Magazine

MoлдoBa иHTepec oбщecTBa*

Public interest is het fundament van het accountantsberoep. Volgens Arnout van Kempen mag dat ook bij Nederlandse accountants wel wat meer nadruk krijgen. Anders zou hun vanzelfsprekend lijkende positie op termijn wel eens wankeler kunnen blijken dan ze denken.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Publieke belang: hoe het Nederlandse beroep iets kan leren van Moldavië

Enkele jaren geleden lieten NIVRA en NOvAA graag luid en duidelijk weten aan wie het horen wilde, en aan het ministerie van Financiën en de Autoriteit Financiële Markten in het bijzonder, dat NIVRA en NOvAA, en alleen NIVRA en NOvAA, de regels maken voor het Nederlandse accountantsberoep. Dat de beroepsorganisaties die bevoegdheid slechts hadden bij de gratie van de wetgever is sindsdien glashelder geworden. Waar de Wet op de Registeraccountants en de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten beroepsorganisaties met verordenende bevoegdheden in het leven roepen, zonder veel inhoudelijke eisen aan het beroep te stellen, is de in juni 2008 aangenomen Wet toezicht accountantsorganisaties duidelijk veel inhoudelijker.

Maar dat is nog slechts een tussenstap naar de situatie waar het beroep binnen enkele jaren mee te maken krijgt. Met de Statutory Audit Directive, beter bekend als de herziene Achtste richtlijn van de Europese Unie, streeft de EU ernaar om de regelgeving voor het accountantsberoep vrijwel volledig uit handen van de beroepsorganisaties te nemen, en een EU-verantwoordelijkheid te maken.

De EU op haar beurt zal hierbij maximaal steunen op het werk van de International Federation of Accountants. En als het ministerie van Financiën ooit van het beroep een goed argument krijgt aangereikt om artikel 28 Wta in werking te stellen, dan is de koppeling tussen ‘RA/ AA’ en ‘certificerende bevoegdheid’ ook grotendeels verleden tijd.

NIVRA voortvarend

Pessimisten kunnen hier een doemscenario in zien, maar het NIVRA heeft de uitdaging herkend en heeft de handschoen voortvarend opgepakt. De beroepsorganisatie voert niet langer propaganda voor haar eigen regelgeving, maar heeft structurele actie ondernomen om haar invloed te vergroten bij IFAC. Immers, wie bij IFAC invloed heeft, heeft straks, meer dan wie ook, invloed op de regelgeving van het accountantsberoep. Eén van de middelen om die invloed te vergroten was het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het accountantsberoep in die delen van de wereld waar nog nauwelijks een behoorlijke economische infrastructuur en werkende financiële markten aanwezig zijn. Het NIVRA is op deze basis actief, of actief geweest, in Suriname, Kosovo, Albanië, Vietnam, Rusland, Kazachstan en Moldavië. Gekeken wordt naar Macedonië en mogelijk Ethiopië.

Geen vanzelfsprekende rol

Het aardige van deze samenwerkingsverbanden is dat het NIVRA haar invloed zichtbaar en aantoonbaar vergroot binnen IFAC, dat de kosten goeddeels uit fondsen van ontwikkelingsorganisaties als de Wereldbank vergoed kunnen worden, en dat een bijdrage wordt geleverd aan structurele economische ontwikkelingen in een aantal landen. Een effect dat minder direct zichtbaar is, maar dat niet onderschat mag worden, is de mogelijkheid voor het Nederlandse accountantsberoep om te leren van het beroep in de developing nations.

