Magazine

'Wta is window dressing'

Stop alle regels voor accountants in één wet, verbied de combinatie van controle en advies, stel tarieven vast voor de wettelijke controle, houd de oude tuchtrechter in ere en creëer een aparte toezichthouder voor accountants. Aldus oud-officier van Justitie Henk de Graaff in zijn proefschrift over de juridische positie van forensisch accountants. Hoogleraar forensische accountancy Marcel Pheijffer vindt dat De Graaff die voorstellen onvoldoende onderbouwd.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Henk de Graaff en Marcel Pheijffer in discussie

Dat aparte regelgeving voor forensisch accountants niet nodig is, daarover zijn De Graaff en Pheijffer het met elkaar eens. De Graaff zegt aan het eind van het gesprek ook dat het wellicht beter was geweest als hij het woord forensisch tussen haakjes had gezet in de titel van zijn proefschrift De juridische positie van forensisch accountants in Nederland*. Want eigenlijk gaat zijn proefschrift vooral over de regels die gelden voor de accountant in het algemeen. Maar voor de rest lopen beider meningen flink uiteen.

Rechercheurs

Henk de Graaff was officier van justitie. Voordat hij in 2002 rechter werd, deed hij een postdoctorale studie forensic auditing. Naar aanleiding van de verschillende boekhoudschandalen is hij gaan onderzoeken wat de juridische positie van de accountant is.

“Daarbij heb ik de opkomst van de forensisch accountant als toetssteen gebruikt om te zien hoe het beroep reageert op een nieuwe ontwikkeling. De tuchtrechter deed er een flink aantal uitspraken over op grond van de gedrags- en beroepsregels. De laatste jaren is het aantal tuchtzaken over onderzoek door forensisch accountants flink verminderd. Wellicht zijn de normen van de tuchtrechter doorgedrongen tot de praktijk.”

Een andere reactie op de inmiddels tot stilstand gekomen ontwikkeling van de forensische accountancy is de richtlijn voor persoonsgebonden onderzoeken. Volgens De Graaff is die richtlijn een teken dat dit soort onderzoeken niet tot de kerntaak van de accountant behoren, maar bij particuliere rechercheurs. Bovendien is de richtlijn volgens hem overbodig, omdat het voor de tuchtrechter nauwelijks uitmaakt of een accountant wel of niet optreedt als forensisch accountant. Marcel Pheijffer bromt nog instemmend.

Eén wet

Als hij de wet- en regelgeving voor accountants onderzoekt, valt het De Graaff als eerste op dat het bijna honderd jaar heeft geduurd voordat de eerste wetgeving voor accountants het licht zag. “De wetgever en de beroepsgroep hadden verschillende belangen en verschillende inzichten. En nu deugt de kwaliteit van de wetgeving nog steeds niet.” De Graaff vindt de Wet (respectievelijk het Besluit) toezicht accountantsorganisaties en de onaf hankelijkheidsregels van het NIVRA geen passend antwoord op de boekhoudschandalen. “Niet zozeer de accountant als wel het management moet worden aangepakt. In de Verenigde Staten heeft de wetgever dat met de Sarbanes-Oxley Act goed gedaan. Daar moet het management persoonlijk garant staan voor de juistheid van de informatie die naar buiten wordt gebracht.

De Nederlandse wetgever heeft dat nagelaten en de kans laten lopen om dor hout te kappen. De regelgeving is veel te uitgebreid en te versnipperd, en daarmee onduidelijk voor zowel accountant als het grote publiek. Op deze manier neemt het vertrouwen in de accountant niet toe en wordt de communicatiekloof alleen maar groter.”

De Graaff zou graag zien dat de essentie van de huidige regels wordt vastgelegd in de Wet op de Jaarrekening. Daarin zou wat hem betreft dan ook een verbod op de combinatie van wettelijke controle en advies moeten komen. Bovendien zouden voor de wettelijke controle vaste tarieven moeten worden ingevoerd, waarvan de hoogte varieert met de bedrijfsgrootte. En oh ja, de Autoriteit Financiële Markten moet het toezicht in handen geven van een aparte toezichthouder voor accountants. Daarbij moet de bestaande tuchtrechtspraak behouden blijven. “Waarom moeten de Raden van Tucht weg? Die doen hun werk prima, terwijl cliënten de raden goed weten te vinden. Ik vind het zorgwekkend. De hele wetgevingsoperatie heeft meer weg van window dressing dan van het probleem van de fraude oplossen.”

