Magazine

10+ voor Nederlands huishoudboekje

Vergeleken met andere landen is het huishoudboekje van Nederland uitmuntend, zegt president Saskia Stuiveling van de Algemene Rekenkamer. Onlangs trad zij toe tot de raad van advies van het NIVRA. Eind november debatteert zij op de Accountantsdag over de de illusie van het getal en de verantwoording van beleidsinformatie.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Laten we beginnen met de illusie van het getal. Is het huishoudboekje van Nederland op orde?

Saskia Stuiveling: “Ja, sinds enkele jaren. Dat wil zeggen dat de rechtmatigheid van de uitvoering van de begroting boven elke kritiek is verheven. Natuurlijk zijn wij nog een beetje kritisch. Maar vergeleken met het buitenland verdient het Nederlands huishoudboekje een 10+.

Dat is het gevolg van enorme operatie die in het midden van de jaren tachtig in gang is gezet: de operatie Comptabel bestel. Voor die tijd kwam het regelmatig voor dat jaarrekeningen te laat waren, zodat de Algemene Rekenkamer niet op tijd een rechtmatigheidsverklaring kon afgeven. En tegen de tijd dat de jaarrekening kwam, was een groot deel onzeker. Onzekerheid is eigenlijk erger dan onrechtmatigheid, omdat je dan helemaal geen houvast hebt voor een oordeel.”

Kon u daarom het accent van het getal verschuiven naar de verantwoording van beleid?

“Nu wij - voor zover wij kunnen nagaan - weten dat het grootste deel van het geld rechtmatig wordt uitgegeven, kunnen we ons richten op de effecten van het beleid. Hoeveel geld wordt effectief uitgegeven, worden de beoogde effecten ook bereikt?

Daarvoor hebben wij enkele jaren geleden de operatie VBTB - Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording - ingezet. Om de aandacht te vestigen op beleidsverantwoording houden wij sinds 2000 op de derde woensdag in mei Verantwoordingsdag. Maar vanaf de start waren Verantwoordingsdag en VBTB een soort bedreigde diersoort.

Wij zijn nu aan het experimenteren met VBTB+, dat nodig is voor een volwassen verantwoording. Eigenlijk is het alleen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gelukt om in het jaarverslag een relatie te leggen tussen de verantwoording over de beleidsprioriteiten en de financiële gegevens. Wij hopen dat dit volgend jaar ook gaat lukken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, die ook bij het experiment betrokken zijn.”

Europese Unie

Daar kan de Europese Unie voorlopig alleen maar van dromen, denkt u niet?

Stuiveling: “Het is de Europese Unie nog steeds niet gelukt een goedkeurende accountantsverklaring te krijgen. Of, zoals dat in Europa heet, een DAS, een Déclaration d'Assurance van de Europese Rekenkamer. Er is nu een grote operatie gaande, die vergelijkbaar is met Comptabel bestel.”

Waarom lukt het steeds niet?

Het besef dat tachtig procent van de EU-begroting niet wordt uitgegeven door de Europese Commissie maar door de lidstaten, is pas langzaam doorgedrongen. De EU-uitgaven zijn versnipperd over de vele directoraten-generaal, zeg maar: de Europese departementen. En die proberen nu in beeld te krijgen wat zij per lidstaat uitgeven. Tegelijkertijd worden de lidstaten nu geacht in te staan voor de rechtmatigheid van hun bestedingen. Er komen bij de directoraten-generaal allemaal losse verklaringen binnen uit de 27 lidstaten. Het gaat om verschillende arrangementen, verschillende definities en verschillende data. Daardoor bestaat in Brussel geen scherp beeld van hoe de lidstaten zich gedragen.”

Uw collega van de Europese Rekenkamer is niet te benijden …

“Het is ondoenlijk om een overzicht te krijgen over de 27 lidstaten. De Europese Rekenkamer doet daarom bijvoorbeeld steekproeven om te zien hoe de landbouwgelden in de verschillende lidstaten worden besteed. Het idee - om elke lidstaat een verklaring te laten afleggen over de rechtmatigheid van de besteding van alle gelden die zij uit EU hebben ontvangen - is weggestemd in de Ecofin-Raad van Ministers. Er is nog geen meerderheid voor. Maar het is niet verboden en daarom zijn enkele Europese landen alvast begonnen met het opstellen van een lidstaatverklaring over de besteding van Europees geld: Engeland, Denemarken en Nederland. En Zweden volgend jaar ook. De Nederlandse minister van Financiën heeft onlangs voor de tweede keer een lidstaatverklaring afgegeven. En wij hebben daar vervolgens een rapport bij uitgebracht. De verklaring dekt echter nog niet alle beleidsgebieden.”

