Discussie opinie

Minister Hoekstra bestrijdt dominant bestuur

Recent onderzoek geeft steun aan de ingrepen in de accountancyprofessie van minister Hoekstra, meent Jan Bouwens.

Jan Bouwens

In hun beschouwing over de ingrepen van minister Hoekstra  in de accountancyprofessie vragen de FD-journalisten Martijn Pols en Joris Polman zich af of deze maatregelen gaan werken, nu deze zich niet sec op de accountant richten, maar ook op hun opdrachtgevers en gebruikers, de zogeheten keten.  "We kunnen het Hoekstra niet zelf vragen. Een interview met de minister zit er voorlopig niet in", verzuchten de schrijvers. Als we naar de uitkomsten van onderzoek kijken, mogen we zeker hoge verwachtingen hebben van de ingrepen die de minister heeft voorgesteld.

Uit onderzoek weten we dat dominante leden van raden van bestuur een zeer negatieve invloed op het werk van de accountant uitoefenen. Twee grote onderzoeken naar dominante besturen uit de VS leggen dit fenomeen haarfijn bloot.

Beck en Mauldin (2014) onderzochten in de VS hoe de invloed van de cfo op auditcommissies  doorwerkt in de verhouding tussen de externe accountant en de onderneming. Om hun vraag te onderzoeken, identificeren ze de macht van chief financial officer als een factor die bedrijven ervan kan weerhouden om daadwerkelijk te voldoen aan de regel die auditcommissies verplicht om externe auditors aan te stellen. Ze bekeken controles midden in de financiële crisis. In de crisis zagen we dat accountants hogere rekeningen schreven, omdat het controleren van de financiële verslagen zo veel meer werk was dan tijdens rustiger economische condities werd gedaan om de financiële verslagen te controleren. Maar als bij de betrokken ondernemingen een dominante cfo de financiële leiding heeft, vinden zij dat accountants juist lagere rekeningen sturen dan hogere. Dit verschijnsel treedt niet op als de onderneming kan bogen op een krachtige auditcommissie. 

Cowle en Rowe (2019) vinden voor accountants die het in control statement van het bestuur van onderneming A in twijfel trekken, dat deze accountants hun kans op toekomstig werk bij onderneming B ernstig verzwakken. Dat maakt duidelijk dat een significante hoeveelheid uit de pool van toekomstige afnemers van de diensten van accountants er de voorkeur aan geeft dat de externe accountant hetzelfde denkt als de raad van bestuur.  Dat is niet de rol van de auditcommissie, zij zouden juist de voorkeur moeten geven aan een kritische accountant!

De werken van Beck en Mauldin (2014) en Cowle en Rowe (2019) suggereren dat de door minister Hoekstra voorgestelde ingreep, die oproept tot een betere verantwoording omtrent de verhouding tussen bestuur en auditcommissie, wel degelijk kan werken.

Hierbij is van belang dat de AFM erop toeziet dat de processen rondom de opdracht tussen de controlerend accountant (aanstelling en omvang van de controle) en de onderneming tegen het licht wordt gehouden. En dat de commissie corporate governance erop toeziet dat de verhouding tussen raad van bestuur - raad van commissarissen (auditcommissie) - accountant de facto werkt zoals bedoeld in wet en regelgeving.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.