Magazine

Accountants in ontwikkelingshulp

Voor veel opkomende economieën is de ontwikkeling van een degelijk accountantsberoep een economisch speerpunt. De wereldwijde accountantsfederatie IFAC geeft hierbij ondersteuning. Nationale beroepsorganisaties, waaronder het NIVRA, spelen daarbij een actieve rol.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Internationale standaardisatie is misschien wel het belangrijkste kenmerk van de globalisering. Het voldoen aan internationale afspraken en standaarden wordt als een voorwaarde beschouwd om in de wereld mee te kunnen doen. Ook op verslaggevings- en accountancygebied is dit het geval.

Veel investeerders hebben belangstelling voor nieuwe markten, maar willen hun geld daar alleen stallen als er sprake is van internationaal geaccepteerde verslaggevingsrichtlijnen en van een goede controle op de cijfers door accountants. Landen als China en India groeien onder meer zo hard doordat het niveau van de verslaggeving en van de accountantscontrole sterk toeneemt en dus interessant worden en blijven voor buitenlandse investeerders. Kennis van bijvoorbeeld de International Financial Reporting Standards en kwaliteit van de accountants zijn dan ook belangrijke aandachtspunten voor landen die economisch nog onvoldoende ontwikkeld zijn.

Lidmaatschap IFAC

Een van de organisaties die zich sterk maakt voor de verbetering van kwaliteit van accountants is de International Federation of Accountants, de wereldwijde koepel van beroepsorganisaties. In het bijzonder het IFAC Developing Nations Committee (DNC) zet zich hiervoor in. Speerpunt in het beleid van die commissie is om zoveel mogelijk beroepsorganisaties - de NIVRA's van de hele wereld - lid te laten worden van de IFAC.

Het IFAC-lidmaatschap is een signaal dat de kwaliteit van de accountantsprofessie voldoet aan internationale normen. Voor de desbetreffende landen is dit een wapenfeit om investeerders aan te trekken.

IFAC-lid wordt je echter niet zomaar. Een potentieel lid moet voldoen aan de zogeheten statements of membership obligations (SMO's). Een beroepsorganisatie moet aantoonbaar vooruitgang hebben geboekt op het gebied van kwaliteitsbeheersing, onderwijs, accounting- en auditstandaarden, ethiek, tuchtrechtspraak, publieke sector accounting en de invoering van IFRS in de private sector. Eerst volgt de status van associate member, daarna het volledig lidmaatschap. Pas als de beroepsorganisatie ten aanzien van de statements of membership obligations het door IFAC vereiste niveau bereikt, is de organisatie volledig compliant met de IFAC-standaarden.

Corruptie

Het Developing Nations Committee houdt intensief contact met ontwikkelingslanden en probeert hun belangen te behartigen. Een voorbeeld daarvan is het geven van guidance en ondersteuning bij de implementatie van nieuwe accounting- en auditstandaarden. Deze zijn vaak afkomstig uit Westerse landen en niet zomaar toepasbaar in ontwikkelingslanden.

Behalve de complexiteit van onder meer IFRS is er ook een culturele barrière. Een behoorlijk aantal landen waar corruptie een ‘normaal’ onderdeel is van de samenleving, worstelt bijvoorbeeld met ethische standaarden en heeft behoefte aan ondersteuning en advies.

Bij de implementatie vraagt het DNC daarom beroepsorganisaties uit ontwikkelde landen om hierbij te helpen. Het NIVRA is in dit verband actief op de Balkan (Moldavië, Macedonië, Kosovo en Albanië) en in Suriname. Dit type hulpprojecten wordt grotendeels gefinancierd door de Amerikaanse non-gouvermentele organisatie USAID. Ook de Europese Unie draagt bij aan de financiering.

Prioriteiten

Een beroepsorganisatie die aanklopt bij IFAC, krijgt allereerst een questionnaire toegestuurd, om de situatie van het land in beeld te krijgen. Het gaat dan om zaken als de status van het accountancyonderwijs, de aanwezigheid van een goed werkende effectenbeurs en het niveau van de wetgeving.

Daarna volgt een tweede vragenlijst die zich specifiek richt op de stand van zaken bij de SMO's. Op basis van dit tweede onderzoek bepaalt IFAC de prioriteiten waar de desbetreffende beroepsorganisatie aan moet werken. Verder maakt IFAC een actieplan dat continu wordt gemonitord en elk halfjaar wordt geactualiseerd.

Bij dit actieplan komen de ‘helpers’, zoals het NIVRA, in beeld.

Ontwikkelingsplan

“We staan eigenlijk nog aan het begin van de ontwikkeling van de accountantsprofessie”, vertelt Marina Shelaru, directeur van de Moldavische beroepsorganistie ACAP. “Pas vanaf mei 2007 zijn in Moldavië audit- en accountingwetten aangenomen die voldoen aan de eisen van de Europese Unie en de IFAC.”

