Magazine

Onbekend maakt onbemind

Loopt de International Federation of Accountants (IFAC) aan de leiband van de grote kantoren bij het ontwikkelen van nieuwe standaarden? Diverse criticasters vinden van wel. Anderen wijzen erop dat de IFAC juist steeds meer ruimte biedt aan maatschappelijke stakeholders om te participeren. Een overzicht van feiten en meningen. "Je mag best kritiek hebben, maar dan moet je jezelf wel laten horen op momenten dat je de gelegenheid krijgt."

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

IFAC en het publieke belang

Staat de IFAC voldoende open voor meningen en visies vanuit de gehele maatschappij? Of is het eigenlijk een big four old boys-netwerk dat op papier weliswaar de wortels in de maatschappij heeft maar in realiteit alles vooral onder elkaar bedisselt?

Over dat onderwerp kruiste een aantal prominente accountants dit jaar de degens in het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB), nadat hoogleraar Marcel Pheijffer grondig uiteenzette hoe public interest naar zijn mening goed is geborgd binnen de IFAC. De angel van de discussie zit in uiteenlopende visies op de werkwijze van de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), een van de belangrijkste regeluitvaardigende organen van IFAC. Critici wijzen erop dat er te weinig betrokkenheid vanuit de maatschappij is bij de activiteiten van de IAASB. De wat cynische titel van een bijdrage van Loft en Humphrey in IFAC News, mei 2007, laat daarover geen discussie bestaan: ‘Ifac.org: organising the world of auditing with the help of a website.’

Ook in Nederland speelt deze kritiek een rol. Hans Blokdijk was naast onder meer Brenda Westra en Corneel Spil, tijdens de beruchte Ledenvergadering in december 2006, waarin de Verordening Gedragscode (VGC) aan de orde kwam, hard in zijn kritiek. IFAC zou vooral een weinig transparant ‘speelveld voor lobbyisten’ zijn, in plaats van een denktank die middenin de maatschappij staat.

Niet dwingen

Harold Hassink, hoogleraar Maastricht, roerde zich ook in de MAB-discussie. Hij ziet wel degelijk veranderingen in de goede richting, maar meent dat er nog steeds sprake is van een soort zelfregulering binnen het accountantsberoep. Recente veranderingen als de PIOB en CAG (zie kaderteksten) zijn slechts een dun laagje vernis die niet kunnen verbloemen dat een clubje intimi het voor het zeggen heeft. Bovendien, zo meent Hassink, zou de samenstelling van de IAASB in meerderheid moeten bestaan uit maatschappelijke stakeholders. Hassink blijft desgevraagd ook nu nog achter zijn kritiek staan. “Als je accountants zelf standaarden laat ontwikkelen, ga je in kleine stapjes vooruit en moet je geen majeure visionaire ontwikkelingen verwachten.”

Hoogleraar verslaggeving Ruud Vergoossen en met hem Pheijffer zijn dat weer niet met Hassink eens. Pheijffer: “Het gaat vaak om moeilijke onderwerpen, waar de expertise uit de beroepsgroep zelf hard nodig is.”

Bovendien: het maatschappelijk verkeer vindt er waarschijnlijk niet zo heel veel van.

Vergoossen: “Zou het wellicht ook zo kunnen zijn dat het maatschappelijk verkeer - wat of wie dat ook moge zijn - het eigenlijk wel prima vindt, vertrouwen heeft in het proces en daarom niet de behoefte voelt om te participeren in de vaak zeer technische discussies? We kunnen het maatschappelijk verkeer toch niet koste wat kost dwingen?”

Psychologische hobbel

Aan meningen dus geen gebrek. Maar wat zijn de feiten? Over zijn doel schenkt de IAASB klare taal: ‘To serve the public interest by setting , independently and under its own authority, high quality standards dealing with auditing, review, other assurance, quality control and related service and by facilitating the convergence of national and international standards.’

De standaarden van de IAASB krijgen internationaal steeds meer gewicht, wat onder andere blijkt uit het feit dat de EU met een endorsement-traject is gestart van de ISA's, de International Standards on Auditing. Verkruijsse: “En ook in China worden deze aange-nomen. Meer dan twee miljoen accountants daar vinden het prima.”

Een ander vaststaand gegeven is dat wet- en regelgeving voor accountants tegenwoordig niet langer nationaal wordt ontwikkeld, maar vooral op internationale leest wordt geschoeid. De ruimte voor nationale afwijkingen van deze internationale kaders is klein. Nederland is nu eenmaal geen eiland in de wereldeconomie. Het is ook volstrekt logisch dat voor de controle van een multinational met vestigingen in twintig landen het niet wenselijk is om twintig verschillende regimes met standaarden voor accountants te hebben.

