Magazine

Eerste stappen in lange mars

NIVRA-voorzitter Jan Helderman kondigde het begin 2008 al aan: Het NIVRA wil de kennis en inzichten die accountants opdoen bij hun cliënten delen met andere maatschappelijke partijen. Dat klinkt als volstrekt logisch en eenvoudig maar is in de praktijk een weerbarstige materie. Een overzicht van de activiteiten en resultaten tot nu toe.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1/2, 2010

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Project Kennis Delen

“Individueel is de accountant beperkt in zijn mogelijkheden signalen af te geven. Maar collectief kunnen beroepsgenoten wel degelijk hun stem laten horen. Door het delen van ervaringen kunnen risico's in het maatschappelijk systeem eerder worden getraceerd en gesignaleerd. Het NIVRA wil die collectieve rol meer gestalte geven.” Het zijn de woorden van Jan Helderman tijdens de opening van het nieuwe NIVRA-kantoor, april 2008. Helderman was toen NIVRA-voorzitter en herhaalde die woorden nog maar eens tijdens de Accountantsdag 2009 van eind november, waar hij vertelde over de resultaten die het project tot dan heeft opgeleverd. De teneur van zijn ‘verantwoording’ over het project tot nu toe: We zijn de goede weg ingeslagen maar we hebben nog een lange weg voor ons.

Kredietcrisis

Daarover later meer, eerst wat meer over doel en achtergrond van het project. Na de kredietcrisis werd hier en daar de vraag opgeworpen of de accountant niet wat eerder signalen had moeten afgeven over de (systeem) risico's die speelden in de financiële wereld.

Die kritiek kwam onder andere bij monde van Hans Hoogervorst (voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten), die zich afvroeg of accountants zich bij de controle van financiële instellingen niet wat meer moeten concentreren op het grote geheel in plaats van op technische details. En hadden ze niet beter moeten communiceren met toezichthouders als De Nederlandsche Bank? In dat kader was er toen overigens al overleg gaande over verbetering van het tripartiete overleg tussen toezichthouders, accountants en financiële instellingen, dat als archaïsch en formeel werd ervaren.

‘Bijvangst’

Het project Kennis Delen komt tegemoet aan die kritiek. Dit project was overigens al gestart voordat de kritiek ontstond. Het besef leeft breed dat de beroepsgroep - zowel controlerende accountants als accountants in business - in de keuken van organisaties in alle sectoren kijkt, en vanuit die praktijk een visie heeft op belangrijke risico's en thema's. Daarbij gaat het zowel om risico's die direct te maken hebben met de kernfunctie van een accountant - risico's die van invloed kunnen zijn op de financiële informatievoorziening die leidt tot de jaarrekening - als om daaraan grenzende thema's die niet direct van invloed zijn op de financiële verantwoording. In dit kader wordt wel gesproken van de ‘hoofdvangst’ en de ‘bijvangst’ van de accountant.

Signalen over hoofd- en bijvangst zijn op cliëntniveau te lezen in de management letter, die zijn weg vindt naar bestuurders en commissarissen. In bepaalde gevallen kan het echter ook wenselijk zijn deze signalen sector- of maatschappijbreed aan te kaarten, zodat betrokken partijen daar tijdig op kunnen reageren.

Het doel van het project Kennis Delen is dan ook het inventariseren van latente risico's per bedrijfstak en deze te signaleren bij brancheverantwoordelijken, toezichthouders of wetgever.

Vertrouwenspersoon

Het eerste product van het project was de jaarlijkse uitgave van Trends in Accountancy dat dit jaar in het teken stond van het thema Kennis Delen. Het boekje bevat interviews binnen en buiten het vak over het thema.

Binnen het vak blijkt een aantal prominente accountants zich sterk te maken voor zo'n macrorol. Leon van den Nieuwenhuijzen, directeur Beleidscontrol Defensie is bijvoorbeeld heel uitgesproken: “Waarom kan de beroepsgroep niet gezamenlijk een rapport uitbrengen over de risico's en problemen die men voorziet vanuit de eigen expertise? Dat zou zowel de zichtbaarheid als de toegevoegde waarde in de maatschappij een enorme impuls geven. De accountant moet leren om beter te kijken naar wat de maatschappij bezighoudt, om de claim van vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer waar te maken. Als het beroep in staat is om dat te doen, krijg je ook spreektijd bij de minister om je punt te maken. De beroepsgroep wordt dan serieus genomen.”

Pilot

Ook bevat het boekje de resultaten van een onderzoek onder de leden naar hun perceptie van de risico's in de sectoren waar zij dagelijks mee te maken hebben. De zeshonderd respondenten leverden een eerste aanzet tot een collectieve visie van het accountantsvak op bepaalde risico's en legden daarmee de basis voor een pilotproject voor drie sectoren - woningcorporaties, onderwijs en verzekeraars. Die pilot zag er voor deze sectoren steeds hetzelfde uit. In een sessie met accountants die zijn gespecialiseerd in deze sector werd gediscussieerd over wat zij de belangrijkste risico's vonden. Enkele weken later werd op basis van de bevindingen uit deze discussie een sessie georganiseerd met belanghebbenden uit de sector - variërend van brancheorganisaties en toezichthouders tot organisaties die zelf actief zijn in de sector - om deze risico's met elkaar te delen en op waarde te schatten.