Shelaru legt uit dat de ACAP nu bezig is met een nationaal ontwikkelingsplan om de implementatie van de wetgeving in goede banen te leiden en uiteindelijk volledig te voldoen aan de eisen van IFAC. “De prioriteit ligt bij de kwaliteit van de audit- en controleprocedures, bij educatie en bij aandacht voor ethiek binnen het accountantsberoep.” En daar richt zich op dit moment ook de samenwerking met het NIVRA op. Daarnaast ondersteunt het NIVRA de opbouw van de ACAP, bijvoorbeeld ten aanzien van vragen over de missie en de concrete doelen van de beroepsorganisatie.

Moldavische seminars

Concrete samenwerkingsprojecten in het afgelopen jaar waren een reeks seminars voor ACAP-leden en accountancystudenten, over de gewenste ontwikkeling van het accountantsberoep, de eisen die IFAC stelt aan accountants en de gevolgen van IFRS.

Shelaru: “De reacties waren erg positief. In 2008 gaan we dan ook verder met het organiseren van seminars. In februari doen we met het NIVRA een seminar over ethiek. Later dit jaar staat een seminar over de kwaliteit van de controleprocedures gepland.”

Uiteindelijk moeten de inspanningen ertoe leiden dat over vijf tot tien jaar de ACAP full compliant is met de IFAC. “Samen met het NIVRA hebben we een monitoringplan opgesteld”, vertelt Shelaru. “Op basis daarvan kunnen we ons actieplan per kwartaal aanpassen om geen onnodige vertraging op te lopen.”

‘Zichtbaar zijn’

Namens het NIVRA heeft Paul Hurks zitting in het DNC. Hij is betrokken bij de projecten op de Balkan en in Suriname. Hurks vertelt dat het NIVRA bewust heeft gekozen voor een ondersteunende rol bij de ‘ontwikkelingshulp’ van het DNC. “Als je een stem wilt hebben in de internationale regelgeving binnen IFAC, dan is het verstandig om zichtbaar te zijn. Het meedoen aan hulpprojecten is daar een goed voorbeeld van.”

Daarnaast vindt Hurks het belangrijk dat een beroepsorganisatie in een ontwikkelingsland echt op een hoger niveau gebracht wordt. “Dat kunnen ze niet alleen. Men heeft in deze landen praktische kennis nodig over hoe je bijvoorbeeld effectief een beroepsorganisatie opzet.” Het gaat dan om op het oog simpele zaken als het systeem van lidmaatschap bij de beroepsorganisatie en het heffen van contributie. Maar ook om onderwerpen als permanente educatie, hoe vrijwilligers kunnen worden geworven voor vakcommissies en op welke manier de beroepsorganisatie hét aanspreekpunt wordt voor het vakgebied in een land. Dit zijn wezenlijke zaken, vindt Hurks. “Als dit goed werkt, dan zien accountants dat het lidmaatschap ook wat waard is en zijn ze eerder bereid zich voor de organisatie in te zetten. Het begint dan echt te groeien.”

Afrika

Op het Afrikaanse continent staat een en ander meestal nog in de kinderschoen. De economische ontwikkeling was er de afgelopen decennia bescheiden, zeker in vergelijking met Zuidoost-Azië en Latijns Amerika. Investeerders blijven weg en veel landen kampen met oorlogen, droogte en slecht bestuur. Ook de kwaliteit van het accountantsberoep is in veel landen op dit moment niet erg goed, vindt Jelil Bouraoui, partner bij accountantskantoor Moore Stephens International in Tunesië en vice-voorzitter van het IFAC Developing Nations Committee.

Slechts een beperkt aantal Afrikaanse landen (beroepsorganisaties) is lid van de IFAC. “En dat terwijl juist de aanwezigheid van goede accountants een bron van groei kan zijn. Accountants dienen het publieke belang en maken op die manier de economie duurzaam en sterk.”

Dat is zowel voor de publieke als de private sector belangrijk, aangezien bij beide de transparantie en betrouwbaarheid toenemen. Het belangrijkste onderwerp voor Afrika is dan ook het opleiden van accountants. Zo ondersteunt de Wereldbank op dit moment een project om vijfduizend accountants op te leiden. Daarnaast is er, volgens Bouraoui, veel behoefte aan accounting technicians.

