Magazine

Hoe transparant zijn transparantieverslagen?

De informatiewaarde van de huidige transparantieverslagen schiet tekort. Dat stelt Marcel Pheijffer na bestudering van de verslagen van de grote vier accountantsorganisaties. De oorzaak: zowel de regelgeving als de terughoudendheid van de kantoren zelf, die op minimalistische wijze aan de formele informatieverplichtingen voldoen. Dat moet anders, vindt hij.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2010

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Accountantsorganisaties die wettelijke controles uitvoeren van de jaarrekeningen bij ‘organisaties van openbaar belang’ (OOB's) moeten sinds 2006 binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar een transparantieverslag openbaar maken. De verplichte transparantie betreft onder meer de structuur van de organisatie, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en enkele financiële gegevens, waaronder de omzet en de beloningsgrondslag voor externe accountants (zie kader ‘Besluit toezicht accountantsorganisaties, artikel 30’ op pagina 12).

Maar het verslag omvat ook een zogeheten ‘bestuursverklaring’ ten aanzien van aspecten als het doeltreffend functioneren van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, het intern toezicht op de naleving van de onafhankelijkheidsvoorschriften en het bijhouden van basiskennis door medewerkers.

Zo'n bestuursverklaring is relevant, omdat het bestuur daarmee op de inhoud van het verslag kan worden aangesproken. Maar daarnaast is de vraag van belang hoe groot de concrete informatiewaarde van de huidige verslagen is. Ze worden immers niet voor niets gepubliceerd en ze heten niet voor niets transparantieverslagen.

Het NIVRA-onderzoek van alle transparantieverslagen over boekjaar 2008 (zie pagina 10) geeft daarvan een beeld en bevat een aantal aanbevelingen. Mijn eigen conclusie op basis van een eigen analyse** van de verslagen van de big four is dat de informatiewaarde op belangrijke punten tekortschiet en dat het anders moet.

Bovendien staat de informatiewaarde van de huidige transparantieverslagen (internationaal) ter discussie; zie in dit verband de ontwikkelingen binnen en de reacties van IOSCO, de Europese Commissie, PCAOB en in de Nederlandse context Eumedion (zie ook pagina 13). Een weergave van hun wensen op het gebied van transparantie.

Consultatie IOSCO

De internationale organisatie van beurstoezichthouders, IOSCO, ziet weinig meerwaarde in het transparantieverslag in de huidige vorm. In een consultatiepaper met de titel Transparency of firms that audit public companies worden de nodige voorstellen ter verbetering gedaan. De redenen worden treffend - en in lijn met mijn bevindingen - in twee quotes weergegeven: ‘Some market participants question the value of the current required and voluntary disclosures as anything more than marketing promotion for audit firms.’ En: ‘Audit firms may have flexibility in formulating their disclosures with a positive bias and over time disclosures may become boilerplate.’

De consultatietermijn sloot op 15 januari 2010. Juist op die datum reageerde KPMG International (opererend vanuit Amstelveen) in een brief van elf kantjes. Sommige punten worden door KPMG onderschreven, andere weersproken.

IOSCO wil meer openheid over de jaarrekeningen van accountantsorganisaties. KPMG is daar om aansprakelijkheidsredenen geen voorstander van. Kennelijk geeft meer openheid over de vermogenspositie meer aangrijpingspunten voor aansprakelijkstelling. Letterlijk stelt KPMG: ‘However, audit firm sustainability is an area that we believe should be adressed confidentially. Further, we believe that focusing on financial statements as a measure of sustainability is an overly narrow approach. One of the lessons from the collapse of the Andersen network is that it is public confidence, not available capital, that can be critical to a firm - and network's - survival.’

Als deze redenering over de waarde van het verstrekken van informatie over de vermogenspositie van een accountantsorganisatie juist zou zijn, wat is dan volgens KPMG - dat het certificeren van jaarrekeningen als kernactiviteit heeft nog de toegevoegde waarde van het verstrekken van diezelfde informatie door zijn cliënten? Vanuit Nederland reageerde Corporate Governance Network Eumedion (brief van 10 december 2009) overigens positief op de voorstellen van IOSCO.

