Magazine

Heeft accountantscontrole nut?

Heeft accountantscontrole nut? ‘Gebruikers willen niet terug- maar vooruitkijken’, zeggen sommigen. En: ‘Schrap de verplichting, laat de markt zijn werk doen.’ Wat vindt die markt zelf? TNS-NIPO onderzocht het voor ‘de Accountant’: 85 procent van de bedrijven zou ook zonder dwang een audit laten doen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Heeft een accountantscontrole nut? Het lijkt een overbodige vraag. Sinds creatief gegoochel met boekhoudingen het vertrouwen in financiële cijfers wereldwijd schokte, stellen wet- en regelgevers immers alles in het werk om de kwaliteit van zowel financiële verantwoordingen als de controle daarvan beter te waarborgen. Het wordt dus belangrijk gevonden. Toch zetten sommigen - ook los van de gepasseerde schandalen - vraagtekens bij de waarde van zowel de jaarrekening als het toetsend oordeel van de accountant.

Achteruitkijken

Eén type scepsis komt uit de hoek der ‘modernen’. Een jaarrekening is per definitie al bij verschijnen verouderd, blikt achteruit en is daarom oninteressant, zeggen ze. Zeker in ‘deze tijd van globalisering, waarin alles sneller verandert dan ooit’, zo wordt er vaak routineus aan toegevoegd. In fraaie termen: beleggers en andere stakeholders willen prospectie, geen retrospectie.

Ook topman Ad Scheepbouwer van KPN doelde - overigens zonder de jaarrekening te willen afschaffen - op iets dergelijks toen hij in een interview met Management Scope (september 2002) opmerkte “niet zo’n terugkijker” te zijn en jaarverslagen “heel vervelend” te vinden. “Die gaan over zaken die al geweest zijn. Ik vind het zonde van de tijd om daar nog lang over te praten.”

Ironisch genoeg zette dezelfde internethype die dit soort argumenten populair maakte de discussie ook weer hardhandig terug, toen bleek dat veel nieuwe-economiebedrijven slechts met creatief en overoptimistisch financieel trapezewerk in leven waren gehouden. De waardering voor een degelijke financiële verantwoording nam weer spoorslags toe. Juist tijdens de internethype bleek maar weer eens hoe belangrijk die is, zei hoogleraar Steven Maijoor, directeur accountantstoezicht bij de Autoriteit Financiële Markten, op 25 mei 2004 in het Financieele Dagblad. “In geld kun je dat niet direct meten. Het gaat om vertrouwen in de controle, waardoor vertrouwen ontstaat in de financiële verslaggeving, en uiteindelijk in de financiële markten.”

Marktwerking

Een tweede type audit-scepsis betreft niet zozeer de controle op zichzelf, als wel de wettelijke verplichting daartoe. Als een accountantscontrole inderdaad van belang is voor de markt, dan vraagt de markt daar zelf wel om, is de redenering. Ook onder accountants is dit soms een punt van discussie (zie bijvoorbeeld de opinierubriek van ‘de Accountant’ van januari en maart 2002).

Wie consequent denkt in termen van marktwerking, zou inderdaad kunnen besluiten de zaak vrij te laten. De gebruikers van de verantwoordingen maken vervolgens zelf wel uit of ze bij hun zakelijke beslissingen onderscheid maken tussen wel en niet-gecontroleerde ondernemingen.

Toch zit ook hier een flinke adder onder het gras. Een vrije markt is iets anders dan het afschaffen van regels en toezicht. De schade die kan ontstaan als in de mand één rot appeltje zit, is namelijk immens. De markt selecteert de rotte vruchten er uiteindelijk wel uit, maar dan is het kwaad al geschied, zitten gedupeerde derden met de schade en is het vertrouwen in bredere zin geschaad.

‘Geen verzekeringspolis’

Leo Stevens, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, voelt om die reden dan ook niets voor het afschaffen van de verplichte accountantscontrole. “De accountantscontrole heeft een duidelijke functie voor de maatschappij. Vergelijk het maar met de
inspectie voor de volksgezondheid. Om dit soort dingen vrij aan de markt over te laten is niet verstandig. Natuurlijk zijn ondernemingen uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de verslaggeving, maar een externe controle schept toch meer zekerheid voor derden. Wel moet je de excessen eruit snijden. De accountant mag niet worden gebruikt als een soort verzekeringspolis voor allerlei soorten aansprakelijkheden.”

