Magazine

Meer kosten dan baten

De invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS) bij beursgenoteerde ondernemingen leidt bij menig midden- en kleinbedrijfondernemer tot de vraag ‘Is dit ook iets voor mij?’ Zeker zolang er nog geen IFRS-light bestaat, lijkt de vuistregel: Hoe kleiner de onderneming, Nederlandser de markt en beperkter het vreemde vermogen, hoe geringer de voordelen IFRS.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 8, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Peter van Rietschoten

Heeft IFRS zin voor het MKB

Als diverse beursgenoteerde ondernemingen al koudwatervrees blijken te hebben met het presenteren van de jaarcijfers volgens IFRS, hoe zal het midden- en kleinbedrijf dan over de nieuwe boekhoudregels denken? Als grootheden als Shell, ABN AMRO en ING allerlei redenen aanvoeren om het dit jaar nog maar even niet te doen, wat zou dan het animo van kleinere bedrijven kunnen aanblazen om terwijl ze daar niet toe verplicht zijn de jaarrekeningen wél volgens IFRS op te stellen?

Het directe en veel gehoorde antwoord luidt: IFRS heeft voor het midden- en kleinbedrijf nauwelijks toegevoegde waarde. Het genuanceerder antwoord komt erop neer dat elke mkb-ondernemer er verstandig aan doet een kosten-/batenanalyse uit te voeren, of te laten uitvoeren door zijn accountant. En dan zal blijken, zo luidt de voorspelling, dat grote, internationaal opererende mkb-ondernemingen wellicht enig nut kunnen hebben van IFRS, maar het gemiddelde mkb-bedrijf - met een directeur-grootaandeelhouder en een (in)formele financieringsrelatie met de lokale bankdirecteur - niet.

‘Echte mkb’

Veelzeggend is het antwoord op een frequently asked question die is te lezen op de website van Ernst & Young: ‘Waarom zou een MKB-onderneming over willen gaan op IFRS?’ Antwoord: ‘Door IFRS-toepassing kan de onderneming richting banken zich profileren als een modern bedrijf dat de financiële verslaggeving serieus neemt. Maar ook wanneer een onderneming vestigingen of groepsmaatschappijen heeft in meerdere landen, is het prettig indien voor de consolidatie alle divisies dezelfde jaarrekeninggrondslagen toepassen. Natuurlijk kan men vanuit het hoofdkantoor gedetailleerde instructies geven over de toe te passen grondslagen, maar het is anderzijds ook gemakkelijk indien er al een algemeen geaccepteerde internationale ‘accounting-taal’ voorhanden is. Door eenvoudig het gebruik van IAS voor te schrijven kunnen bijvoorbeeld ook nieuw overgenomen bedrijven gemakkelijker in het rapportagesysteem van de groep worden ingevoegd.’

Helemaal waar, maar het gaat met geen woord over het ‘echte’, kleinere mkb-bedrijf, en die vormen samen toch het overgrote deel van het Nederlandse economisch landschap.

Minder flexibel

Een zwaarwegend en algemeen geldend bezwaar van het mkb tegen IFRS is de afname van flexibiliteit. In vergelijking met de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving en de wettelijke voorschriften is IFRS complexer en biedt het ondernemers minder ruimte en vrijheid om van de regels af te wijken. Van de plicht om dat te doen ‘als het inzicht dat vereist’ is bij IFRS al helemaal geen sprake. De vaak gebruikte benaming ‘keurslijf’ is veelzeggend. Waaraan mag worden toegevoegd dat ook de ontwikkeling van en eventuele IFRS-light-versie naar verwachting de handen binnen het mkb nauwelijks meer op elkaar zal krijgen. Overigens bestaat wel de opvatting dat de fair value-benadering in IFRS meer ‘bewegingsvrijheid’ biedt dan het ‘voorzichtigheidsbeginsel’ waarop de Nederlandse richtlijnen zijn gebaseerd.

Een ander algemeen bezwaar is dat IFRS middelgrote en kleine bedrijven dwingt tot een openheid die hen niet eigen is, en waar ze in ieder geval volstrekt geen ervaring mee hebben. Een derde bezwaar is dat IFRS veel gedetailleerde informatie oplevert, waarvan men zich kan afvragen of daar in dit management wel behoefte aan bestaat en of die informatie wel tot een betere verslaggeving leidt.

2.200 bladzijden

Daarmee zijn we aangekomen bij de genuanceerde benadering van IFRS: de kosten-/batenanalyse. De vraag is welke elementen daarin moeten worden meegenomen. Gert-Jan Jordaan, werkzaam bij AREP Accountants en Belastingadviseurs, vindt dat IFRS in zijn totaliteit voor het midden- en kleinbedrijf niet is aan te raden. “Ondernemingen verliezen vrijheid in hun verslaggeving, en er is een toename van regels waaraan moet worden voldaan en dus van meer werk en kosten. Het gaat om 2.200 bladzijden vol regels. Ik geloof niet dat het midden- en kleinbedrijf dat nodig heeft of dat daardoor de verslaggeving erop vooruit zal gaan.”