Het gevolg daarvan: wie invloed wil uitoefenen op die standaarden moet zich melden op het internationale toneel. Hoogleraar Barbara Majoor, een van de vertegenwoordigers in IFAC-verband, in een eerdere bijdrage in AccountancyNieuws: “Als deze psychologische hobbel door iedereen is geaccepteerd, dan is er mijns inziens wel degelijk ruimte om invloed uit te oefenen op dit internationale platform van standard setters.”

Azië-crisis

Een feit over dat internationale toneel: Zelfs hardcore tegenstanders van IFAC kunnen niet ontkennen dat er de afgelopen tien jaar veel is veranderd bij het IFAC om de zelfregulering om te buigen in meer objectief beïnvloedbare ontwikkeling van standaarden.

Dat is in de jaren negentig al van start gegaan na de Azië-crisis, stelt Hans Verkruijsse, die vele jaren actief was in IFAC-verband. “IFAC heeft zich daarna veel beter georganiseerd om invulling te geven aan de maatschappelijke functie. Dat gaat niet van de ene op de andere dag, maar er is veel veranderd, en die verandering zet door. Er is nu bijvoorbeeld ook veel meer tijd en gelegenheid om te reageren op exposure drafts. En vanaf 2009 zal de samenstelling van de IAASB verder veranderen ten gunste van de non-practitioners. Er zijn dan negen non-practitioners en evenveel practitioners lid van de IAASB. Die verhouding is nu zes tegen twaalf.”

Pheijffer: “Het sausje zelfregulering verdwijnt daarmee steeds meer. De invloed van de kantoren wordt dan nog minder.”

Verkruijsse begrijpt wel dat er kritiek is op de IAASB, maar meent dat dit vooral komt omdat men onvoldoende zijn best doet om zich te mengen in de discussies. “Mijn perceptie is dat mensen te weinig kijken op de websites van NIVRA en IFAC. Als je je stem wilt laten horen bij bepaalde ontwikkelingen, moet je dat in een vroeg stadium doen, op IFAC-niveau. Vroeger deed je dat in nationaal verband, nu in New York. Ik denk dat mensen daar nog aan moeten wennen. Onbekend maakt vooralsnog onbemind.”

Usual suspects

Dat laatste is, getuige de reacties op voorstellen van de IAASB, ook een feit. Want exposure drafts - voorlopige voorstellen voor aanpassing van een standaard - kunnen dan weliswaar altijd rekenen op zo'n vijftig reacties, het gaat eigenlijk altijd om de usual suspects: naast de nationale beroepsorganisaties en de internationale reactie van de grote kantoren nog een handjevol andere partijen als IOSCO en het Basel Committee on Banking Supervision.

Andere maatschappelijke partijen laten hun stem vrijwel niet horen. Waar zijn bijvoorbeeld de analisten, toch een belangrijke gebruikersgroep? Het antwoord: ze zijn volstrekt afwezig in het debat. Pheijffer: “Maar als ze hun stem willen laten horen, dan zijn ze van harte welkom. En als ze lid willen worden van de Consultative Advisory Group, dan denk ik dat ze ook daar van harte welkom worden geheten.”

Niet wachten

En daarmee zitten we in het hart van de kritiek die Hassink in het MAB uitte: “Het proces van opstellen en uitrollen van standaarden oogt zorgvuldig, en verschillende vertegenwoordigers worden gehoord. Dat is winst. Maar dat wil niet zeggen dat de uitkomst van het proces goed is vanuit maatschappelijk perspectief.”

Zowel accountants als niet-accountants lijken nog een psychologische hobbel te moeten nemen: de ruimte om zich te laten horen ligt er wel degelijk, maar wordt onvoldoende benut.

Pheijffer: “Je mag best kritiek hebben, maar dan moet je ook de ruimte nemen die er is om mee te doen in het debat over ontwikkelingen.”

Barbara Majoor riep eerder al op dat wie wil meedoen aan de discussie over nieuwe gedragsregels dat nu moet gaan doen, en niet moet wachten totdat deze in Nederland worden ‘vertaald’. Dan is het immers te laat en ontstaan er onwenselijke taferelen à la die rondom de VGC.

