Magazine

Nederlandse normen

De turbulentie op de internationale kapitaalmarkten dreunt de afgelopen tijd ook hard door in de bestuurskamers van de Nederlandse accountantskantoren.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

De dreigende of reeds voltrokken liquidatie van nationale beursfondsen vormt een rechtstreekse aanslag op de omzet. KPMG Nederland haast zich te fuseren met haar Engelse en Duitse zusterpraktijken en PwC Nederland richt zich op de Duitse markt om mogelijk omzetverlies bij voorbaat te compenseren. Je kunt de kantoren van veel betichten, maar niet van een gebrek aan daadkracht. Met ons commerciële antwoord op de globaliserende wereld is dus niets mis. Maar hoe zit het met het professionele antwoord? We verzekeren elkaar voortdurend dat we als Nederland niet op een eiland kunnen blijven zitten, maar wat zijn de gevolgen van onze aanpassing aan buitenlandse normen? Over welke buitenlandse normen hebben we het eigenlijk?

Nederlanders hebben in het verleden een belangrijke bijdrage geleverd aan de internationale ontwikkeling van het beroep. Limperg, Kraayenhof, Frielink, het zijn namen die het Nederlandse beroep tot ver over de grenzen een reputatie van kwaliteit en betrouwbaarheid hebben gegeven. We hebben een traditie hoog te houden, zeker in een wereld die in toenemende mate wordt beheerst door een rule based-benadering juridisering en ongelimiteerde aansprakelijkheid. Een wereld waarin niemand vreemd opkijkt als de hoogste baas van de Amerikaanse toezichthouder, de PCAOB, spreekt van de audit industry, en niet van de audit profession. Hoeveel ruimte is er nog voor professioneel inzicht? De Europese accountantsorganisatie FEE publiceerde onlangs een voortreffelijk paper over de inherent limitations van de accountantscontrole.

Het paper is geschreven voor politici en toezichthouders die weigeren te aanvaarden dat de accountant op zijn best een onderbouwde opinie afgeeft. Men verwacht van accountants onfeilbare conclusies, gebaseerd op gedetailleerde voorschriften en vaste routines. Ook de Nederlandse toezichthouder heeft eerder aangegeven dat een reperformance van de audit in het kader van het toezicht mogelijk moet zijn.

Dergelijke opvattingen zijn de dood in de pot voor de professionele ontwikkeling van het accountantsberoep. Een audit die niet louter routinematig maar op basis van een professioneel oordeel wordt verricht, is naar mijn stellige overtuiging effectiever en efficiënter. De focus is beter, de preventieve werking is groter en de kosten zijn lager. Nu is een zekere mate van subjectiviteit onvermijdelijk bij opinie- en oordeelsvorming. Een gedegen onderbouwing is dus van belang, maar nog belangrijker is het morele gezag van de professional zelf. Naar een gerespecteerd accountant wordt beter geluisterd, diens conclusies worden minder snel aangevochten. Hetzelfde geldt, mutatis mutandis, voor het beroep: maatschappelijk gezag brengt meer acceptatie en minder conflict met zich mee. Hoe staat het nu met het gezag van het Nederlandse beroep? In de wereld van de accountancy gaat het, na een dip in de voorbije jaren, weer aanmerkelijk beter. Nederland is vertegenwoordigd in vele IFAC- en FEE-commissies en spreekt daar een hartig woordje mee.

Met het maatschappelijk gezag is het helaas minder gesteld. In de Volkskrant Top 200 meest invloedrijke Nederlanders figureert slechts één openbaar accountant. Dat zouden er dus meer moeten zijn. Maar wie invloed wil verwerven moet in de eerste plaats gezag uitstralen. En hoe verwerf je gezag? Door je nek uit te steken en verantwoordelijkheid te nemen. Door te staan voor je zaak, of in dit geval, je beroep. Dat zouden meer Nederlandse accountants moeten doen.

Gert Smit
algemeen directeur

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.