Op de Accountantsdag werd een deel van de resultaten gepresenteerd en kondigde Helderman ook de installatie aan van de Signaleringsraad - onder voorzitterschap van KPMG-partner en oud-NIVRA-voorzitter Frans van der Wel. Deze raad is verantwoordelijk voor het beoordelen van de informatie op de noodzaak om tijdig signalen af te geven. Helderman: “Signalen met gezag, die niet mogen worden veronachtzaamd.”

Koudwatervrees

Terugkijkend op de ervaringen in de pilots is duidelijk dat deze een aantal aardige inzichten hebben opgeleverd, maar ook dat er de komende jaren nog veel moet gebeuren. Er was sprake van wat koudwatervrees en dat valt niet los te zien van het aspect geheimhouding dat nadrukkelijk in de opvoeding en vorming van elke accountant is meegenomen. Dat aspect behoeft geen beletsel te zijn om waardevolle informatie uit individuele management letters goed te structureren en op anonieme basis te vertalen in collectieve signalen. Hoe dat precies zal worden vormgegeven is nu nog niet duidelijk, aangezien de evaluatie van de pilot nog moet plaatsvinden.

Beter op agenda

Overigens is ook duidelijk dat de sessies goed inspeelden op een behoefte. De betrokken partijen geven aan dat ze het van harte toejuichen dat het NIVRA deze richting in slaat. De gesprekken vonden plaats met open vizier en menigeen had daar grote complimenten voor. Een van de aanwezigen in een stakeholdersessie: “Het is goed dat we hier nu over praten, ook al zullen we nu niet direct de oplossing vinden. Het helpt in elk geval om het bij ons beter op de agenda te zetten.”

Drie sectoren, drie signalen

In okober 2009 organiseerde het NIVRA bijeenkomsten tussen accountants en stakeholders in drie sectoren om te discussiëren over belangrijke risico's in deze sectoren. Dat leidde in alle drie de gevallen tot vier risico's. Hieronder is per sector één signaal eruit gepikt, beknopt weergegeven en voorzien van een aantal quotes uit de sessie.

Woningcorporaties: Gebrek aan kritisch vermogen bij projectontwikkeling

Corporate governance heeft bij veel woningcorporaties vooral het karakter van een technische exercitie, er is nog onvoldoende aandacht voor de juiste mindset. Dit speelt vooral aan de voorkant bij beslissingen over projectontwikkeling. Governance is meer dan alleen de naleving van een gedragscode.

“Iedereen vindt dat je als directie geld uit moet geven en iedereen vindt dat je rijk bent.”

“Commissarissen zijn van goede wil, maar door kennisachterstand of onvoldoende statuur niet altijd in staat om voldoende kritisch door te vragen.”

“Kennis van treasury is zeer beperkt en dat kan in de huidige markten voor bepaalde corporaties problemen gaan opleveren.”

Onderwijs: Financiële functie groeit onvoldoende mee met complexiteit omgeving

Vooral bij kleinere instellingen is de kwaliteit van de financiële functie vaak onvoldoende. Er bestaat een gebrek aan financiële competenties, waardoor te veel op administratiekantoren wordt gesteund. In alle sectoren wordt bedrijfsvoering ten onrechte gezien als een onaangename onderbreking van de echte taken.

“Geld dat niet wordt uitgegeven aan het onderwijs zelf maar aan belangrijke randvoorwaardelijke zaken wordt als verspilling gezien.”

“Het ontstijgt het niveau van de sportvereniging niet.”

“Er zijn geen goede meerjarenramingen, en er is vaak geen inzicht in welke kosten doorlopen als de school zou krimpen. Bestuurders hebben geen inzicht in hun financiële beslisruimte.”

Verzekeraars: Fragmentarisch risicomanagement

De experts en stakeholders in de verzekeringsector waren het er over eens dat risicomanagement nog te fragmentarisch en onsamenhangend wordt ingevuld. Onderlinge verbanden zijn te weinig helder. Afwegingen tussen risicocategorieën kunnen niet goed worden uitgevoerd.

“Straks blijkt misschien dat op nieuwe productie nauwelijks nog wordt verdiend en dat er alleen winst zit in oude polissen. Waar is dan het bestaansrecht van een verzekeraar gebleven? Dat besef leeft nog niet breed.”

“Het inzicht in de werkelijke kostprijs van een product is niet altijd adequaat.”

“De aandeelhouder schroeft zijn verwachtingen steeds verder op. Het is maar de vraag of de kapitaalmarkt straks nog wil investeren in een verzeke- raar als de volatiliteit groeit en als blijkt hoe groot de buffers echt zijn.”

Nart Wielaard werkt op het snijvlak van maatschappij, technologie en bedrijfsleven. Hij brengt complexe ontwikkelingen terug tot eenvoudige en begrijpelijke verhalen en doet dat in de rol van gespreksleider, adviseur en schrijver.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.