Magazine

Importaccountants

De big four zoeken talent in het buitenland. Het invliegen van accountants heeft de nodige haken en ogen. Toch druppelen de importaccountants gestaag binnen. “Ik wed dat we hier over tien jaar een Poolse partner hebben.”

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

“O ja? Werven onze concurrenten in de Baltische landen? Mooi zo, laten ze dat maar doen.” De tevreden reactie van een recruiter van één van de grote accountantskantoren suggereert dat hij een beter visplaatsje kent dan de concurrentie. Werven in het buitenland is mode geworden bij de big four.

Ze zoeken niet alleen in de paar buurlanden, zoals misschien verwacht zou mogen worden, maar ook in verre oorden. Zuid-Afrika, de Filippijnen, India, van heinde en ver komen de specialisten binnen. Zo heeft Deloitte afgelopen voorjaar een groep van twintig IT-auditors uit India gehaald. Het was het eerste initiatief van betekenis van dit kantoor om uitheemse specialisten in te vliegen. KPMG, Ernst & Young en PricewaterhouseCoopers hebben al meer ervaring met werven in het buitenland.

Werkvergunning

“We werven al een paar jaar in Polen, en recent zijn we ook begonnen om in andere landen accountants te zoeken”, vertelt recruiter Erik Sigtermans van PricewaterhouseCoopers. “We hebben nu veertig tot vijftig starters uit twee landen.” Hij wil niet zeggen in welke andere landen PwC nog meer zoekt, maar uit een eerdere publicatie in ‘de Accountant’ (juni 2005) blijkt dat het gaat om de Finse arbeidsmarkt. Sigtermans wil het niet beamen, maar zegt wel dat het om de Europese Unie gaat. “Dat heeft vooral te maken met de werkvergunningen, die krijg je als werkgever gemakkelijker voor EU-burgers dan voor werknemers van buiten de Europese Unie.” Wetgeving over immigratie is ook voor andere kantoren een obstakel, maar toch beperken zij zich niet tot de Europese Unie. Bij Ernst & Young bijvoorbeeld lopen ook Filippino's en Amerikanen rond. Maar vaak zijn dat expats, ervaren krachten met aantoonbaar toegevoegde waarde. Die gelden als zogenaamde kennismigranten voor wie het mogelijk is een werkvergunning te krijgen.

Wegkapen

Het werven van starters is een ander verhaal. Die zijn moeilijker te vinden en ook moeilijker binnen te halen. Die hebben niet altijd een voltooide opleiding waarmee ze als accountant in Nederland kunnen werken. Ze hebben dan ook geen kennisvoorsprong, worden daarom niet als kennismigrant aangemerkt en krijgen derhalve moeilijker een werkvergunning. Daarnaast is het werven van aankomend talent in het buitenland delicaat. Geen enkel accountantskantoor wil de toppers wegkapen voor de neus van een buitenlands zusterkantoor.

Recruiting in het buitenland verloopt dan ook vaak via die buitenlandse vestigingen. Ernst & Young bijvoorbeeld heeft een global exchange program dat het voor elke medewerker mogelijk maakt in een buitenlandse vestiging te gaan werken. Dat voorkomt dat de eigen vestigingen onderling slaags raken op internationale arbeidsmarkten.

Nederlandse klanten

De meeste uitheemse accountants blijven niet permanent in Nederland. Ze worden ingezet voor piekperioden en pakken daarna weer het vliegtuig. Of ze blijven een paar jaar. Een permanent verblijf van accountants van buiten de EU ligt moeilijk, zeker in verband met de verblijfsvergunning.

De vele haken en ogen van werving in het buitenland weerhouden de meeste kantoren ervan over de grens te zoeken. BDO en Mazars, toch niet de kleinsten, beperken zich louter tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Mede doordat zij overwegend Nederlandse klanten hebben, die het op prijs stellen dat hun accountants Nederlands spreken.

