Magazine

Zoom: op weg

Autovrij - Even kuchen als je inhaalt - Een andere balans - Twee linkerhanden geen bezwaar.

Dit artikel is verschenen in Accountant Q3, 2015

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Autovrij

Wonen in de Delftse binnenstad, werken aan het Haagse Lange Voorhout: dat Arjan Suijker, accountant bij de Algemene Rekenkamer, geen auto heeft, is niet een kwestie van overtuiging, maar van pragmatisme. “De binnenstad in Delft is autovrij. Ik zou langer moeten wandelen naar mijn auto dan naar het station”, zegt hij. “En aan het Lange Voorhout is domweg geen enkele parkeergelegenheid. De keuze voor het openbaar vervoer is dus geen moeilijke.”

Meestal is het de trein. De tram kan ook, als NS met storingen of vertragingen kampt. “Maar daar heb ik niet veel last van. Het is maar een korte rit en bovendien reis ik op rustige tijden: om kwart voor zeven zit in ik de trein.”

Suijkers werkgever stimuleert het reizen met het openbaar vervoer. “Natuurlijk al door de locatie, maar afgezien daarvan krijgt iedereen hier ook een OV-kaart.”

Bij de Algemene Rekenkamer is het reizen met het openbaar vervoer dus niet uitzonderlijk.

“Dat ligt inderdaad anders bij mijn vrienden en collega's bij de grote kantoren. Maar het is in die contacten geen belemmering hoor”, lacht hij. “Ik ben ook niet principieel tegen auto's of zo, ik heb ook gewoon een rijbewijs. Ik heb alleen geen auto en ben ook niet van plan er een aan te schaffen. Dat is alles.”

Even kuchen als je inhaalt

Muisstil zijn ze, de elektrische ‘kantoorscooters’ die bij diverse vestigingen van BDO klaar staan om te worden ingezet voor klantbezoeken. Marc Groenen, partner BDO Accountancy & Bedrijfsadvies in Rotterdam, is een van de gebruikers. “Dat is het engste aan die dingen: niemand hoort je aankomen. Er zit een toeter op, maar die maakt dan weer een enorm kabaal. Wat doe je dan? Even kuchen vlak voordat je inhaalt. Anders schrikken mensen zich rot.”

De scooter is vooral geschikt voor ritjes naar klanten in het centrum. “Heerlijk, vooral in de zomer. Dan ben ik er toch wel drie keer per week mee weg. Klanten zeggen ook: slim! Niet zoeken naar een parkeerplaats, het is zelfs sneller, en voor ons telt dat het een groene oplossing is. Maar laat ik eerlijk zijn: als het regent, pak ik liever de auto.”

Accountants hebben ook wel iets met auto's, zegt Groenen. Hij zelf ook: tot voor kort ging hij geregeld, met drie vrienden, tevens collega's, racen op de Nürburgring, in een geprepareerde BMW uit de 3-serie. Tijdgebrek maakte een einde aan die hobby. “In deze sector blijft de auto favoriet. Dat zal op den duur ongetwijfeld veranderen, ook door de digitalisering, waardoor niet meer gesleept hoeft te worden met papieren dossiers, maar op dit moment zijn er nog maar weinig gebruikers van de scooters hier. Het wordt nog niet echt opgepakt.”

Een andere balans

“De een heeft het zo te pakken, de ander blijft worstelen.” Laurens Bakker, IT-auditor bij KPMG, krijgt van collega's geregeld de vraag of ze het eens mogen proberen op zijn ligfiets. “Het is een andere manier van balanceren, het lijkt op het verschil tussen lopen en schaatsen. De een heeft daar meer gevoel voor dan de ander.”

Bakker werkt door het hele land. Hij pakt de ligfiets “niet voor de kippeneindjes”. Een gewone toerfiets volstaat dan. De ligfiets is voor het wat langere werk. Behalve als hij echt in pak moet (“maar dat is niet vaak”), want een pak kreukt op de ligfiets. Als Bakker echt het land door moet, neemt hij veelal de trein, al dan niet met de vouwfiets mee voor “het laatste stukje”. En de auto? “Hooguit een paar keer per maand. Als het echt niet te doen is met het openbaar vervoer bijvoorbeeld.”

Toen hij van de middelbare school afkwam, in 2001, schafte hij zijn eerste ligfiets aan. Die werd gestolen in 2007, twee dagen voordat hij ermee op vakantie zou gaan. Toen heeft hij dit exemplaar gekocht, ook weer vooral met het oog op de vakanties. Een echte doorbraak voor de ligfiets als alternatief zakelijk vervoermiddel ligt niet in het verschiet, denkt hij. “Misschien als die volledig overkapte versies populair worden. Maar ik denk dat ze nu te duur zijn. Ze gaan dan wel vijftig tot zestig kilometer per uur, maar kosten al gauw 8.500 euro.”

Twee linkerhanden geen bezwaar

Hij is 37 jaar oud en wordt alleen maar meer waard. “Kennissen zeggen wel eens dat ie stinkt, maar klanten vinden het alleen maar leuk als ik ermee kom aanrijden”, zegt Frank Borsje over zijn Kever Cabrio. Accountantskantoor F. Borsje in Mierlo heeft - niet helemaal toevallig - een behoorlijk aantal klanten in de autobranche. De passie voor oldtimers is uiteraard een dankbaar gespreksonderwerp. Borsje organiseerde laatst een tourrit naar het Sauerland, met negen auto's. Het sleutelen laat hij echter aan anderen over. “Ik heb twee linkerhanden. Ieder zijn vak.”

Een verzamelaar is hij niet. Borsje stuitte tien jaar geleden op de Kever en was toen voor 6.500 euro meteen verkocht. Hij liet het plaatwerk repareren en een nieuwe kap plaatsen, en klaar was Kees. “Als vervoermiddel is het ook een stukje marketing”, zegt hij. Hij gebruikt hem voor het merendeel van zijn ritten - op drie maanden per jaar na. “Volgens de nieuwe wetgeving mogen oldtimers niet het hele jaar door de weg op. Dus die drie maanden moet ik dan de Volvo pakken.”

Intussen blijkt de aanschaf van de Kever ook financieel een goede zet te zijn geweest. “Niet dat ik 'm ga verkopen, maar drie jaar geleden werd ie getaxeerd op 12.000 euro. En onlangs zelfs op 14.500 euro. Toch leuk.”

Geert Dekker is journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.