Afgenomen waarde

Naast de principiële argumenten van de ‘achteruitkijkspiegel’ en ‘de markt’ klinken de laatste tijd ook steeds meer praktische kanttekeningen bij de inhoud van de accountantscontrole. Critici klagen over de ‘afgenomen waarde’ van de controle, veelal samenhangend met hun ergernis over de groeiende mate van formalisering en juridisering van het accountantswerk - een verschijnsel waar ook sommige accountants over klagen (zie bijvoorbeeld pagina 83 van deze ‘de Accountant’).

Jaap van Gelder, algemeen directeur van de Amsterdamse woningcorporatie De Key en voorheen werkzaam in het bankwezen, ergert zich vooral aan de letter of representation, handzaam afgekort tot ‘lor’. “Maar wij vinden het inderdaad een lor. Sinds wij die verklaring moeten ondertekenen komt het er op neer dat de accountant verklaart dat wij hebben verklaard dat de jaarrekening klopt. Hij staat niet voor de juistheid van de gegevens in, hij kijkt alleen of wij ze verder goed hebben verwerkt.”

‘Vrijblijvend’

“Dat iemand daarnaar kijkt is natuurlijk heel nuttig”, vervolgt Van Gelder. “Maar voor dat doel vind ik een accountant eerlijk gezegd nogal een dure adviseur. Het oordeel over de continuïteit blijft natuurlijk belangrijk, maar als ik nog ergens een doos heb staan met facturen, dan hoeft een accountant dat niet te zien. Althans, ze dekken zich in op dat punt. Vroeger zei een accountant dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid, nu dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft op basis van de werkelijkheid zoals de directeur die schetst. Ik vind dat redelijk vrijblijvend.”

Uit de markt klinken geluiden dat de accountantscontrole juist strenger is geworden. Van Gelder: “Jawel, dat merken wij ook, maar dat betreft puur de verwerking en interpretatie van de gegevens. De accountant vraagt tegenwoordig veel sterker door over bijvoorbeeld de vraag of je wel of niet een voorziening moet of mag nemen voor een deelneming die slecht loopt. Dat is goed, maar verder is hij risicomijdender geworden.”

Juist waardevoller

Ad Mast en Chris van Lawick van Pabst, respectievelijk algemeen directeur en business controller van Schiphol Real Estate, bespeuren eveneens een toenemende neiging tot ‘dichttimmeren’ bij de accountant. Mast: “Je hebt al heel wat getekend, en dan is de controle nog helemaal niet begonnen.”

Toch vinden ze de controle niet minder waardevol geworden, integendeel zelfs. “Vroeger controleerde de accountant de boeken, keek hij of debet en credit goed geboekt werden”, aldus Van Lawick. “Tegenwoordig vraagt hij meer en meer naar de validiteit van de onderliggende gegevens, en vooral naar interpretaties. Bij alles waar een andere interpretatie mogelijk is, wordt dat expliciet aangegeven.”

Oorverdovend stil

Bedrijfsonderzoeker en professioneel accountantscriticaster Pieter Lakeman stelde tijdens een door het NIVRA en ‘de Accountant’ georganiseerde discussie in januari 2004 dat de jaarrekeningcontrole wat hem betreft mag vervallen. Nog afgezien van zijn twijfel aan de onafhankelijkheid van het accountantswerk, ontneemt de accountantsverklaring volgens hem het zicht op de werkelijk verantwoordelijke voor een jaarrekening: het bestuur van de onderneming zelf. Het zetten van zeer hoge straffen op het publiceren van een foutieve jaarrekening is volgens hem een veel betere garantie voor deugdelijke verantwoordingen dan een accountantscontrole.

Op deze toch vrij prikkelende stelling volgde bij de toehorende accountants merkwaardigerwijs een oorverdovende stilte. Opmerkelijk, want als iemand de complete vloer onder een beroepsgroep vandaan trekt, zou men minstens enig gesputter verwachten. Komt het door het gebrek aan een serieuze debatcultuur in het beroep? Of twijfelen ook accountants zelf aan de waarde van hun arbeid?

Grijs gebied

Hoe sterk is het kernproduct van accountants eigenlijk? Zouden bedrijven ook zonder verplichting hun jaarrekening laten controleren? En zo ja, waarom? Voor de eigen zekerheid? Omdat belanghebbenden en andere bedrijven er expliciet om vragen? En zouden ze - in hun gelijktijdige rol als gebruiker van jaarrekeningen - van andere bedrijven een accountantscontrole eisen?