De big four zijn echter internationaal georiënteerd en hebben er de moeite voor over. Sommige werven hun buitenlanders in Nederland, zoals KPMG. Dat voorkomt veel gedoe met vergunningen, zusterkantoren en huisvesting. “Mijn man werkt in Nederland voor een Duits bedrijf”, vertelt Bettina Schmitz, supervisor bankaudit van KPMG. “Ik werkte in Duitsland op een accountantskantoor, maar zocht werk in Nederland om bij mijn man te kunnen zijn.”

Taal

Mehluli Sibanda uit Zuid-Afrika woont al twee jaar in Nederland vanwege zijn Nederlandse vriendin. Aan de Vrije Universiteit studeerde hij accounting en control. “Nu ben ik trainee bij KPMG.”

Ondanks dit soort oplossingen kent werving van buitenlandse accountants een aantal praktische beperkingen. Nederlandse taalvaardigheid is meestal te veel gevraagd, maar beheersing van het Engels is een redelijke eis. Buitenlanders zijn vanwege de taalbarrière voorts uitsluitend inzetbaar in multinationals en buitenlandse bedrijven in Nederland.

Zelfs al spreken ze Engels, dan nog kunnen er bezwaren zijn omdat in de teams Nederlands wordt gesproken. Buitenlanders kunnen daardoor niet altijd volwaardig meedraaien, zegt Diederik Gosewehr, human resource-manager bij Ernst & Young. “Blijven ze maar drie maanden, dan heeft het geen zin om buitenlanders naar de nonnen van Vught te sturen. Maar als ze langer blijven dan is het absoluut noodzakelijk om Nederlands van een zeker niveau te spreken.”

Mondiale omgeving

Zijn er eenmaal buitenlanders binnen, dan moeten ze hier ook nog aarden. Dat blijkt niet het grootste probleem te zijn. De meesten zijn jong en flexibel, zeker de starters. Krijgen die een opleiding dan zijn ze gauw tevreden. Sibanda van KPMG volgt een ACCA-studie (Chartered Association of Certified Accountants) via e-learning. Zijn werkgever betaalt mee. De buitenlanders worden ingezet bij internationale bedrijven, waardoor ze in een mondiale omgeving werken, wat doorgaans als inspirerend wordt ervaren. Soms is het zelfs net als thuis. Zo heeft Ernst & Young in Nederland een paar Japanse accountants die worden ingezet voor Japanse bedrijven in Nederland.

In de mondiale setting is er weinig verschil tussen werken in Amsterdam of in Melbourne. “Alle klanten van PricewaterhouseCoopers volgen de internationale standaarden voor financiële verslaggeving”, zegt Krystian Mardausz, een Pool die al drie jaar voor PwC Nederland werkt. “Het maakt voor het soort werk dat ik doe niet uit of ik voor multinationals in Nederland of in het buitenland werk.”

Ook de beleving van het werk vinden de buitenlanders zelden een bezwaar, mede dankzij de internationale component van hun werk. “Ik werk in een multinationaal team, met veel andere buitenlanders”, vertelt Vaishal Bapat, een accountant uit Singapore die bij Ernst & Young Nederland werkt.

Fles wijn

Verder vinden de meeste importaccountants Nederland een heel vriendelijk landje waar het goed toeven is. “Veel rustiger dan in Singapore”, zegt Bapat. “Daar is het leven zo druk, mensen hebben geen oog voor hun buren en geen tijd om te leven.”

Mardausz uit Polen roemt de openheid die hij in Nederland ervaart. Dat ons land de laatste tijd kritischer is tegen buitenlanders, daar heeft hij ‘niks van gemerkt’. “Maar misschien dat Nederlanders vooral kijken naar laag opgeleide buitenlanders.”

