Magazine

Accountant worstelt met maatschappelijke rol

Door de kredietcrisis bezint het accountantsberoep zich op zijn publieke rol. Het openingsdebat van de NIVRA-debatreeks 2009 stond in het teken van de vraag hoe de maatschappelijke relevantie van het beroep meer inhoud kan krijgen. Duidelijk is dat de accountant meer naar buiten moet treden. Maar hoe doet hij dat? Komt er een Signaleringsboard?

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 6, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Intermediair tussen onderneming en maatschappij: dat is het bestaansrecht van de openbare accountant. Dus, zei NIVRA-voorzitter Jan Helderman bij het begin van de debatreeks 2009, laat er geen twijfel over bestaan dat de accountant zich moet laten horen. En dan bij voorkeur “niet alleen hoogleraren en full-time commentatoren”, maar ook en vooral de beroepsbeoefenaren, de accountants die met beide benen in de praktijk staan. De door Helderman geschetste tegenstelling was bij tijd en wijle hoorbaar tijdens het daarop volgende debat, dat met enig gevoel voor drama kan worden samengevat met de frase ‘tussen droom en daad’. Ja, er is een kloof tussen wat de maatschappij verwacht van de accountant en wat hij kan leveren. Ja, de dialoog tussen samenleving en beroepsgroep laat te wensen over. Ja, het is een kwestie van zelfbehoud dat de onafhankelijke positie van de accountant overeind blijft. Dat is ten minste het geluid dat overwegend uit de hoek komt van de genoemde ‘hoogleraren en fulltime commentatoren’.

Waarop traditioneel de ‘beroepsbeoefenaar’ zijn praktische bezwaren laat horen. Hoe moet dat met de geheimhoudingsplicht? Hoe moet dat met al die voorschriften van de toezichthouders? Hoe moet dat met de aansprakelijkheid?

Beleggingsvehikels

De kredietcrisis, uitgelopen op een economische recessie, was het startpunt van de discussie. Momenteel staat vooral de vraag centraal hoe een dergelijk drama in de toekomst te voorkomen is. Bij het zoeken naar antwoorden worden alle belangrijke spelers in het financieel-economische veld stevig aan de tand gevoeld. Of ze onderwerpen zichzelf aan een grondige evaluatie.

De rol van de accountant is inmiddels meer malen bevraagd en concentreert zich veelal op kwesties rondom de off balance verplichtingen van financiële instellingen, en op beleggingsvehikels die onvermoede risico's in zich bleken te dragen.

De stelling van Jules Muis, onder meer voormalig NIVRA-voorzitter en voormalig intern auditor van de Europese Commissie, is dat de accountant rondom deze crisis een kans heeft laten liggen. “Er is niet zozeer sprake van falen door accountants, maar ik constateer wel dat accountants in het vermijden van deze crisis geen enkele positieve rol hebben kunnen spelen. Terwijl daar wel volop gelegenheid toe was”, aldus Muis.

Derivaten

Bij dat ‘volop’ twijfelen anderen. In ieder geval zal het voor de accountant vaak nodig zijn om interne en/of externe specialistische hulp in te schakelen als hij voldoende toegerust een debat wil aangaan over bijvoorbeeld de risico's van de handel in de desbetreffende derivaten, meent Giljam Aarnink (Ernst & Young). De Tilburgse hoogleraar accounting Jan Bouwens denkt niet dat het is voorgekomen dat accountants hun controle-opdracht hebben teruggegeven omdat ze onvoldoende antwoorden kregen op hun vragen. “Terwijl het toch duidelijk is dat het om speculatieve instrumenten ging: met kortetermijnleningen werden langetermijnverplichtingen aangegaan”, aldus Bouwens. “Maar een bank is er niet om te speculeren. Dan lijkt het mij logisch dat de accountant de vraag kan stellen of het wel de functie van de bank is om balanswaarden aan speculatie bloot te stellen en om dat zo nodig te corrigeren.”

