomenten en vastleggingen bij de werkgever ook als bewijsmateriaal dienen."  Het belang van simulaties werd door de CEA ook benadrukt tijdens hun lustrum, in de presentaties van Jan-Paul Leerentveld: Vijftien jaar CEA terugblik en vooruitblik en Wim Gijselaers: De professional-accountants. Dit zorgt ervoor dat kennis die het lectoraat samen met de beroepspraktijk ontwikkelt, sneller en actiever naar de opleiding moet worden gebracht. Hier zijn de eerste experimenten voor uitgevoerd en moet er gekeken worden hoe dit procesmatig binnen de opleiding kan worden ingericht.

'De betrokkenen bij de accountancy, inclusief de verschillende types accountant, staan voor grote uitdagingen.'

De betrokkenen bij de accountancy, inclusief de verschillende types accountant, staan voor grote uitdagingen. Hoe maken zij de opleiding minder zwaar en beter studeerbaar, maar hoe maken zij desondanks meer capaciteit vrij voor de controle van duurzaamheidsverslaggeving en voor het opsporen van fraude? Zo maar een greep uit de vele aandacht vragende onderwerpen. Dat we hiermee iets moeten is duidelijk, maar hoe? Anderzijds hebben we te maken met een groot aantal ontwikkelingen in de wereld die ons dwingen te kiezen, soms met polarisatie tot gevolg. "Ouders en leerlingen willen dat eisen voor het eindexamen nog één jaar worden versoepeld - minister en Inspectie niet" (NRC, 1 februari 2023). Sinds een aantal jaren krijgen hbo-studenten accountancy vijf dagen vóór hun OverAll Toets (OAT) de examentekst aangereikt. De studenten zijn vóór, maar dat geldt niet voor iedereen binnen het accountantsberoep. De ene groep pleit voor studeerbaarheid en een andere groep vraagt zich af of we het onze studenten niet al te gemakkelijk maken.

Ofschoon alle controlerende accountants (RA/AA) moeten voldoen aan dezelfde wetten, kunnen zij aardig verschillen van elkaar: CSRD-accountants, forensisch accountant, fraudespecialist, RA, AA, CISA, CISO, IT-auditor, milieu-accountant, operational auditor (RO). Nog even en dan heb je de 'bakkerij-accountant'. Voor een beroep dat het in meerdere opzichten toch al moeilijk heeft, is dat op zijn zachtst gezegd onwenselijk.

De uitstroom/ werkveld

In het werkveld zien we dat de oudere collega’s een andere perceptie hebben bij werkdruk dan de jongere. In tegenstelling tot de oudere garde wil de jeugd maximaal 32 uur werken per week. Dat is een gegeven en daar zul je binnen je organisatie rekening mee moeten houden. Of je dat nou wel of niet leuk vindt.

Naast de impact van de diverse generatiekloven is de toepassing van data-analyse ook een cruciaal issue. Minister Kaag schreef daarover in haar reactie op de vijfde voortgangsrapportage van de kwartiermakers (22 februari 2023): "Ik ondersteun de herhaalde oproep van de kwartiermakers in deze. Het kan geen twijfel lijden dat de kwaliteit van de wettelijke controle door de externe accountant mede afhankelijk is van slimme inzet van innovatie die beschikbaar is binnen de betreffende accountantsorganisatie. Accountantsorganisaties moeten dan ook de voorwaarden scheppen die bevorderen dat het controleteam en de controlerend accountant optimaal boekenonderzoek kunnen doen." Hier hebben de accountants uiteraard geen keuze. Begin er eens mee en pak door!

'In tegenstelling tot de oudere garde wil de jeugd maximaal 32 uur werken per week.'

Tevens benoemt minister Kaag een andere door de kwartiermakers gesignaleerde trend, "namelijk dat private-equity-investeerders toenemende belangstelling hebben als kapitaalverschaffers van of aandeelhouders in accountantsorganisaties die werkzaamheden verrichten voor het midden- en kleinbedrijf". In andere woorden vraagt de minister zich af of de financiële impuls van deze investeerders wordt gebruikt voor een optimalisatieslag van de dagelijkse operatie en een verbetering van de te gebruiken technologie, dan wel voor het goed verzorgd achterlaten van de huidige aandeelhouders.

Gaan de verschillende accountants elkaar vinden?

De traditionele 'geconsolideerde functie' is sterk in beweging. Heel lang betrof de jaarrekeningcontrole de kern van het vak. De laatste jaren wordt er, naast deze financiële controles, steeds meer aandacht gevraagd voor de controle van niet-financiële informatie, zoals duurzaamheidsverslaggeving. Maar ook de aandacht voor fraude dwingt eveneens steeds meer aandacht af.

Hoewel het beroep het moeilijk heeft en we met zijn allen voor hele grote uitdagingen staan, is het niet te laat. Het traditionele beroep en de traditionele accountant is ten dode opgeschreven, maar behoefte aan zekerheid zal daarentegen altijd blijven bestaan. Door een fundamentele aanpassing van de opleiding (toevoegen van kennis omtrent informatiekunde en grotere focus op principes en concepten) kunnen we de ‘paradigm shift’ in gang zetten. Als we er dan nog voor zorgen dat we mensen met andersoortige vaardigheden toevoegen aan de controleteams, zijn we een heel eind op de goede weg.

Dr. Eric J.H.J. Mantelaers RA AA CISA C|CISO is als bijzonder lector verbonden aan het lectoraat 'Future-proof Auditor' van Zuyd Hogeschool. Ook is hij hoofd Bureau Vaktechniek en audit partner van RSM Netherlands Accountants. Tevens is hij als senior docent verbonden aan de accountantsopleiding van Maastricht University en aan Nyenrode Business Universiteit. Eric Mantelaers schrijft op persoonlijke titel.

Dr. ing. Martijn M. Zoet (1983) is als lector verbonden aan het lectoraat Future-proof Financial van Zuyd Hogeschool. Tevens is hij als managing partner verbonden aan EDM-Competence Centre. Martijn Zoet schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.