We zijn er dus nog niet?

“Nederland is begonnen met landbouw, omdat daar de grootste hap van het Europese geld naartoe gaat. In de verantwoording over 2008 komen de structuurfondsen erbij. De Europese verklaring van Nederland is misschien pas over 2010 echt volledig. Er moet nog van alles worden geharmoniseerd; in Nederland, tussen Nederland en Brussel en tussen de diverse lidstaten. En misschien komen er ondertussen nog nieuwe regels uit Brussel.”

Zijn de nieuwe lidstaten hierbij een blok aan het been?

“De tien landen die in 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie hebben eigenlijk meegeholpen om de opvattingen te moderniseren. Zij bouwen hun systemen op basis van de beste praktijken. Als Algemene Rekenkamer werken wij veel samen met de rekenkamers uit Estland, Letland en Litouwen. Zij stellen ons onder meer strategische vragen en willen weten hoe je het best een rechtmatigheidscontrole of een rechtmatigheidsverklaring kunt onderzoeken.”

Integriteit

Behoeven Bulgarije en Roemenië, die in 2007 zijn toegetreden tot de Europese Unie, geen ontwikkelingshulp op dit terrein?

Stuiveling: “Als je bent toegetreden, ben je volwassen lid en is er geen sprake meer van ontwikkelingssamenwerking.

Wij leren ook veel van hun frisse blik. Maar we hebben wel de Bulgaarse rekenkamer laten kennismaken met ons integriteitsproject. Ook de Albanese, want Albanië is een van de potentiële lidstaten van de Europese Unie.”

Wat houdt dat project precies in?

“In 2005 hebben wij samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam een self assessment-instrument voor integriteit ontwikkeld voor de Nederlandse overheid. Met dit instrument - SAINT - kunnen overheidsorganisaties een globaal inzicht krijgen in de kwetsbaarste plekken en risico's die een organisatie loopt op het gebied van de integriteit. Ook kunnen zij hiermee nagaan in hoeverre hun integriteitssysteem voldoet. Als je de instrumenten een paar jaar hanteert, kun je als het goed is verbeteringen vaststellen. We hebben in Nederland gezien dat het goed kan werken.”

Waarom zelfonderzoek in plaats van externe controle?

“Rekenkamers zijn toch een beetje bang voor pottenkijkers en controleren liever zelf. Ook al omdat zij hun onafhankelijkheid willen bewaren. Daarom is self assessment voor hen een veilige methode. De eerste bevindingen zijn positief. Wij hopen SAINT in 2010 te lanceren op het wereldcongres van rekenkamers in Zuid-Afrika.”

Valt er bij de Nederlandse overheid ook nog het nodige te verbeteren aan de bevordering van integriteit?

“We hebben begin dit jaar een studierapport uitgebracht over het vroegtijdig signaleren van fraude en corruptie.

Daarin trekken wij lessen uit een aantal grote fraudes waarbij de Nederlandse overheid was betrokken en laten we zien op welke signalen het management moet letten (zie ‘de Accountant’, mei 2008, pagina 30). Binnenkort organiseren wij hierover een werkconferentie voor managers en integriteitscoördinatoren, samen met het integriteitsbureau van het ministerie van BZK.”

Gezinsvriendelijk

Is het niet moeilijk om in de publieke sector goede accountants te werven?

“Het is lastig om goede mensen aan te trekken en te behouden. Wij proberen het aantrekkelijk te maken met andere elementen dan het salaris. Zoals een plezierige werksfeer en gezinsvriendelijke arbeidsomstandigheden. We hebben vrij veel jonge onderzoekers van wie de partner ook werkt en de kinderen op de lagere school zitten. Het is de bedoeling dat zij dat bij ons goed kunnen combineren.”

U bent sinds kort lid van de raad van advies van het NIVRA. Heeft u een bepaalde missie?

“Ik vind het belangrijk om interne en externe accountants uit de publieke en private sector bij elkaar te houden en te zorgen dat zij vaktechnisch niet te veel uit elkaar drijven. Verder moeten accountants in de publieke sector en het bedrijfsleven zoveel mogelijk werken volgens dezelfde regels.”

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.