Ongeregeldheden

Pheijffer: “Op het eerste gezicht ben ik het met veel dingen niet helemaal oneens. Maar omdat het gaat om fundamentele veranderingen en omdat het een wetenschappelijk proefschrift is, vind ik dat u uw stellingen deugdelijk moet onderbouwen. Ik vind het meer gaan om meningen dan om stellingen die op academische wijze zijn onderbouwd en onderzocht. U had het draagvlak voor uw voorstellen moeten onderzoeken en aangeven dat er in de literatuur ook heel anders over wordt gedacht. Het boek leest als een ontdekkingsreis van een studeerkamergeleerde in de wondere wereld van de accountancy.

En waarom moet er nu een aparte toezichthouder voor accountants komen? Het is nog veel te vroeg voor een oordeel, nu het nieuwe systeem net in werking is getreden en zijn waarde nog moet bewijzen. Dat de takencombinatie van de AFM in strijd is met de scheiding der machten, zegt mij weinig. Waarom mag de Belastingdienst wel een controletaak hebben en samenwerken met de FIOD die een opsporingstaak heeft? Gezien de sancties die de fiscus mag opleggen is het onzinnig om op voorhand te zeggen dat de toezichthouder op de financiële markten de informatiestromen niet kan scheiden.”

De Graaff: “Zodra je ongeregeldheden vermoedt bij een gewone controle, moet je als toezichthouder teruggaan en aangifte doen bij Justitie. Die mogelijkheid heeft de AFM nog steeds niet gebruikt.”

Vaste tarieven

Pheijffer is er evenmin van overtuigd dat de wetgever, zoals De Graaff meent, met een grote boog om het bestuur van de onderneming heen gaat. Er is toch een code Tabaksblat? De ceo en cfo van Ahold zijn toch veroordeeld? De maximumstraf voor balansfraude is toch verhoogd van één tot zes jaar? Juist om beter aan te sluiten bij de Sarbanes-Oxley Act.

Pheijffer: “Ik zie nog niet in dat één Wet op de Jaarrekening een verbetering is en ik twijfel aan de haalbaarheid van de wettelijke tarieven. Ik vind de omzet als basis voor de tarieven een te simpel criterium. Een klein vastgoedbedrijfje kan met vier transacties al 120 miljoen euro omzetten. Je moet ook kijken naar de integriteit van het bestuur, naar de risico's in de bedrijfstak. Gaat er bijvoorbeeld veel contant geld om? De verschillen tussen ondernemingen zijn zo groot dat vaste tarieven praktisch niet haalbaar zijn.”

De Graaff: “De tarieven worden niet gebaseerd op de omzet, maar op de omvang van het bedrijf. De rekening is nu veel te af hankelijk van subjectieve inschattingsfactoren, van hoeveel werk de accountant denkt te doen. Dat gaat ten koste van onaf hankelijkheid. Je moet die financiële relatie doorbreken en accountants moeten een bedrijf integraal controleren.”

Pheijffer: “Tsja …”

Radicaal

Dat de combinatie van wettelijke controle en advies moet worden verboden, mist volgens Pheijffer evenzeer een duidelijke fundering. “De Europese Commissie heeft met haar aanbeveling over onafhankelijkheid geprobeerd de scherpe kantjes eraf te halen, maar vindt een rigoureuze scheiding te ver gaan.” De Graaff: “Het probleem is een beetje dat de argumenten een keer op zijn. In het Groenboek van de Europese Commissie staat dat accountants onafhankelijk moeten zijn en dat maar moeten regelen. Uiteindelijk hebben de wetgever en het NIVRA niet een duidelijk standpunt ingenomen. Dan zeg ik: verbied het dan. Dat is voor iedereen duidelijk. Dat mag radicaal klinken, maar voor een lang slepend probleem is dat soms de meest voor de hand liggende oplossing.”

Noot
* Henk de Graaff. De juridische positie van forensisch accountants in Nederland.

Lex van Almelo is journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.