Magazine

In de drek?

Weerspiegelen de krachtige meningen over het geschokte vertrouwen in de accountant wel de werkelijkheid? Volgens Arnout van Kempen niet. Een goede oplossing voor de budgetdruk bij de controle zou meer oplossen dan de komende wetgeving.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Arnout van Kempen

Al enige tijd zoekt de accountant, en de wetgever voor hem, naar nieuwe wettelijke fundamenten voor het beroep. De voorlopig laatste stap hierin is gezet met het indienen van de Wet Toezicht Accountantsorganisaties bij de Tweede Kamer.

In de Memorie van Toelichting bij de WTA zoekt de wetgever aansluiting bij de recente boekhoudschandalen in de wereld. Volgens de Memorie van Toelichting is het vertrouwen in accountants ernstig ondergraven. Ik vraag me af of dat een terecht uitgangspunt is, en in hoeverre verlies aan vertrouwen het gevolg is van slecht functionerende accountants, en in hoeverre van een zichzelf versterkend proces van opinion makers, columnisten en journalisten, die gevoed worden door een branche die weinig tegengas geeft. Aan slecht functionerende accountants kunnen wetgeving en vooral toezicht iets doen, aan ‘meningen in de markt’ betrekkelijk weinig.

Wat me opvalt is het verschil tussen de vrij stevige meningen over ‘de accountant’ en mijn eigen waarneming van het beroep. Nergens in de Memorie van Toelichting, nergens in de vlammende betogen van toezichthouders-to-be, nergens in al het mediarumoer, heb ik gemerkt dat standpunten werden ingenomen op basis van de waargenomen werkelijkheid bij de kantoren, bij de dagelijkse controlewerkzaamheden. Alles leek te gaan om de perceptie van ‘de markt’. Dat kan aan mijn slechte luisteren liggen, maar voorlopig roept het wel de vraag bij mij op of de WTA gebaseerd is op feiten, en een objectieve analyse van die feiten. De minister van Financiën vertelde zelf, in een lezing voor werkgeversorganisatie NCW, onder de titel ‘Werken aan vertrouwen’: “Media creëren politieke feiten waarop in de Tweede Kamer wordt gereageerd.” De perceptie als basis voor wetgeving?

Hoe vaak heb ik de laatste tijd niet de bewering gelezen dat je als werknemer in het accountantsbedrijf op feestjes niet meer veilig kunt vertellen wat voor werk je doet? Persoonlijk krijg ik nog steeds dezelfde vraag als vijf jaar geleden: of ik kan helpen met een belastingaangifte. Maar de hele branche heeft volgens columnisten en journalisten een andere ervaring. Het maatschappelijk verkeer vertrouwt ons niet meer, onze klanten vertrouwen ons niet meer, we zijn met donderend geraas van ons voetstuk gevallen. Een wat oudere accountant hoorde ik vol emotie uitroepen dat we ‘in de drek’ zitten als beroep. Ik denk dat dit overtrokken beelden van een heel wat genuanceerdere werkelijkheid zijn.

Ik ben geen wetenschapper en ik heb geen onderzoek gedaan, ik ben niet eens accountant. Ik heb slechts mijn persoonlijke waarnemingen als werknemer in de branche. Wat ik waarneem is dat accountants vooral grote onbekenden zijn voor grote delen van de maatschappij, inclusief de politici die binnenkort over de toekomst van dit beroep gaan beslissen.

Hoogleraar economie Robert J. Shiller van Yale stelde in januari 2004 in het Financieele Dagblad vast dat de impact van de boekhoudschandalen vrij beperkt is gebleven. Met name laat hij zien dat het vertrouwen van beleggers maar heel beperkt is beïnvloed. Hij laat ook zien dat dit op rationele gronden terecht is. Hoe groot de incidenten op het oog ook waren, op de totale financiële markten verdwenen ze in het niet.

Wat ik verder waarneem is dat de kantoren wel wat last hebben van de bewegingen van de economie, maar dat ze niet rapporteren dat hun resultaten als gevolg van verlies van vertrouwen significant onder druk staan. Dat mag vooral opmerkelijk heten omdat accountants zoveel meer doen dan wettelijke controles. Er is naar mijn idee maar moeilijk een ratio te bedenken die verklaart waarom klanten vrijwillig geld uit blijven geven aan accountants die zo onbetrouwbaar zouden zijn, waar onze dienstverlening nu juist op vertrouwen is gebaseerd.

Wat nu als de accountant niet zozeer slechter is gaan presteren, onbetrouwbaarder is geworden, en/of afhankelijker, maar de wereld waarin hij opereert risicovoller? Een Nederlandse onderneming goed controleren, wordt ingewikkelder als die onderneming grote overnames doet overzee, en je budget blijft gelijk. Is die accountant dan ineens onbetrouwbaar? Accountants zijn op enig moment om het hardst gaan roepen dat controle een commodity is, waarvoor niemand wil betalen. Niet echt een marktbenadering die helpt de budgetdruk tegen te gaan. En waar relatief minder budget is, kan minder gecontroleerd worden. Dat mag niet, dat hoort niet. Maar gebeurt het zo niet?

Accountantscontrole is geen lopendebandwerk met lage toegevoegde waarde, maar een essentiële functie in ons economisch
bestel. Als daarvoor redelijke prijzen worden betaald, als er kortom een vorm wordt gevonden om de budgetdruk te verminderen zonder overigens de voordelen van gezonde concurrentie teniet te doen, dan verwacht ik daar meer van, dan van een wet die antwoorden tracht te geven op problemen die nog niet zijn vastgesteld.

Noot
Arnout van Kempen is werkzaam bij BDO Accountants & Adviseurs. Hij schrijft op persoonlijke titel.

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.