Alles of niets

Henk Verhoek, hoofd Verslaggeving van het NIVRA, zegt over de nadelen: “IFRS is complexer dan het hele pakket van regels en verordeningen waar het midden- en kleinbedrijf met zijn verslaggeving nu aan moet voldoen. Er is minder ruimte, het is allemaal een stuk strakker. Er is een alles-of-niets regime, dat zal veel ondernemers afschrikken. Overgaan op IFRS zal ook eenmalige kosten met zich meebrengen voor andere administratieprogramma’s, voor bijscholing en mogelijke inhuur van expertise. Bij kleine mkb-ondernemingen zie ik überhaupt geen voordelen van IFRS.”

Ralph ter Hoeven, director van het vaktechnische bureau van Deloitte Accountants, is het daar wel mee eens. “Een bedrijf van tien of twintig medewerkers, dat vooral op de Nederlandse markt opereert en dat niet of nauwelijks een externe financiering heeft en wat dat betreft ook geen wijzigingen voor de boeg heeft, zal aan de doorvoering van IFRS geen toegevoegde waarde overhouden.”

IFRS light?

Peter van der Zanden, hoogleraar accountancy in Tilburg en Nyenrode, denkt “kijkende naar de grote lijn” dat IFRS voor het midden- en kleinbedrijf “niet zo zinvol is”. “Naast de al eerdergenoemde nadelen zie ik dat er ingewikkelde calculaties nodig zullen zijn, bijvoorbeeld in het geval van stock-opties. En ook die zullen extra tijd, expertise en kosten vragen. Ook een light-versie zal mijns inziens weinig aftrek vinden. Hoe zal die eruit zien? Als het alleen om verslaggevingsprincipes gaat, zal er mogelijk wel wat mee te doen zijn. Maar als er onduidelijkheden ontstaan over de uitwerking en toepassing, dan zal er weer al te gauw worden teruggegrepen op de full-versie van IFRS, en dat zal het nut voor met name het kleine mkb-bedrijf weer gering doen zijn.”

Of, zoals Ter Hoeven stelt: “Een light-versie kan er ook toe leiden dat er te veel ruimte komt voor verschillende interpretaties en dat zal weer ten koste gaan van de kwaliteit van de verslaggeving.”

Lagere rente

Toepassing van IFRS lijkt - het is al eerder gezegd - vooral voordelen te hebben voor de grotere, internationale mkb-ondernemingen. Henk Verhoek: “IFRS draagt bij aan de transparantie en de vergelijkbaarheid. Het zal ook in toenemende mate een eis worden die door de banken wordt gesteld. Een mogelijk bijkomend voordeel voor de ondernemingen is dat door het verbeterde inzicht bij de externe financiers de rente op het beschikbaar gestelde vermogen wat zal dalen.”

Van der Zanden ziet vooral indirecte voordelen, zoals vergelijkbaarheid, harmonisatie, een bijdrage aan een Europese grondslag voor vennootschapsbelastigen en risicobewustzijn. “Voor buitenstaanders - niet alleen banken maar ook andere partijen - wordt het door IFRS inderdaad gemakkelijker ondernemingen met elkaar te vergelijken. Dat kan niet alleen het functioneren van de markten ten goede komen, maar het kan ook een fiscale harmonisatie opleveren. Brussel wil immers concurrentie op verschillende vennootschapsbelastingen tegengaan: IFRS kan daarbij een goed vertrekpunt zijn. Ik denk tevens dat IFRS ertoe zal leiden dat ondernemers beter oog krijgen voor de risico’s die zij en hun ondernemingen lopen. Mogelijk gaan ze zich daar beter tegen beschermen.”

Internationale dimensie

Ralph ter Hoeven ziet, deels in lijn met Van der Zanden, als voordelen van IFRS het ‘anticiperen op bankeisen’ en het (alvast) in de pas gaan lopen met de internationale norm. “In het licht van de internationale dimensie van het ondernemen heeft IFRS wel een toegevoegde waarde. IFRS-benchmarking zal gaan toenemen, evenals het stellen van eisen aan de verslaggeving op basis van Basel-II. Waarbij er nog de ruimte is om ofwel alleen de interne administratie ten behoeve van de bank conform IFRS te doen, dan wel - vooral voor ondernemingen die een beursnotering ambiëren - de werkwijze statutair vast te leggen en integraal toe te passen.”

Kosten en baten

Kosten/nadelen

  • complexer, minder flexibiliteit mogelijk
  • diverse extra kosten (ICT, bijscholing, extern advies)
  • overload aan informatie
  • ongewenste/onnodige openheid
  • bij eventuele light-versie: mogelijk kwaliteitsverlies verslaggeving
  • geen toegevoegde waarde voor met name kleine bedrijven

Baten/voordelen

  • transparantie, vergelijkbaarheid
  • consolidaties en overnames goedkoper
  • voldoen aan eisen banken
  • mogelijk lagere rentekosten
  • bedrijven ‘klaar voor de toekomst’
  • grondslag voor fiscale harmonisatie
  • wel toegevoegde waarde voor met name grote ondernemingen

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.