Magazine

Agrarische accountants spelen in op duurzaame trend

Veel boeren en tuinders zien mogelijkheden in duurzaam ondernemen. Accountants kunnen de agrarische ondernemers op dit vlak ondersteunen.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 9, 2011

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Het begrip duurzaamheid dringt langzaam maar zeker door tot alle economische sectoren. Ook de land- en tuinbouwsector krijgt steeds meer belangstelling voor dit onderwerp. Uit een enquête van GIBO Groep, begin dit jaar, bleek dat bijna de helft van de ondervraagde agrariërs serieuze kansen ziet op dit terrein. Het aantal toepassingen is groot en loopt uiteen van energiebesparing en minder CO2-uitstoot tot dierenwelzijn en betere rooimachines.

Gesprekspartner

De agrarische accountant is de belangrijkste gespreks- en sparringspartner van de agrarische ondernemer en heeft derhalve te maken met de tendens richting duurzaamheid in de sector.

Geert Bruns, subsidieadviseur bij GIBO Groep, vertelt dat zijn organisatie op twee vlakken actief is. “Het belangrijkste is dat we samen met de boer of tuinder proberen om ideeën financieel rond te krijgen, onder meer met subsidies of fiscale faciliteiten. Daarnaast geven we voorlichting in de vorm van workshops en doen we mee aan open dagen om bij onze klanten ideeën te genereren.”

Ook Daan van Beusichem, accountant bij WEA Deltaland, adviseert zijn klanten over de fiscale faciliteiten van investeringen. “We proberen alle mogelijkheden te benutten. Meestal zijn boerenbedrijven geen bv's, waardoor de fiscale voordelen meteen invloed hebben op het inkomen van de ondernemer, wat weer eenpositieve invloed heeft op de direct verschuldigde belastingen.”

Naast de mogelijkheden voor subsidies moeten boeren in de bedrijfsvoering ook gewoon voldoen aan de bestaande wet- en regelgeving. Dirk Buis, accountant bij De Raam Accountants, wijst op regels over dierenwelzijn en de mestboekhouding. “Overigens ondersteunen vooral leveranciers van bijvoorbeeld veevoer de boeren bij het voldoen aan dit type regelgeving. Als accountantskantoor doen we op dit punt relatief weinig. Wel hebben we een aantal klanten die vleeskalveren houden, waar we helpen bij het invullen van de mestboekhouding.”

Duurzame stal

Momenteel ligt de bulk van het ‘duurzame werk’ voor de accountant bij het advies over subsidies en fiscale faciliteiten. Het gaat dan vooral om het verzorgen van de aanvragen hiervoor. De overheid verstrekt op tal van zaken financiële voordelen. Een voorbeeld in de veehouderij is de duurzame stal. Om voor fiscale voordelen in aanmerking te komen, moet de stal van de veehouder een duurzaamheidcertificaat hebben. Dit betekent dat de stal moet voldoen aan eisen over milieu en gezondheid en welzijn voor dieren.

Bruns: “Een stal moet onder meer zo min mogelijk amoniakgas naar de buitenlucht uitstoten. Verder moet er in de stal voldoende aandacht zijn voor ruimte, licht en vloertypen voor comfortabele omstandigheden voor de dieren. Ook moet er in de stal een hygiënesluis aanwezig zijn als preventie tegen besmettelijke dierziekten.”

MIA en VAMIL

De fiscale voordelen zijn voor de boer vooral het kunnen gebruiken van de Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de VAMIL-regeling (willekeurige afschrijving milieu-investeringen). Bij de MIA kan de investeringsaftrek oplopen tot 36 procent van het investeringsbedrag. Met de VAMIL-regeling heeft een boer meer afschrijvingspotentieel voor een gebouw of machine, wat tot minder winstbelasting leidt.

Bruns (GIBO): “Met investeringen die liggen tussen € 10.000 en 3 miljoen kunnen de financiële voordelen flink oplopen. We signaleren dat deze regelingen populair zijn bij agrariërs.”

Dirk Buis (De Raam): “Bij de eerste bouwplannen wijzen we klanten dan ook direct op de mogelijkheden van de MIA en VAMIL. We onderzoeken of het voor het bedrijf daadwerkelijk bedrijfseconomisch voordeel oplevert.”

Akkerbouw

Behalve duurzame stallen vallen ook andere activa onder de fiscale regelingen. Van Beusichem (WEA) geeft als voorbeeld aardappelrooiers voor de akkerbouwsector. “Er zijn op de markt vooruitstrevende machines gekomen die minder milieubelastend zijn. De machines zijn wel duurder, maar een akkerbouwer kan aanspraak maken op de MIA.”

Ook een nieuw type schuur voor opslag van bulkproducten, waaronder akkerbouwproducten, kwam tot vorig jaar in aanmerking voor de MIA en VAMIL, vertelt Van Beusichem. Inmiddels heeft de overheid de regels voor schuren aangescherpt en valt opslag van agrarische bulkproducten nu buiten de regeling.

Geert Witjes, subsidieadviseur bij GIBO Groep, wijst op de ‘groen label kassen’ in de tuinbouwsector. “Het zijn kassen die voldoen aan eisen op het gebied van energiezuinigheid, gewasbescherming en uitstoot van CO2. Tuinders kunnen met een dergelijke kas aanspraak maken op fiscale voordelen.”