Hoogleraar Leo Stevens denkt dat “een deel van de ondernemingen” de eigen cijfers niet zou laten controleren. “Tenzij ze er via een andere weg toch toe worden gedwongen, bijvoorbeeld door banken of bepaalde afnemers. Zelfregulering vereist een stevige zelfdiscipline, waarin het langetermijnbelang zwaarder wordt gewogen dan dat op korte termijn, en het collectieve belang niet wordt verdrongen door het eigen belang. Een deel van de ondernemingen zal dat niet kunnen opbrengen, zeker niet als dat extra geld kost. Met het deel van de bedrijven dat niet langer een accountantscontrole laat uitvoeren, ontstaat automatisch een grijs gebied.”

‘Mezelf overtuigen’

Ad Mast van Schiphol Real Estate hoeft over de vraag wat hij zou doen nauwelijks na te denken. “Ook zonder wettelijke verplichting zou ik een accountantscontrole laten doen, absoluut. Zowel voor onszelf als derden. Ook nu eisen wij van al onze deelnemingen een accountantscontrole, ook de buitenlandse.”

Ook Jaap van Gelder van woningcorporatie De Key zou toch de eigen boeken laten controleren. “Dit is een branche waar de hele wereld met je mee kijkt. Ik vind het belangrijk om mezelf te overtuigen dat het beeld dat we naar buiten brengen inderdaad juist is. Dus niet alleen omdat derden er om zouden vragen.”

Eist u ook een accountantsverklaring van zakelijke partijen waar u mee samenwerkt?

Van Gelder: “Jazeker, het is het eerste waar ik naar vraag. Ik zou bijvoorbeeld niet in zee gaan met een aannemer die geen accountantsverklaring kan laten zien. Als er geen derde naar heeft gekeken, dan kan ik er geen oordeel over hebben. Er is niets zo makkelijk als goochelen met cijfers.”

Onderzoek TNS-NIPO

Hoe ligt deze kwestie in de markt als geheel? Hoe belangrijk vinden bedrijven de accountantscontrole, zowel in hun rol van gecontroleerde als gebruiker van jaarrekeningen?

Om die vraag te kunnen beantwoorden liet ‘de Accountant’ bureau TNS-NIPO onderzoek doen onder financieel verantwoordelijken van bedrijven met meer dan honderd werknemers, verdeeld over diverse branches. In totaal zijn 531 personen benaderd. Tweehonderd daarvan vulden een schriftelijke vragenlijst in, hetgeen zonder meer een goede respons mag worden genoemd. Van de ondervraagde ondernemingen is bijna de helft (46 procent) beursgenoteerd.

‘Altijd controle’

Hoe denken deze financieel verantwoordelijken over ‘het nut’ van de controle? Dat valt voor accountants alleszins mee. Op de vraag of ze ook zonder wettelijke verplichting een accountant hun jaarrekening zouden laten controleren, antwoordt een zeer ruime meerderheid van 85 procent ‘altijd’. Bij bedrijven met meer dan vijfhonderd werknemers is dit zelfs 91 procent.

Een accountantscontrole is voor het overgrote deel van de bedrijven dus veel meer dan een formele administratieve verplichting. Ook zonder formele dwang zouden ze ermee doorgaan. De meest genoemde redenen daarvoor zijn (vaak in combinatie) de perceptie door derden, de eigen zekerheid en de expliciete vraag om een gecontroleerde jaarrekening door stakeholders.

Gebruiker

Over hun eigen houding als ‘gebruiker’ van de jaarrekeningen van anderen zijn de ondervraagden eveneens duidelijk. Van alle respondenten vindt 75 procent het ‘zeer belangrijk’ dat een bedrijf waarmee een structurele samenwerking wordt overwogen, beschikt over een door een accountant goedgekeurde jaarrekening. Nog eens achttien procent vindt dit ‘enigszins belangrijk’. Slechts zes procent van de ondervraagden vindt dit (helemaal) niet belangrijk.

Mocht een bedrijf waarmee men overweegt samen te gaan, niet over een goedgekeurde jaarrekening beschikken, dan zegt zestig procent van de ondervraagden ‘altijd’ te zullen vragen om alsnog een accountantscontrole te laten uitvoeren. Nog eens 31 procent zal dat ‘soms wel, soms niet’ doen. Slechts zeven procent zegt ‘nooit’.

Zowel voor zichzelf als in de rol van gebruiker van financiële verantwoordingen van derden, vindt het overgrote deel van de bedrijven de accountantscontrole dus zeer waardevol.