Complexiteit

Maar waren het niet de complexiteit van deze instrumenten en het onbegrip ervan die de hoofdoorzaak vormden van de crisis? Dat wil er bij Henny Kapteijn, hoofd financiën, control en riskmanagement van APG Investments, niet in. “Natuurlijk begrepen accountants wat die producten inhielden”, zegt ze. “Men heeft alleen gedacht, zoals iedereen, dat het wel goed zou gaan.”

Hoe ingrijpend ook, als het gaat om de structureel problematische aspecten van de rol van de controlerend accountant, is de kredietcrisis slechts ‘een case’. Enkele malen viel de discussie daarom terug op het algemene thema ‘inhoud versus vorm’. Variaties op dat thema: de accountant die pas aan de slag gaat als er een checklist is, de focus op het kunnen afgeven van de goedkeurende verklaring, het oerwoud aan bepalingen van toezichthouders etc. Het zijn stuk voor stuk elementen die het controlevak dusdanig formaliseren dat “de accountant eigenlijk alleen nog als functionaris en niet meer als mens kan functioneren”, aldus de ‘klacht’ van een van de deelnemers.

Interne accountant

Wat betreft Ingrid Doerga, directeur van de Accountantsdienst van APG/Loyalis, wordt daarmee het fundament van de positie van de externe accountant aangetast. “De externe accountant is niet meer degene die dingen op tafel legt, die met een sterk, kritisch en onafhankelijk geluid komt. Men is te veel bezig met het hele proces rondom de verklaring. De enige van wie een dergelijk kritisch geluid nog te verwachten is, is de interne accountant.” Ze krijgt bijval, waarbij onder meer de vraag wordt gesteld wat het NIVRA hiermee doet. Doerga vindt dat niet de belangrijkste vraag. “Het gaat niet aan om alles dan weer af te schuiven op de beroepsorganisatie. Dit moet beginnen bij jezelf. Als het gaat om je rug recht houden, om het voeren van het debat met de raad van bestuur over de punten waarbij vragen gesteld kunnen worden, dan is dat jóuw verantwoordelijkheid.”

Gat

Intussen blijft het gat bestaan tussen wat de maatschappij van de accountant verwacht en wat de accountant de maatschappij brengt. Steven Maijoor, directeur van de Autoriteit Financiële Markten, merkte tijdens het debat op dat het blijkbaar niet zo makkelijk is de maatschappelijke invalshoek te bespreken. “We praten hier over de maatschappelijke rol van de accountant. Maar intussen gaat het de hele tijd over het perspectief vanuit de klant”, aldus Maijoor. “Maar het moet toch echt gaan over het maatschappelijk perspectief.”

Wat verwacht de maatschappij dan? Het publiek verwacht dat de accountant verklaart dat een onderneming deugt, aldus een van de stellingen. Maar die werd meteen vergezeld door een tegenstelling waarin de vraag werd geponeerd ‘wat dat deugen dan eigenlijk precies is’. Einde discussie.

‘Kennis delen’

Meer vorm en meer aandacht kreeg het voorstel van Frans van der Wel (KPMG) om een zogeheten Signaleringsboard in te richten. Dat sluit aan bij het NIVRA-project ‘Kennis delen’, waarin individuele kennis en ervaringen van accountants bijeen worden gebracht om vervolgens geanonimiseerd beschikbaar te worden gesteld. Jan Helderman ziet het draagvlak voor het initiatief toenemen. “Toen wij april 2008 dat idee lanceerden, werd het met veel scepsis ontvangen: allerlei bezwaren werden te berde gebracht. Maar inmiddels wordt er veel rustiger gereageerd.”

Een Signaleringsboard, al dan niet als uitvloeisel van het project Kennis delen, lost het probleem op van het beperkte gezichtsveld van de individuele accountant. Die kan het streven hebben bepaalde onderwerpen aan de orde te stellen, maar heeft geen zicht op de omvang en reikwijdte ervan. Bovendien is de slagkracht van een individuele accountant beperkt. Met collectief opereren wordt vermeden dat iedereen zijn eigen debatje aan het voeren is. Daarnaast moet de anonimise-ring de angel uit het heikele punt van de geheimhouding halen.

Helderman kondigde aan dat het NIVRA in november, bij de komende Accountantsdag, met een concrete opzet wil komen. 

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.