Discussie Opinie

Verleidingen en gevaren van 'motivated reasoning'

Meer inzicht in het handelen van accountants bij fraudezaken is welkom. Een aspect dat daarbij kan helpen is 'motivated reasoning': de neiging om naar een gewenste uitkomst toe te redeneren.

Rik Blijham

Op deze website leefde onlangs een aloude discussie over de rol van de accountant bij het ontdekken van fraude weer eens op. Peter Schimmel formuleerde tien redenen waarom accountants niet succesvol zijn in de hen toegedachte poortwachtersfunctie, Marcel Pheijffer deed dit af als bullshit of anderszins ongegrond en adstrueerde dat met een lijst van zestien Nederlandse zaken waarbij de accountant volgens tuchtrechter of OM simpelweg had gefaald. Peter Diekman liet vanuit vaktechnisch perspectief zijn licht over de zaak schijnen en Schimmel kwam nog met een vervolg waarin hij aanwijzingen voor de accountant formuleerde voor een beter inzicht in fraudebeheersing.

Diekman spreekt van een interessante discussie; mij bekroop al snel het gevoel dat Schimmel en Pheijffer behoorlijk langs elkaar heen praten. De zaken op de lijst van Pheijffer betreffen vrijwel allemaal fraude door de ondernemingsleiding. Bij deze zaken speelde verhulling slechts een beperkte rol. Sterker, bij een aantal zaken (onder meer Weyl, Greenchoice, Steinhoff) lag de fraude al min of meer op straat toen de accountant zijn goedkeurende verklaring gaf. Het tuchtrechtelijk verwijt dat de accountant in deze zaken trof was dan ook niet zozeer dat hij de fraude niet had ontdekt, maar dat hij onvoldoende controle-informatie verzameld had omtrent posten en/of bevindingen waarvan hij had moeten begrijpen dat die nadere aandacht behoefden. Had hij die aandacht wel geschonken, dan was het ontdekken van de fraude hoogstwaarschijnlijk welkome bijvangst geweest. De aanwijzingen van Schimmel hadden hem daarbij echter niet geholpen en evenmin zijn diens tien redenen heel behulpzaam bij het verklaren waarom de accountant de noodzakelijke aandacht achterwege heeft gelaten.

Bij de zaken op de lijst van Pheijffer gaat het  vooral om zaken die publicitair gevoelig liggen. Zij hebben daarmee de grootste invloed op de publieke perceptie van de kwaliteit van de werkzaamheden van accountants. Meer inzicht in het handelen van accountants in dit type zaken is dan ook welkom. Een aspect dat daarbij kan helpen is door Tjibbe Bosma in zijn reactie op een column van Schimmel de elfde reden genoemd. Het gaat om motivated reasoning: de onbewuste neiging om toe te redeneren naar een gewenste uitkomst (in dit geval dat er geen sprake is van een probleem). In de uitspraken van de Accountantskamer in zaken op de lijst van Pheijffer komen we verhelderende voorbeelden van motivated reasoning tegen.

Econcern had in haar jaarrekening een aantal deelnemingen gerubriceerd en gewaardeerd als participaties in plaats van als deelnemingen met een aanzienlijk positief effect op het resultaat. De Accountantskamer overweegt "... dat [de betrokken accountants] alleen hebben afgewogen of de kapitaalbelangen konden worden gezien als participaties en aldus overwegend oog hebben gehad voor informatie die die keus kon bevestigen en onvoldoende oog voor controle-informatie die daarmee strijdig of inconsistent was".
Duidelijker is motivated reasoning niet te omschrijven.