Nairobi-verklaring

Een knelpunt is dat veel Arikaanse landen een zwakke beroepsorganisatie hebben. Daardoor weten de organisaties vaak onvoldoende hoe bepaalde procedures werken en kunnen ze niet goed hun specifieke behoeftes aangeven. “Dat is waar de IFAC nu vooral op inspeelt, op het sterker en daadkrachtiger maken van de beroepsorganisaties”, aldus Bouraoui. “De IFAC wil Afrika serieus out of the hook hebben. We ondersteunen als Developing Nations Committee dan ook sterk het initiatief om in Afrika te komen tot een pan-Afrikaanse accountantsorganisatie.” Op die manier kunnen de beroepsorganisaties van de verschillende landen op een meer gestructureerde manier samenwerken. Bouraoui doelt hiermee op de zogeheten Nairobi-verklaring uit 2006 (zie kader ‘Pan-Afrikaanse koepel’).

Knelpunten

Een belangrijk knelpunt bij de implementatie van de SMO's is volgens Paul Hurks in feite de kern van het accountantsberoep: het dienen van het maatschappelijk belang, ofwel public interest. Hurks: “Met name in ontwikkelingslanden die zich in de overgangsfase van geleide naar markteconomie bevinden, zoals in Centraal- Azië, is dit begrip lastig uit te leggen. Men denkt daar dan meteen aan public sector interest, de publieke sector.”

Het misverstand dat dit de weg terug naar de geleide economie moet worden ingeslagen, is dan gauw gevestigd. Een ander knelpunt is dat ondernemers en accountants die de smaak van de vrije markt te pakken hebben, niet zitten te wachten op nieuwe regels rond verslaggeving en het accountantsberoep.

“Ze hebben net het juk van de geleide economie van zich afgegooid en begrijpen niet dat er toch bepaalde regels nodig zijn”, aldus Hurks. Het is volgens hem een kwestie van tijd dat deze landen toch overgaan tot het invoeren van regels. In landen waar corruptie hoogtij viert kan dit echter een langdurig proces zijn.

Een derde kink in de kabel kan ontstaan doordat de gevestigde politieke klasse zijn positie niet snel wil opgeven aan de jongere generatie, die beter Engels spreekt en beter op de hoogte is van de nieuwe eisen op het gebied van verslaggeving en controle. “Er gaat een aantal jaren overheen voordat de jongeren de macht kunnen overnemen”, verwacht Hurks. “Dat neemt niet weg dat beroepsorganisaties in deze landen toch van start gaan. De organisaties hebben op zich de goede mentaliteit.”

NIVRA in Moldavië

Sinds april 2008 is het NIVRA actief als ontwikkelingspartner in de voormalige Sovjetrepubliek Moldavië. Het is een van de armste landen van Europa, met een nog relatief grote agrarische sector en een kleine effectenbeurs. Dat neemt niet weg dat het land zich richt op de Europese Unie en het binnenhalen van buitenlandse investeringen. Belangrijkste taak is het ondersteunen van de lokale beroepsorganisatie, de Asociata Contabililor si Auditorilor Profesionisti. De samenwerking betreft een zogeheten twinning agreement, waarbij de duurzaamheid van het ontwikkelingstraject voorop staat. De ACAP heeft duidelijk de leiding en communiceert zelf met IFAC over de voortgang. De Moldavische beroepsorganisatie telt op dit moment nog slechts achthonderd leden van wie er veel nog student zijn en ongeveer tweehonderd ook echt auditwerkzaamheden verrichten.

Pan-Afrikaanse koepel

Op een IFAC-congres in 2006 in het Keniaanse Nairobi besloten 37 Afrikaanse landen tot oprichting van de PAFA (Pan African Federation of Accountants). Het is een poging om de verdeeldheid die nu nog bestaat tussen de drie bestaande organisaties te beëindigen.

Relevant is dat ook de Franstalige Afrikaanse landen aan de PAFA meedoen. Zij zijn nu nog lid van de FIDEF, een accountantsorganisatie voor Franstalige landen die geen volledig lidmaatschap van IFAC hebben. Door lid te worden van de PAFA kiezen ze duidelijk voor het lidmaatschap van IFAC en is er sneller aansluiting bij de internationale regelgeving. In oktober 2008 is een grote conferentie gepland in Afrika, waar de PAFA officieel wordt gelanceerd.

IFAC-hulpmiddelen

In haar streven om veel leden volledig compliant te krijgen ondersteunt IFAC landen met diverse hulpmiddelen:

  • Member body compliance program, met onder meer self-assesments voor regelgeving, de Statement of Membership Obligations en het maken van een actieplan.
  • Guidance-document Establish and developing a professional accountancy body.
  • Guidance to apply international standards in audit of small- en medium practices, een document dat zich richt op kleine en middelgrote praktijken, onder meer in ontwikkelingslanden (eind 2007 verschenen)
  • Quality control guide for the public sector en Guidance how to manage a practice (verschijnen beide in 2008).

Lieuwe Koopmans is journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.