Magazine

IFRS SME ja of nee?

Sinds 2005 moeten beursgenoteerde ondernemingen in de EU hun geconsolideerde jaarrekening opstellen op basis van IFRS. Voor niet-beursgenoteerde ondernemingen heeft de IASB de uniforme verslaggevingsstandaard IFRS SME ontwikkeld. Zitten bedrijven er op te wachten?

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 3, 2011

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Ronald Hoogeveen en Gert Jan Jordaan

Enquête onder ondernemingen

Volgens de International Accounting Standards Board (IASB) is de in 2009 definitief geworden standaard IFRS voor small and medium-sized entities (SME) een belangrijke verbetering op het gebied van verslaggeving voor niet-beursgenoteerde ondernemingen.

De SME-standaarden beogen de internationale vergelijkbaarheid van jaarrekeningen te verbeteren, een goed alternatiefbieden voor full IFRS en beter in te spelen op de behoefte van gebruikers van jaarrekeningen van niet-beursgenoteerde ondernemingen. Voor niet-beursgenoteerde ondernemingen hanteert ieder land nu nog zijn eigen standaarden.

Inmiddels zijn er negentien landen waar IFRS SME verplicht is gesteld en elf landen waar toepassing vrijwillig is. Nederland hoort vooralsnog bij geen van beide groepen en wacht op aanpassing van de Vierde en Zevende EU-richtlijn.

Enquête

De afgelopen jaren hebben zich zowel voor- als tegenstanders over de standaard uitgesproken. Daarnaast is een aantal, vooral internationale, onderzoeken gedaan naar de voor- en nadelen van IFRS SME. Deze discussies worden vooral gevoerd door accountants, verslaggevingsorganisaties en academici en hebben meestal een theoretische inslag. Om te inventariseren wat niet- beursgenoteerde ondernemingen werkelijk van IFRS SME vinden en of deze standaarden bijdragen aan verbetering van de huidige situatie (voornamelijk gebaseerd op de Nederlandse wet- en regelgeving), hebben wij onderzoek verricht naar hun mening.

In een enquête onder vierhonderd Nederlandse niet-beursgenoteerde ondernemingen (alle groot volgens BW2) is onderzocht of zij behoefte hebben aan IFRS SME. Er is een reactie ontvangen van 72 ondernemingen.

Uit de enquête blijkt dat de meeste ondernemingen hun jaarrekening nog steeds opstellen op basis van de huidige Nederlandse grondslagen (BW2 Titel 9 en RJ). Slechts een klein aantal stelt de jaarrekening op volgens de fullIFRS-standaarden.

Voor- en nadelen

De keuze om eventueel over te stappen naar IFRS SME is voor ongeveer de helft van de respondenten afhankelijk van de mate van verschil met de huidige RJ-richtlijnen. Hoe groter die verschillen, hoe minder animo voor een eventuele overstap. De andere helft van de ondernemingen geeft aan dat een eventuele keuze voor IFRS SME niet afhankelijk is van de verschillen met de RJ-richtlijnen.

De belangrijkste voordelen van IFRS SME zijn de verbeterde internationale vergelijkbaarheid van informatie en de eenvoudige consolidatie van buitenlandse vestigingen. Als belangrijkste nadelen worden onder andere genoemd complexiteit van de standaard, het verstrekken van meer toelichtingen, hogere (accountants) kosten en het feit dat opstellen van de jaarrekening meer tijd zal gaan kosten.

Eén op de drie

De meeste ondernemingen vinden dat invoering op vrijwillige basis zou moeten plaatsvinden. Slechts een klein deel wil dat IFRS SME helemaal niet wordt ingevoerd. Eén op de drie ondernemingen geeft aan de IFRS SME vrijwillig te willen hanteren voor het opstellen van de jaarrekening, maar de meeste hebben nog geen idee of ze dat willen gaan doen.

Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse niet-beursgenoteerde ondernemingen vooralsnog weinig behoefte hebben aan IFRS SME. Vooral de complexiteit van de standaard en het verstrekken van meer toelichtingen in de jaarrekening blijken af te schrikken. Daarnaast zal ook meespelen dat een nieuwe, veelal onbekende, standaard als bedreigend wordt ervaren en dat de bekende huidige regelgeving een veilige keuze is.

Verschil per land

Om vanuit internationaal perspectief een uitspraak te doen over de toegevoegde waarde van IFRS SME, is lastiger. De voor- en nadelen van IFRS SME kunnen per land en per onderneming verschillen. In het algemeen wordt gesteld dat IFRS SME een alternatief biedt voor ondernemingen in landen waar momenteel alleen full IFRS beschikbaar is of waar op dit moment nog geen volwaardig stelsel van verslaggeving aanwezig is. Uit internationaal literatuuronderzoek blijkt dat tegenstanders van IFRS SME stellen dat de SME-standaard onvoldoende aansluit op de informatiebehoefte van gebruikers van de jaarrekening. Of IFRS SME als uniforme internationale verslaggevingstandaard uiteindelijk kan bijdragen aan de internationale vergelijkbaarheid van jaarrekeningen lijkt dan ook nog maar zeer de vraag. In de woorden van Peter Drucker: “There is nothing so useless as doing efficiently that which should not be done at all.”

Noot
Ronald Hoogeveen is werkzaam bij Ernst & Young en Gert-Jan Jordaan is werkzaam bij AREP Accountants en Belastingadviseurs BV.

Aard onderneming geen invloed

In het onderzoek is rekening gehouden met een aantal variabelen zoals de mate van internationalisatie (internationale handel ten opzichte van de totale handel ), het deel uitmaken van buitenlandse groepsmaatschappijen en de aandeelhoudersstructuur (aandeelhouders wel/niet deel van het management). Bijna alle ondernemingen drijven handel met buitenlandse partijen, zestig procent zelfs in zeer belangrijke mate. Daarnaast behoort tweederde van de ondernemingen tot een groep met een buitenlandse moeder- en/of buitenlandse dochtermaatschappijen. Uit de enquêteresultaten blijkt dat de verschillende variabelen geen invloed hebben op de keuze om wel of niet IFRS SME in te willen voeren.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.