Het is te hopen dat dat ook daadwerkelijk wat vaker en intensiever gaat gebeuren. Want zoals Hassink nog stelt: “Op termijn zal de dominante positie van het accountantsberoep een belangrijk obstakel kunnen vormen voor de Europese Unie om tot endorsement van ISA's te komen.” En als de IAASB de veranderingen niet weet door te voeren “trekt de EU”, volgens hem “wellicht bij een volgend schandaal het initiatief naar zich toe. Dan rest voor de IAASB zelf een rol als Consultative Advisory Group Member. Hopelijk komt het zover niet. ”

Over de Public Interest Oversight Board

De PIOB (zie ook www.ipiob.org) is een nog jong (2005) orgaan dat is bedoeld als extra waarborg voor een zorgvuldige ontwikkeling van regels en standaarden. In de hervormingen die begonnen na de boekhoudschandalen van begin deze eeuw zocht IFAC de dialoog met internationale toezichthouders zoals de Wereldbank, de International Organisation of Securities Commissions (IOSCO) en het Basel Committee on Banking Supervision (BCBS). Deze en andere organisaties verenigden zich in een Monitoring Group die onder meer de leden van de PIOB selecteerde. De PIOB heeft de verantwoordelijkheid for overseeing the public interest activities of IFAC related to auditing, giving priority, at least initially, to those standard setting activities related to audits and other financial statement assurance activities. The PIOB shall oversee IFAC standard-setting activities in the areas of audit performance standards, independence and other ethical standards for auditors, audit quality control and assurance standards, and other audit and auditor-related standard-setting activities.

De PIOB speelt een belangrijke rol bij de benoeming van leden van IFAC-organen zoals de IAASB. Voorts kan ze de benoeming van de voorzitter van de IAASB tegenhouden, wordt er toezicht gehouden op de werkprogramma's en het zogenoemde due process. Zij heeft ook toegang tot alle documentatie en kan deskundigen raadplegen.

Nederlandse vertegenwoordiging in IFAC

  • IFAC Board: Ingrid Doerga
  • International Auditing and Assurance Standards Board: Marcel Pheijffer
  • International Ethics Standards Board for Accountants: Barbara Majoor
  • International Public Sector Accounting Standards Board: Frans van Schaik
  • Developing Nations Committee: Paul Hurks
  • Professional Accountants in Business Committee: Henry van Horn
  • Public Interest Oversight Board: Arnold Schilder

Over de Consultative Advisory Group

Terwijl de PIOB vooral procedurele waarborgen moet bieden, is de CAG vooral inhoudelijk bezig. Dit belangrijk adviesorgaan heeft als doel: to provide input to and assist the IAASB through consultation with the CAG member organizations and their representatives at the CAG meetings, in order to obtain:

  • Advice on the IAASB's agenda and project time-table (work program), including project priorities.
  • Technical advice on projects.
  • Advice on other matters of relevance to the acti-vities of the IAASB.

De CAG is een brede vertegenwoordiging van stakeholders. Leden zijn onder meer afkomstig van de IOSCO, het Basels Committee, de Wereldbank en de Europese Commissie. Naast deze usual supects zijn ook de Islamic Financial Services Board, de Japan Securities Dealers Association en de Eastern Central and Southern African Federation of Accountants vertegenwoordigd.

Gert Smit: ‘Meerderheidsstem stakeholders alleen wenselijk bij ethical standards’

NIVRA-directeur Gert Smit is het niet eens met de stelling van Harold Hassink dat de meerderheid van de IAASB uit maatschappelijke stakeholders moet bestaan.Hij maakt in dat verband een scherp onderscheid tussen controlestandaarden en de regels over ethisch gedrag (Code of ethics).

“Accountants dienen zelf de controlestandaarden te ontwikkelen, aangezien zij uiteindelijk ook verantwoordelijk én aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden.” Het hele proces van standard setting rondom de controlestandaarden is volgens Smit bovendien veel transparanter geworden. “De invloed van de gebruikers is duidelijk verbeterd en toegenomen. Dat is grote winst voor iedereen.”

Een andere zaak is volgens hem het opstellen van standaarden over ethisch gedrag van accountants. “Daar zouden de maatschappelijke stakeholders wel de meerderheid moeten hebben.”

Nart Wielaard werkt op het snijvlak van maatschappij, technologie en bedrijfsleven. Hij brengt complexe ontwikkelingen terug tot eenvoudige en begrijpelijke verhalen en doet dat in de rol van gespreksleider, adviseur en schrijver.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.