Europese Commissie

In alle vier de transparantieverslagen van de big four ontbreekt een inhoudelijke behandeling van de bevindingen uit het in december 2009 verschenen AFM-rapport over de controle bij financiële instellingen. Dat kan deels worden verklaard doordat het definitieve rapport in de meeste gevallen nog niet openbaar was. Inmiddels is dat wel het geval en logischerwijze volgt de informatie wel in de verslagen van volgend jaar.

Ik sta in mijn belangstelling voor een doorkijkje naar dit soort overheidsonderzoeken niet alleen. Jurgen Tiedje, hoofd van de afdeling auditing van het directoraat-generaal Interne Markt en Diensten van de Europese Commissie, benadrukte namens de Europese Commissie in een interview in ‘de Accountant’ (april 2009) het belang voor lidstaten om meer openheid voor te schrijven aan accountantsorganisaties rond de uitkomsten van de inspectie door de toezichthouder. In de jaarverslagen van de toezichthouders zelf worden de uitkomsten niet op individueel kantoorniveau bekendgemaakt.

Amerikaanse PCAOB

Als uitvloeisel van de Sarbanes-Oxley Act heeft de Amerikaanse beurstoezichthouder PCAOB eveneens scherpere regels inzake het transparantieverslag opgesteld. Die regels zijn ingegaan per 12 oktober 2009 en behelzen onder meer strengere verplichtingen tot openbaarmaking van informatie over juridische procedures, disciplinaire maatregelen tegen accountants en accountantshonoraria.

Toverwoord

Door informatie openbaar te maken kán inzicht worden verschaft. Transparantie lijkt de afgelopen jaren een soort toverwoord geworden, in vele sectoren. In de praktijk wordt transparantie vaak afgedwongen. Dit betekent in veel gevallen dat op minimalistische wijze de letter van wet- en regelgeving wordt nageleefd. Van echte transparantie is dan geen sprake.

Zo is het naar mijn mening ook met de huidige transparantieverslagen van accountantsorganisaties. Het is natuurlijk denkbaar dat een kantoor voor bepaalde informatie het reguliere jaarverslag prefereert en daarin wel uitgebreid opening van zaken geeft over bepaalde zaken. Een inventarisatie van de (drie) jaarverslagen - Ernst & Young publiceert geen jaarverslag meer - leert echter dat ook dat niet het geval is.

Niet wachten op regelgeving

De huidige transparantieverslagen roepen per saldo meer vragen op dan ze beantwoorden. Dat is deels te wijten aan de regelgeving, die blijkbaar niet ver genoeg gaat, althans niet stimuleert tot het daadwerkelijk betrachten van transparantie. Maar dat is de puur formele kant.

Een andere oorzaak is de terughoudendheid binnen de accountancy zelf. De huidige transparantieverslagen van de vier grote kantoren voldoen aan de eisen die in wet- en regelgeving worden gesteld. Dat is het goede nieuws, maar het mocht ook worden verwacht. Maar ze zijn nauwelijks informatief en de toegevoegde waarde - waar het toch om is begonnen - zal voor veel lezers nihil zijn.

Het is mogelijk dat (inter)nationale regelgevers op termijn verbeteringen zullen afdwingen. Het zou de geadresseerde accountantsorganisaties en de beroepsorganisatie - die hier een stimulerende functie kan vervullen - echter sieren daar niet op te wachten. Mits de wil er is, kunnen immers ook zonder nieuwe wet- en regelgeving verbeteringen worden aangebracht.

Noot
* Marcel Pheijffer is hoogleraar forensische accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.
** Voor de analyse van de vier transparantieverslagen, zie de weblog van Pheijffer begin mei 2010 op Accountant.nl.

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.