Discussie opinie

Practical expedients: de geitenpaadjes binnen IFRS

In crisissituaties leer je de standard setter weer kennen, meent Ralph ter Hoeven.

Ralph ter Hoeven

Het was een ongemakkelijke stilte tijdens de vergadering van de IASB. De discussie ging over lease accounting en het op balans zetten van lease activa. Het Japanse lid kon zich hier wel in vinden, maar wilde per se de small ticket leases uitsluiten van activering. Andere leden hadden al beleefd gewezen op de algemene materialiteitsbepalingen in IFRS en op het feit dat ook in andere standaarden geen benedengrenzen werden aangegeven. Want, wat voor de één een small ticket is, is voor de ander een big ticket. Vergelijk bijvoorbeeld Shell eens met een small cap. Hoe dan ook: nadat het lid zijn standpunt bleef herhalen was het voor een ieder duidelijk. Die gaat niet meer om.

Valt er dan toch niet wat te bedenken om naast het olifantenpad (activeren) een ander paadje te bewandelen? Zo moet de IASB hebben gedacht, want er werd een uitweg gevonden via - nota bene - de practical expedient.

Het is een lastig te vertalen begrip. In de context van regelgeving zou je kunnen denken aan: een praktisch en handig alternatief. Letterlijk betekent het: redmiddel of een middel waarmee het doel kan worden bereikt zonder dat morele aspecten een rol hoeven te spelen. Vandaar dat het begrip ook vaak in een politieke context wordt gebruikt. Bijvoorbeeld, een maatregel voor de bühne waarmee je goede sier wil maken naar de achterban. Denk aan iets als het opschorten van financiering aan een gezondheidsorganisatie tijdens een gezondheidscrisis.

In IFRS zijn de practical expedients een opkomend verschijnsel. Voor het eerst nadrukkelijk toegepast in de standaard over omzetverantwoording (IFRS 15/2014) en vooral bedoeld om het leven makkelijker te maken. Bijvoorbeeld in IFRS 15: is de betalingstermijn voor debiteuren korter dan twaalf maanden? Dan hoef je niet na te denken of er een significant financieringselement in de prijs van het product of de dienst is begrepen. Is de afschrijvingstermijn van contractkosten korter dan twaalf maanden, dan is activeren niet nodig. In regels vervatte materialiteitsoverwegingen.

In IFRS 16 spelen expedients een belangrijkere rol, onder meer omdat het Japanse lid zijn zin heeft gekregen. Naast een small ticket lease (nu low value lease genoemd; de absolute (..) grens ligt op 5.000 US dollar) is er ook een uitzondering voor kortetermijnleases. Ook worden expedients veel gebruikt om de overgang naar een nieuwe standaard te vergemakkelijken. Ook dit zien we bij de laatste grote IFRS-standaarden.

Nieuwe toepassing

En binnenkort komt de IASB met een nieuwe toepassing van het geitenpaadje. Covid-19 heeft geleid tot heronderhandeling of aanpassing van huurprijzen van vooral winkels en kantoorpanden. Omdat rechten op verlagingen in dit soort extreme (pandemie) situaties vaak niet in huurcontracten beschreven staan, is volgens IFRS 16 sprake van modificatie. Dan ga je het voordeel van de lagere betaling verdelen over de gehele huurperiode. Maar dat is in de VS een politiek ongewenst resultaat want het voordeel moet NU geboekt worden. De FASB heeft inmiddels al bepaald dat niet naar de modificatiebepalingen gekeken hoeft te worden. Je mag simpelweg aannemen dat het recht al in het contract is opgenomen en de huurverlaging als een bate inboeken. Officiële reden: het zou anders wel erg complex en duur worden voor de bedrijven om dit voor elk contract te bepalen.

De IASB kan natuurlijk niet achterblijven, maar hoe krijg je dit voor elkaar terwijl je net in IFRS 16 uitgebreide modificatiebepalingen hebt opgenomen? Je neemt simpelweg een bepaling op dat je bij huurverlagingen die gerelateerd zijn aan Covid-19 NIET hoeft te kijken naar de uitgebreide modificatiebepalingen. Reden: je hebt gehoord dat dit anders complex en duur wordt voor de bedrijven.

Binnenkort kunt u dus een verse practical expedient verwachten in IFRS 16 die onmiddellijk ingaat bij publicatie en die ongetwijfeld met gezwinde spoed door het Europese goedkeuringsproces gejaagd zal worden.

Geen voorstander

Het zal duidelijk zijn. Ik ben geen voorstander van expedients.

  • Het leidt tot verrommeling van de standaarden. Je roept dat je principle based standaarden ontwikkelt, maar volgens creëer je weer uitzonderingen op de principes.
  • De IASB is al langere tijd bezig om de opties in IFRS te verminderen. Maar met de expedients komen er juist weer opties bij. Vergelijkbaarheid neemt uiteraard af; niet iedereen zal van de uitzonderingen gebruik (willen) maken, al was het alleen maar bij wijze van signaal; analisten moeten alles weer terug op een leest zien te krijgen.
  • Het is niet nodig, want er is ook nog zoiets als materialiteit bij de toepassing van de standaarden zoals opgenomen in IAS 8 paragraaf 8. En eigenlijk geef je met de expedient een signaal af dat deze materialiteitsbepalingen dus kennelijk onvoldoende zijn, zoals het (nota bene) Chinese lid aangeeft in zijn betoog waarom hij IFRS 16 voor wat betreft small ticket leases niet kan goedkeuren.
  • In het verlengde van het voorgaande punt leidt het tot onduidelijkheid omtrent de uitleg van materialiteit. Mag je bijvoorbeeld nog een hogere activeringsgrens toepassen dan de 5000 US dollar? Omdat je bijvoorbeeld deze hogere grens ook toepast voor andere investeringsuitgaven? 
  • De Covid-19-expedient laat zien dat je toegeeft aan politieke druk. Het schept een gevaarlijk precedent want als regelgever moet je je  onafhankelijk opstellen. De overheidssteun komt nu in de gedaante van een plotselinge aanpassing in de standaard waardoor een bate naar voren wordt gehaald. Qua kasstromen verandert er uiteraard niets.
  • Aanpassing van regels eist zorgvuldigheid. Nu wordt onder stoom en heet water gehandeld op basis van de enkele reden dat het allemaal zo moeilijk en kostbaar is. Als ik probeer na te gaan in welke geconsolideerde jaarrekeningen dit nu echt een materieel effect heeft, dan kom ik bij een aantal ondernemingen die verlagingen weten te bewerkstelligen op echt grote huurobjecten. Het napluizen van deze contracten op force majeure bepalingen zou toch te doen moeten zijn.

In crisissituaties leer je de standard setter weer kennen. Een standard setter die onder enorme druk staat om ondernemingen het boekhoudvoordeeltje te geven wat US-ondernemingen ook krijgen. Onder druk stond om ook Japan aan boord te houden in het IFRS 16-proces. En het redmiddel is: de practical expedient. Laat de geitjes maar weer los.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Ralph ter Hoeven is partner bij Deloitte Accountants en hoogleraar externe verslaggeving aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.