De laatste tien jaar is dit onder tuinders een populaire regeling geweest. Nu het minder gaat met de tuinbouwsector is het investeringspeil lager en worden er minder aanvragen bij de overheid ingediend. Daarnaast legt de overheid ook in de tuinbouw de lat nu hoger met milieueisen. Witjes signaleert dat tuinders nu met innovatieve plannen komen om energie te besparen en om gebruik te kunnen maken van subsidies. Een voorbeeld is dat tuinders gezamenlijk investeren in aardwarmteprojecten.

Energie

Verder ontstaat er bij agrariërs belangstelling voor het zelf opwekken van energie. Bekend zijn boeren die een windmolen op hun land hebben staan en op deze manier elektriciteit aan het net leveren. Ook andere vormen van energieproductie worden populairder. Van Beusichem heeft een klant die het dak van de boerderij heeft bedekt met zonnepanelen en met de investering in aanmerking kwam voor de Energie Investeringsaftrek (EIA).

Witjes (GIBO) geeft een voorbeeld van een glastuinbouwbedrijf waar de overtollige warmte in de kas in de zomer wordt geoogst door efficiënte warmtewisselaars en opgeslagen in de bodem en in de winter opgepompt en gebruikt voor verwarming in combinatie met warmtepomptechniek.

Consument

Agrarische accountants vinden duurzaamheid in de landbouw een belangrijk thema voor hun werk. Gemeten naar de hoeveelheid werk is het niet substantieel, ervaart Dirk Buis (De Raam), maar het thema is volgens hem nu wel een onderdeel van agrarisch Nederland. “Vooral het perspectief van consumenten rond duurzame productie probeer ik naar voren te brengen. Een voorbeeld is het opstallen van koeien in de zomer. Voor een individuele boer is dit efficiënt, maar het schaadt het imago van de sector als geheel.” Verder vindt Buis het belangrijk dat er met het thema aansluiting is bij het karakter van de agrarisch ondernemer. “Sommige boeren willen niet werken in een stal die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Je moet het er dan ook niet door willen drukken wanneer er bijvoorbeeld sprake is van financiële voordelen.”

Witjes (GIBO) verwacht dat duurzaamheid een belangrijke rol speelt in de agrarische onderneming van de toekomst. “Het is een eis van de maatschappij om duurzamer te produceren. Als accountant is het verstandig in deze trend mee te gaan. Wanneer je er geen aandacht aan besteedt, mis je een specifieke doelgroep.”

Concurrenten

De accountant is niet de enige beroepsgroep in de adviesbranche die zich met het thema duurzaamheid presenteert bij agrarisch ondernemers. Er zijn meer partijen actief op de markt, waaronder technische dienstverleners. Accountants zijn op het technisch vlak maar zelden betrokken. Van Beusichem (WEA) en Buis (De Raam) zien bijvoorbeeld bij het ontwerp en de bouw van een stal of schuur dat adviesbureau DLV (de voormalige Dienst Landbouw Voorlichting) een rol speelt.

Daarnaast wijzen sommige leveranciers van machines op financiële voordelen. Het komt regelmatig voor dat zij voor hun klanten de aanvragen doen voor subsidies of fiscale faciliteiten. Geert Bruns (GIBO) herkent dit. Hij ziet dat leveranciers in een aantal gevallen een aparte medewerker hebben voor deze werkzaamheden.

Hij wijst er wel op dat leveranciers alleen betrokken zijn bij de eerste aanvraag. “Bij het vervolgproces tot en met het moment van effectuering van de subsidieaanvraag zijn ze meestal niet aanwezig. Dat is een verschil met accountantskantoren die bij het hele proces van aanvraag tot effectuering zijn betrokken.”

Duurzaamheid en continuïteit

Betrokkenen in de markt brengen het woord duurzaamheid vooral in verband met milieu, uitstoot van CO2, dierenwelzijn en gewasbescherming. Dat neemt niet weg dat accountants met agrarische klanten ‘duurzaamheid’ ook op andere manieren verwoorden.

Dirk Buis (De Raam Accountants) vindt dat een boerenbedrijf continuïteit moet hebben. “Agrariërs hebben de grond waarop ze werken te leen van hun kinderen. Het bedrijf moet voldoende inkomsten genereren en met z'n tijd mee gaan. Het bedrijf moet op een goede manier worden overgedragen aan opvolgers.”

Daan van Beusichem (WEA Deltaland) staat in zijn gesprekken met klanten op een vergelijkbare manier stil bij het onderwerp duurzaamheid. “Het is belangrijk dat een agrarisch bedrijf voor de lange termijn rendabel kan zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat een akkerbouwer op een goede manier met zijn land omgaat en zodat ook op de lange termijn een inkomen verdiend kan worden. Daarnaast probeert een ondernemer in te spelen op de weersinvloeden van buitenaf onder meer door sloten breder te maken voor wateropslag om beter bestand te kunnen zijn tegen onvoorspelbare regenval.”

Lieuwe Koopmans is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.