Magazine

'Joint audit is niet praktisch'

In Nederland is bij slechts een handjevol bedrijven sprake van een joint audit. Beursbedrijf Euronext is er één van. Hoe werkt het in de praktijk?

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Euronext is statutair gezien een Nederlandse NV maar moet niet alleen voldoen aan de Nederlandse accountancywet- en regelgeving. “Onze primaire notering is in Parijs en dus zijn we ook gehouden aan de Franse wet- en regelgeving op dit gebied”, vertelt Edward Heck, directeur Internal Audit Services bij Euronext. In de Franse wet- en regelgeving is een controle door twee accountantsorganisaties verplicht. Omdat Euronext een NV is, zijn op holdingniveau twee Nederlandse accountantsorganisaties - KPMG en Ernst & Young - betrokken bij de audit.

Werkverdeling

Het controlewerk wordt verdeeld naar regio. Heck: “In Nederland, België en Frankrijk neemt Ernst & Young de lead. KPMG doet dit in Groot-Brittanië en op holdingniveau. Overigens doet Ernst & Young wel op holding-niveau een uitgebreide review.” Verder reviewt KPMG de controle op de activiteiten van Euronext in Parijs, aangezien Franse wetgeving vraagt dat het ‘tweede’ kantoor een intensieve check doet. Maar in hoofdzaak is er op regionaal niveau geen sprake van gemengde teams. De twee accountantsorganisaties werken wel intensief samen bij het opzetten van de gezamenlijke auditinstructie.

Ook schrijven en presenteren KPMG en Ernst & Young samen de management letter aan de raad van bestuur, vertelt Heck, en wordt de beoordeling van de IT-organisatie gezamenlijk gedaan.

Volgens Heck verloopt de samenwerking tussen de beide accountantskantoren op holdingniveau goed. “Dit komt vooral door een goede manier van communicatie. Als er wat bijzonders is, dan weten ze dat van elkaar.”

Extra kosten

Heck vindt een joint audit niet echt praktisch. “Het kost duidelijk meer dan een controle door één kantoor. De extra kosten ontstaan doordat de kantoren bij elkaar reviews uitvoeren, er onderlinge afstemmingen plaatsvinden en doordat men op diverse onderdelen dubbel werk doet.” Van dubbel werk is bijvoorbeeld sprake bij posten in de jaarrekening die extra aandacht nodig hebben, zoals de post voorzieningen, de toepassing van accounting principles en de verwerking van acquisities in de jaarrekening.

Heck: “Elk kantoor heeft z’n eigen auditmethodologie en ze leggen soms andere accenten in de interne procedures en richtlijnen. Daarnaast heeft elke partij zelf een verantwoordelijkheid in de controle en heeft dus ook te maken met een afbreukrisico.”

Bij een joint audit is uitdrukkelijk geen sprake van gedeelde verantwoordelijkheid, stelt Heck. Elk kantoor heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor het afgeven van een accountantsverklaring, wat aansluit bij Nederlandse regelgeving en gedragsregels voor accountants.

Voordelen

Een joint audit heeft echter ook voordelen. Zo is er regelmatig debat tussen de twee kantoren over de auditbevindingen. “De kwaliteit van de discussie is hoog en is van nut voor de organisatie van Euronext en het audit committee”, zegt Heck. Daarnaast heeft het
werken met twee kantoren tot gevolg dat er altijd wel een accountant beschikbaar is. Dit bevordert volgens hem de continuïteit in de dienstverlening.

Ondanks deze voordelen kost een joint audit volgens de IAD-directeur per saldo meer dan het oplevert. Bovendien heeft Heck twijfels over de echte toegevoegde waarde. “Je moet je dan afvragen waarom je twee accountants nodig zou hebben. De algemene gedachte hierbij is dat je zo grote debacles kunt voorkomen. Zelf denk ik dat je die niet met controle door twee accountants voorkomt.”

Een debacle heeft volgens hem vooral te maken met de tone at the top. De integriteit van de directie in combinatie met actieve aandacht voor interne controle door de directie levert meer op.

Tijdperk eindigt

“Persoonlijk, puur vanuit Nederlands perspectief, zou ik zelf niet voor een joint audit kiezen wanneer bijvoorbeeld Euronext in Amsterdam de primaire notering zou hebben. Maar je respecteert natuurlijk elkaars regels en wetten. Voor ons is de verplichting door de Franse wetgeving een gegeven.”

Heck geeft aan dat daar dan ook geen discussie over is. De hele IAD van Euronext is op joint audit ingesteld en de betrokken partijen proberen zo efficiënt mogelijk te werken. Door de fusie met NYSE komt waarschijnlijk bij Euronext een einde aan het tijdperk van joint audit voor de gehele groep. De groepsjaarrekening van de nieuwe onderneming wordt opgesteld volgens US GAAP.

Volgens Amerikaanse regelgeving is één accountantsorganisatie verantwoordelijk voor de jaarrekeningcontrole. “Dat betekent dat één groepsaccountant moet worden benoemd”, aldus Heck. “Bij fusies en overnames kun je de jaarrekeningcontroleopdracht zonder problemen opzeggen. De overgang zal juridisch gezien dus niet lastig zijn.”

‘Nederlandse’ ondernemingen met joint audit

  • Euronext
  • Air France KLM
  • Fortis

Gebaseerd op jaarverslagen 2005

Wetgeving joint audit

In de Wet toezicht accountantsorganisaties komt de term joint audit of gezamenlijke controle niet expliciet voor. Wel gaat de wet uit van één controlerende accountantsorganisatie, blijkt uit artikel 29: ‘De externe accountant geeft de accountantsverklaring af en ondertekent deze op eigen naam en vermeldt daarbij de accountantsorganisatie waarbij hij werkzaam is of waaraan hij verbonden is.’ Geen meervoud dus. Toch bevat de tekst geen expliciet verbod op joint audit. Voor een aan het implementatieoverleg voor de Wta deelnemende accountantsorganisatie was dit reden om te vragen of joint audit toch is toegestaan. Dit ook met het oog op de Achtste Herziene EU-richtlijn, die wel expliciet die mogelijkheid biedt. Het ministerie van Financiën gaf in dit overleg aan dat de Wta uitgaat van één accountantsorganisatie die de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de controle. Dat een tweede kantoor betrokken is bij de controle doet hier niks aan af. De handtekening van het tweede kantoor heeft in de praktijk dus geen waarde.

Franciska Pouw, namens Financiën betrokken bij de implementatie van de Wta: “In de Wta is ervoor gekozen dat er maar één accountant, de externe accountant, verantwoordelijk kan zijn voor de uitvoering van een wettelijke controle. In het geval van een joint audit moet één accountantsorganisatie de hoofdverantwoordelijke zijn.” Ten aanzien van de verhouding tussen Wta en Achtste EU-richtlijn op dit punt geeft Pouw aan dat de keuzemogelijkheid in de EU-richtlijn is opgenomen voor de situatie in Frankrijk, waar joint audits gebruikelijk zijn. “De meerderheid van de lidstaten kiest er echter voor één accountant verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van de wettelijke controle. Er is dus geen aanleiding om de Wta op dit punt aan te passen.”

Lieuwe Koopmans is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.