Magazine

Oh, not again ... Don't shoot the messenger!

Volgens Marcel Pheijffer zouden accountantskantoren en NIVRA, in plaats van Paul Koster te bekritiseren, er beter aan doen om inhoudelijk te reageren op de spiegel die hij hen terecht voorhoudt.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Marcel Pheijffer

In de discussie na afloop van de Nordemann-lezing complimenteerde ik Paul Koster plenair met zijn verhaal. Later heb ik dat - welgemeend - nog eens persoonlijk gedaan. Koster heeft accountants namelijk een spiegel voorgehouden en het punt aan de orde gesteld of ze zelf niet in actie zouden moeten komen als het gaat om een scheiding van taken (bijvoorbeeld die tussen controle en belastingadvies), voordat de politiek, wetgever en/of toezichthouder dat doen. Koster krijgt in verband met zijn betoog nu hoon en kritiek vanuit het accountantsberoep over zich heen. Overigens ook omdat hij sprak over de ‘morele waardigheid’ van dit beroep.

Schrijnender echter dan het betoog van de toezichthouder vond ik de reactie van de vertegenwoordigers van de accountantskantoren in de discussie na de lezing. Het betrof bestuurders en een accountanthoogleraar. Slechts de laatste (Jaap van Manen) ging op de argumentatie van Koster in; hem wil ik dan ook afzonderen in mijn kritiek. Door de anderen werd onder meer verwezen naar het feit dat de boekhoudschandalen niet de schuld van de accountant waren, maar het gevolg van optiebeloningen en een gebrek aan integriteit van bestuurders van ondernemingen. In de discussie met Koster kwamen zij niet verder dan in het defensief te gaan en wezen zij erop hoe goed het allemaal al was geregeld binnen het accountantsberoep en de accountantskantoren. Dit de diverse boekhoudschandalen en meerdere falende accountants(kantoren) ten spijt.

Ik hoorde het aan en zat mij ‘op te vreten’. Wat ik zag was een aantal vertegenwoordigers van een beroepsgroep die niet in de voorgehouden spiegel wilden (of durfden?) te kijken. Men reageerde in zichzelf gekeerd, bijna autistisch. In de woorden van hoogleraar Hoogenboom leken zij te opereren in een ‘gesloten en geblindeerd universum’: levend in een naar eigen zeggen goed gereguleerd wereldje waarin zij zich zelfgenoegzaam rondwentelen.

De luiken van dit universum zijn inmiddels echter wel van buiten geopend. Door de politiek, de media, de wetgever, een verontwaardigd publiek, én door toezichthouder Koster. Zijn pleidooi komt voor het accountantsberoep op een ongelukkig moment: immers de Wet toezicht accountantorganisaties (Wta) zoals aangenomen door de Tweede Kamer doet dit beroep niet al te veel pijn. Het had veel erger kunnen zijn, bijvoorbeeld indien een strikte scheiding tussen controle- en adviestaken in de wet was opgenomen. Dat kan alsnog. De Eerste Kamer dient nog over de wet te stemmen. Wellicht nemen de senatoren in hun beschouwingen ten aanzien van de Wta de analyse van Koster en de kritieken daarop mee. Maar ook het gegeven dat het gevaar waar Koster op wijst - de spanning tussen het dienen van het klantbelang bij belastingadvies en het maatschappelijk belang bij de controle - zich in de zogeheten KPMG-zaak in de Verenigde Staten daadwerkelijk heeft gemanifesteerd. KPMG kan door het betalen van een schikking van bijna een half miljard dollar overeind blijven.

Nog schrijnender werd het verweer - kort gezegd: ‘we hebben het al goed geregeld’ - van de heren bestuurders van de accountantskantoren toen een student accountancy opstond en wees op hetgeen zij bij BIV/AO had geleerd over functiescheidingen en scheiding van taken. Zouden die ook niet moeten gelden voor accountants(kantoren)?

Mijn conclusie is dat het accountantsberoep wel in de spiegel moet durven kijken en serieus in discussie moet gaan. Schiet niet de boodschapper af, maar ga in op die boodschap. Mijns inziens is dat constructiever en levert het meer op dan het sturen van een boze brief en het opschorten van samenwerking, gelijk het Koninklijk NIVRA in de richting van de AFM heeft gedaan.

Noot
Marcel Pheijffer is hoogleraar en bestuursvoorzitter van de Stichting NIVRA-Nyenrode.

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.