Over de toekomst zijn ze ongewis. Veel buitenlanders zijn jong en moeten nog een aantal keuzen maken in de privésfeer. Vaak laten zij daar hun professionele keuzen van afhangen. “Ik heb hier in Nederland een vriendin, ik ga nu dus niet meer naar Polen”, zegt Mardausz. “Misschien dat ik later in een ander land ga werken, maar nu is mijn vriendin nog niet afgestudeerd. Zij is voor mij belangrijker dan mijn werk.”

Zal de Nederlandse accountancy dankzij importaccountants een internationaler karakter krijgen? Het is onwaarschijnlijk, daarvoor is de instroom te incidenteel en te moeizaam. Toch zal er wel iets veranderen, denken de kantoren. “Over tien jaar hebben wij hier vast een Poolse partner”, zegt Sigtermans van PwC. “Daar durf ik wel een fles wijn om te verwedden.”

Bettina Schmitz, Duitsland
supervisor bankaudit KPMG

“In Duitsland werkt de accountancy anders dan in Nederland. Je volgt een studie rechten of business administration, en gaat aan het werk als accountant. Via ervaring en aanvullende opleidingen werk je naar een examen voor accountant toe. In Nederland moet ik een studie van drie jaar volgen voordat ik accountant kan worden. Het werk verschilt hier met dat in Duitsland. Hoewel de regels voor accountancy ongeveer gelijk zijn, zijn ze in Duitsland gedetailleerder. Hier komt het meer aan op je eigen beoordelingsvermogen. De werkdruk hier is groter dan in Duitsland. Ik houd van dit land, maar het werk is wel heel hectisch.”

Mehluli Sibanda, Zuid-Afrika
trainee KPMG

“Ik ben twee jaar in Nederland en hier aangenomen door KPMG. Omdat ik geen Nederlands spreek, werk ik voor internationale bedrijven, hoewel ik ook voor kleine bedrijven zou willen werken. Na mijn studie ACCA, die ik over drie jaar zal afronden, wil ik mijn carrière in Nederland vervolgen. Maar als ik ooit terugga naar Zuid-Afrika zal ik mijn kennis en ervaring gebruiken voor de verdere ontwikkeling van het land. Ik zal er mijn eigen kantoor beginnen. Dat klinkt idealistisch, ja. Het is de opwinding over een land in de groei.”

Vaishal Bapat, Singapore
accountant Ernst & Young

“Voordat ik naar Nederland kwam werkte ik in Singapore al anderhalf jaar voor Ernst & Young als accountant. Ik ben hier nu een aantal maanden aan het werk. Ik kon gewoon als accountant aan de slag hier, want ik ben een Amerikaanse CPA (Certified Public Accountant), en kan ook in Nederland als accountant werken. Net als in Singapore werk ik hier ook voor multinationals. Maar daar waren de multinationals meer lokaal georiënteerd, terwijl ze hier veel internationaler opereren.”

Krystian Mardausz, Polen
accountant PricewaterhouseCoopers

“Ik heb finance & banking en accountancy gestudeerd in Finland, via een uitwisselingsprogramma. Op een Poolse website hoorde ik dat ik als accountant in Engeland en Nederland aan de slag kon. Van vrienden hoorde ik dat je in Nederland gemakkelijker je weg kan vinden, dus is het Nederland geworden. Inmiddels werk ik ruim twee jaar in Nederland. Dit jaar studeer ik af voor de ACCA-opleiding in Glasgow.”

Kennismigranten

De overheid verwacht dat Nederland 120.000 kennismigranten nodig heeft, buitenlandse hoog opgeleiden die nodig zijn voor onze arbeidsmarkt. Een kennismigrant komt naar Nederland om arbeid in loondienst te verrichten tegen een bruto inkomen vanaf 45.000 euro. Voor kennismigranten jonger dan dertig geldt een inkomenscriterium van 32.600 euro. De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De Nederlandse werkgever is niet verplicht een tewerkstellingsvergunning bij het Centrum voor Werk en Inkomen aan te vragen. Kennismigranten met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd krijgen een verblijfsvergunning voor maximaal vijf jaar.

Henk Vlaming is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.