Magazine

Belastingwet hindert soepele bedrijfsoverdracht

De ondernemer die zijn zaak wil overdragen aan een opvolger wordt dwarsgezeten door inconsistentie en chaos in de fiscale regels. BDO CampsObers en de Universiteit van Tilburg inventariseren de problemen en zetten de politiek onder druk.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Uiteenlopende definities van wat bedrijfsopvolging is, tegenstrijdige regels, te veel regels bovendien, en eindeloos gepuzzel: wie wil uitzoeken wat fiscaal de beste route is voor een bedrijfsoverdracht, belandt in een doolhof dat bij nader inzien geen uitweg heeft. Is dat een fijn antwoord aan de ondernemer die om advies heeft gevraagd? Nee.

De complexiteit van deze regels zit een juridisch en economisch optimale overdracht in de weg. Dat is het uitgangspunt van een onderzoek dat het Fiscaal Instituut Tilburg van de Universiteit van Tilburg gaat verrichten, met steun van BDO CampsObers.

Gestroomlijnd

“We brengen de knelpunten in kaart”, zegt Inge van Vijfeijken, hoogleraar belastingrecht in Tilburg, “en zullen voorstellen doen om tot een gestroomlijnd, vereenvoudigd geheel te komen”.

De inconsistenties en tegenstrijdigheden die nu in de regels zitten, moeten dan verdwenen zijn. Zodat niet fiscale, maar economische argumenten beslissend zijn voor de keuze van de ondernemer. De fiscaliteit wil nu het opvolgingsproces wel eens overschaduwen.

Toine van Beers, hoofd van de fiscale sectie van Bureau Vaktechniek van BDO CampsObers: “Het komt nu nogal eens voor dat de ondernemer meer bezig is met de vraag hoe hij het een en ander fiscaal het gunstigste kan regelen, dan met de vraag wíe hem eigenlijk moet opvolgen.”

Contraproductief

Hoe komt dat? Het achterliggende idee van de regelingen (het zijn er meer dan twintig) is sympathiek. In principe is het namelijk zo dat degene die een onderneming overdraagt, inkomstenbelasting moet betalen over de verkoopwinst. Bij schenking is in principe schenkingsrecht of successierecht verschuldigd. Maar: de Nederlandse overheid vindt het niet gewenst dat de inkomstenbelasting, de overdrachtsbelasting of het successierecht ‘economisch gewenste’ bedrijfsoverdrachten in de weg zitten, dus zijn er in de loop der jaren diverse faciliteiten in de wet opgenomen, die met elkaar gemeenschappelijk hebben dat ze de belastingdruk matigen.

Tot zover het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat de vormen die voor de diverse regelingen zijn gekozen, volgens Van Vijfeijken contraproductief werken. “Er wordt bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt naar rechtsvorm. De faciliteiten die zijn ontstaan voor een eenmanszaak, een bv en een nv zijn niet aan elkaar gelijk. Dat kan ertoe leiden dat de ondernemer een rechtsvorm kiest die economisch níet de beste oplossing is.”

Familie

Een ander voorbeeld is dat er voor opvolgers die familie zijn van de ondernemer meer faciliteiten zijn, dan voor opvolgers van buiten de familie. En dat zou ertoe kunnen leiden dat er eerder, vaker en met meer nadruk wordt gezocht naar een opvolger in de familiekring dan economisch verstandig is.

“Dat is ongewenst”, aldus Van Vijfeijken. MKB-Nederland heeft enige tijd geleden onderzocht hoe het met bedrijven gaat die door familieleden zijn overgenomen, in vergelijking met door derden gekochte ondernemingen. Conclusie: bedrijfseconomisch zijn de verschillen niet groot, maar ze vallen eerder in het nadeel van de familie uit dan in het voordeel.

Tot slot leidt het samenspel van de regelingen er nu toe dat het fiscaal gunstig is om niets te doen, te wachten met de overdracht tot de ondernemer overlijdt. Van Vijfeijken: “De dood is fiscaal het goedkoopste.” Economisch geldt dat niet: uit onderzoek blijkt dat het zo lang uitstellen van de overdracht in tien procent van de gevallen leidt tot de financiële ondergang van de onderneming.

Vervolgcongres

Het onderzoek van het Fiscaal Instituut Tilburg naar de fiscale stimuli bij bedrijfsopvolging is gericht op de praktijk. Van Beers: “Ondernemers wordt gevraagd wat er op grond van de huidige regels goed is gegaan en wat er fout is gegaan. Die gegevens komen aan de orde op een congres in oktober 2008, dat moet uitmonden in een voorstel voor een nieuwe ordening, met één heldere definitie van bedrijfsopvolging, zonder misverstanden over leeftijden en andere eisen, en met de definitie van een beperkt aantal momenten waarop bedrijfsoverdracht kan plaatsvinden.”

Fonds voor belastingonderzoek

Het onderzoek naar de fiscale aspecten van bedrijfsopvolging is het eerste dat wordt gefinancierd door het BDO Private Wealth Tax Fund, dat in maart 2008 werd gelanceerd. Het is een samenwerkingsverband (voorlopig voor drie jaar) tussen het accountantskantoor en de Tilburgse universiteit. Loek Hermans, voorzitter van MKB-Nederland, is voorzitter van de raad van toezicht van het Tax Fund. BDO draagt vijftigduizend euro per jaar bij.

Het fonds heeft als opdracht meegekregen het stimuleren van onderzoek naar fiscale aspecten van het vermogen van privépersonen. De volgende vragen van het door het Tax Fund gefinancierde onderzoek liggen welicht op het terrein van het successierecht.

Wat doet de fiscus bij bedrijfsoverdracht?

  • Een directeur-grootaandeelhouder die de aandelen in 'zijn' bv verkoopt, valt onder de aanmerkelijkbelangregeling. De ondernemer moet 25 procent inkomstenbelasting betalen over de winst op de transactie. Dat is hetzelfde tarief dat de directeur-grootaandeelhouder altijd heeft betaald over het dividend dat hij op zijn aandelen ontving.
  • De bv kan de bezittingen en schulden direct verkopen. In dat geval wordt er over de winst vennootschapsbelasting geheven.
  • Heeft de directeur een holding opgezet die de aandelen van de werkmaatschappij in bezit heeft, dan wordt er geen belasting betaald over de winst van een verkooptransactie.
  • Om het belasten van stakingswinst (verplicht bij overdracht of omzetting van eenmanszaak naar bv) te voorkomen kan worden gekozen voor 'geruisloos doorschuiven'. Dat kan naar een familielid zonder verdere voorwaarden, of naar een derde die minimaal drie jaar mede-ondernemer of werknemer is geweest. Bij een verrekenbaar verlies is het juist wel gunstig af te rekenen over de stakingswinst.
  • Als de onderneming onder de boekwaarde van eigenaar wisselt is er sprake van een schenking en moet er in principe schenkingsrecht worden betaald. Daar zijn vrijstellingsregelingen voor, onder meer afhankelijk van hoe lang de onderneming wordt voortgezet én van de verwantschap tussen gever en ontvanger. Ook moet de gever minimaal 55 jaar zijn. Dat zijn, met andere woorden, geen voorwaarden die uitgaan van maximale bedrijfseconomische efficiëntie.

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.