Bij Steinhoff was onder meer het probleem dat de betrokken accountant te veel vertrouwd had op de Duitse accountant die de controle van een belangrijk groepsonderdeel uitvoerde. Het ging daarbij om een relatief klein kantoor met rond de honderd werknemers en vier vestigingen in Duitsland. Het kantoor haalde meer dan de helft van de omzet bij Steinhoff uit adviesdiensten; ik schat dat deze omzet minimaal twintig procent van de totale omzet van het kantoor uitmaakte. Bij het groepsonderdeel kwamen diverse opmerkelijke transacties voor (onder meer aanpassingen in consolidatie van de liquide middelen ad 1,2 miljard en een bate van € 460 miljoen, ontvangen van een partij op de Maagdeneilanden). Dat alles weerhield de betrokken accountant er niet van om in het controledossier te noteren: "We are not aware of an independence issue on component level. In general the % of non-audit services is low, except for [Germany]. But in the case of [Germany], we note that we perform significant work parallel to their ISA 600 role, and the consolidation is not per se complex.
Given the above considerations, we pass further work and conclude that no independence threats were identified and not mitigated."

 Bij Weyl knoeide de ondernemingsleiding met debiteuren en crediteuren om de resultaten op te poetsen. Uit de goederenbeweging bleek dan ook een overschot (meer verkocht dan aanwezig). Blijkens de uitspraak van de Accountantskamer heeft de accountant deze onbestaanbaarheid weggeschreven "... door op te merken dat in de goederenbeweging twee schattingsposten aanwezig zijn, te weten 'verkocht vet uitsnijderij' en 'indroogverlies', terwijl daarnaast in het controledossier is opgemerkt dat Weyl sinds 2007 bepaald soort vlees met water injecteert, zodat ook toegevoegde kilogrammen water worden verkocht. Voorts is gesignaleerd dat het vetgewicht uit 2007 onveranderd is overgenomen in de goederenbeweging 2008 terwijl de productie met zeventien procent is gestegen."
In hoeverre deze factoren het gevonden verschil inderdaad verklaarden, heeft de betrokken accountant niet onderzocht.

Uit onderzoek* komt naar voren dat accountants bij aanvang van de controle nog weerstand kunnen bieden tegen motivated reasoning, maar dat die weerstand afneemt naarmate de controle vordert. Dit zien we terug in de kwestie Vestia. De door de betrokken accountant ingeschakelde deskundige (eveneens accountant) merkte bij een eerste verkenning op dat Vestia derivaten inzette die voor een woningcorporatie ongebruikelijk zijn. Hij uitte zijn twijfels over het vermogen van Vestia om risico’s omtrent de portefeuille te monitoren. Uiteindelijk concludeerde hij echter dat in de portefeuillebenadering van Vestia de toegepaste hedge-accounting aanvaardbaar was. Met die conclusie ging hij voorbij aan geschreven opties binnen de portefeuille die geen risico-mitigerend karakter hadden. De betrokken accountant werd in hoger beroep verweten dat hij daarover geen nadere vragen aan de deskundige had gesteld.

Dit type redeneringen zijn, hoe lang mijn directe ervaring bij controle-opdrachten ook achter me ligt, herkenbaar voor mij. Bij een accountantscontrole zit niemand te wachten op problemen. Problemen betekenen gedoe: gedoe met de planning, gedoe met de declarabele uren en gedoe met de cliënt. Op mijn kantoor werden geruststellende woorden over mogelijke problemen dan ook bepaald gewaardeerd. Uiteraard moest het betoog wel steekhoudend zijn; wegkijken was zeker niet de bedoeling.

De voorbeelden laten echter zien dat een betoog dat de toets van de interne reviews heeft doorstaan achteraf, als de feiten op tafel zijn komen te liggen, toch vrij onbegrijpelijk kan blijken te zijn. Bij het zoeken naar wegen om het handelen van accountants bij het type fraude waarover Pheijffer spreekt te verbeteren, zou meer aandacht voor de verleidingen en gevaren van motivated reasoning dan ook behulpzaam kunnen zijn.

* Zie : Fitzgerald, Brian and Garza, Brent and Smith, Kecia, Resisting Management Influence: Auditor Characteristics that Inhibit Motivated Reasoning (February 13, 2022). Te vinden op: SSRN: https://ssrn.com/abstract=3818218 of http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3818218. Voor de rol van motivated reasoning bij accountantscontroles zie ook: E. Brewster et.al, Eliminating biases that jeopardize audit quality, in Journal of Accountancy, August 2019.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Rik Blijham, registeraccountant en registervaluator, is zelfstandig gevestigd onder de naam Blijham Overname & Advies.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.