Groot en klein

Als het gaat om het al dan niet eisen van een accountantsverklaring van een bedrijf waar mogelijk structureel gaat worden samengewerkt, is er overigens wel een opvallend en significant verschil tussen respondenten van grote en kleinere ondernemingen. Van de bedrijven met meer dan vijfhonderd werknemers vindt 88 procent de accountantsverklaring in zo’n geval zeer belangrijk, van de kleinere bedrijven ruim zestig procent. Nog altijd een duidelijke meerderheid, maar toch aanzienlijk minder dan bij de grote ondernemingen. Opvallend genoeg speelt het al dan niet hebben van een beursnotering ten aanzien van dit punt geen significante rol.

Verbeteringen

Dat bedrijven de controle belangrijk genoeg vinden om er vrijwillig geld voor neer te leggen, betekent niet dat ze kritiekloos zijn. Op sommige punten vinden de respondenten dat verbeteringen mogelijk zijn. Slecht een vijfde vindt de controle zoals hij nu is geheel voldoende. Met name de actuele kwestie van het voldoen aan alle regelgeving - de rechtmatigheidsdiscussie - blijkt sterk te leven. Op de vraag waar accountants bij hun controle meer aandacht aan zouden moeten besteden, antwoordt bijna de helft van de ondervraagden ‘de vraag of een bedrijf aan alle regelgeving voldoet’. Ook de aandacht voor fraude scoort hoog.

Naast de suggesties betreffende de inhoud van de controle zelf, vinden veel respondenten ook de communicatie met de klant en de eigen rapportage van de accountant voor verbetering vatbaar. Een kwart vindt dat de communicatie beter kan, volgens twintig procent kan ook de rapportage beter.

Belangrijkste conclusies

  • Ook zonder verplichting zouden nog steeds nagenoeg alle bedrijven (85 procent) hun jaarrekening door een accountant laten controleren. Bij de 500+ bedrijven is dat zelfs 91 procent.
  • De algemene perceptie, de eigen zekerheid en de expliciete vraag van stakeholders zijn in nagenoeg gelijke mate redenen om de jaarrekening te laten controleren.
  • Een zeer ruime meerderheid van de bedrijven (93 procent) vindt het belangrijk dat een bedrijf waarmee een structurele samenwerking wordt overwogen, beschikt over een goedgekeurde jaarrekening.
  • De accountant is de afgelopen jaren kritischer geworden; 500+ bedrijven en beursgenoteerde bedrijven ervaren dit extra sterk.
  • De kritischer houding van de accountant wordt positief gewaardeerd.
  • Per saldo is de tijd die de accountant aan de jaarrekening besteedt enigszins toegenomen.

Accountant is kritischer geworden

Op verzoek van ‘de Accountant’ vroeg TNS-NIPO de tweehonderd bedrijven ook naar hun ervaringen met de accountant de afgelopen jaren. Daaruit blijkt dat accountants zich de afgelopen jaren strenger zijn gaan opstellen.

Op de vraag of hun accountant de laatste jaren kritischer is geworden, antwoordt 73 procent van de ondervraagden bevestigend. Bij de grotere bedrijven (meer dan vijfhonderd werknemers) is dat zelfs 84 procent. Bij bedrijven met honderd tot tweehonderd werknemers is dit 61 procent.

Op dit punt is er - behalve naar grootte - ook een significant verschil tussen wel en niet-beursgenoteerde bedrijven. Van de eerste categorie vindt 84 procent de accountant kritischer dan voorheen, bij de niet-beursgenoteerde bedrijven 65 procent. Overigens vindt tweederde van de respondenten deze kritischer houding een ‘zeer’ of ‘enigszins’ positieve ontwikkeling. Slechts tien procent oordeelt er (enigszins) negatief over.

In overeenstemming met de kritischer houding lijkt de bevinding dat ruim een derde van de ondervraagden zegt dat de accountant langer bezig is met de controle dan voorheen. Slechts zeventien procent ervaart dat de accountant daar juist minder tijd aan besteedt. Ook hier is er weer een opvallend verschil tussen bedrijven met en zonder beursnotering. Van de eerste groep zegt 22 procent dat de accountant ‘aanzienlijk meer’ (meer dan tien procent langer) tijd kwijt is dan vroeger, bij de niet-beursgenoteerde bedrijven is dat vijf procent.

Mogelijke verbeteringen

De accountant zou bij zijn controle meer aandacht moeten besteden aan:

  • de vraag of een bedrijf aan alle regelgeving voldoet 45%
  • communicatie met de klant 24%
  • fraude 22%
  • zijn eigen rapportage 20%
  • praktisch controleren, inhoudelijk, adviserende rol 5%
  • interne controle 3%
  • overige antwoorden 9%
  • controle is nu voldoende 20%
  • weet niet/geen opgave 5%

Tom Nierop was van november 2001 tot juni 2016 hoofdredacteur van Accountant en Accountant.nl.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.