Op 10 juni 2008 was ik aanwezig bij een bijeenkomst van het NIVRA waar accountants en bij het beroep betrokkenen met elkaar brainstormden over de toekomst van het accountantsberoep. Eén van de deelnemers legde de vraag op tafel: stelt u zich eens voor dat het accountantsberoep niet zou bestaan, wie zou u dan missen? De vraag werd niet beantwoord. Op 12 juni 2008 was ik, als lid van het Moldaafse accountantsinstituut ACAP, aanwezig bij de jaarlijkse ledenvergadering en een congres over de toekomst van het beroep in Moldavië. In Moldavië geen discussies over het belang van het beroep, daar wéét de accountant dat zij geen vanzelfsprekende rol heeft in de economie. (Het aantal vrouwelijke accountants bij de ledenvergadering overtrof het aantal mannelijke accountants met naar schatting een factor tien. Tellen was eenvoudig, want de aanwezige mannen zaten allemaal vooraan in de zaal.)

Public interest

Het beroep in Moldavië is zich zeer bewust van de eigen tekortkomingen, en werkt hard om deze op te lossen.

Eén van de kritische succesfactoren, om niet te zeggen de kwestie van leven of dood voor het accountantsberoep in Moldavië, is het bewustzijn van de accountant dat haar eerste taak ligt bij het publieke belang. Het instituut, ACAP, legt daar dan ook bijzonder veel nadruk op. Natuurlijk, het is belangrijk dat International Financial Reporting Standards en IFAC-regelgeving op hoog niveau worden onderwezen. En ja, kennis van (kapitalistische) economie, bedrijfseconomie, informatiesystemen, management accounting en het vermogen om op het hoogste niveau daarover te adviseren zijn belangrijk. Onderschat u het universitaire systeem in oud-sovjetlanden als Moldavië niet. Kennis en vaardigheden zijn sneller op ‘westers’ niveau dan dat u Russisch of Roemeens leert.

Maar dat denken over public interest, dat is nog wat lastig. En dáár raken oost en west elkaar, daar kan het Nederlandse beroep nog wel iets leren van het beroep in landen als Moldavië.

PR-praatje

Ieder bedrijf, ieder beroep, heeft slechts bestaansrecht voor zover het waarde toevoegt aan de maatschappij. Wie geen waarde toevoegt verdwijnt. Toegevoegde waarde klinkt erg naar iets dat valt uit te drukken in geld, dus ik zal het ‘maatschappelijke betekenis’ noemen.

Het hoeft weinig betoog dat het Nederlandse beroep haar volwassenheid al decennia geleden heeft bereikt, en dat het uiteindelijk aan het einde van de vorige eeuw een fors falen heeft laten zien. De stelling van dit artikel is echter niet dat het werkelijke, diepe falen van het beroep is te vinden in de bekende schandalen die de krant haalden. Het werkelijke falen of slagen van het accountantsberoep is te vinden door te bekijken of public interest het onaantastbare fundament van het beroep is, of een pr-praatje dat in de praktijk vooral hinderlijk is, en waar tijdens VGC-cursussen (Verordening gedragscode) gezellig over gelachen kan worden. ACAP, het instituut van Moldavië snapt dat. Naar mijn vaste overtuiging snapt het NIVRA dat ook. Maar zowel ACAP als NIVRA hebben te maken met leden, bij wie die overtuiging wel wat meer nadruk mag krijgen.

Zwijgend beroep

In de Wildschut-blog op www.accountant.nl heb ik de vraag gesteld: Wat mag volgens u het maatschappelijk verkeer precies van u verwachten, accountant? De reacties waren boeiend, maar veel reacties kwamen niet. Dus ben ik, geheel onwetenschappelijk, maar eens gaan kijken naar wat anekdotes die misschien een indruk geven.

Op 19 september 2003 zei de toenmalige voorzitter van de AFM, Arthur Docters van Leeuwen, letterlijk over de accountantsverklaring: “U zegt tegen ons, stake- en shareholder: ‘of mijn cliënt list en bedrog gebruikte (fraude), dat weet ik niet. Een aantal zaken uit zijn betoog die me niet zo belangrijk leken heb ik helemaal niet onderzocht en voor de rest kan ik alleen maar zeggen: meineed lijkt het me niet wat mijn cliënt u voorhoudt … Maar: Wilt u mij alstublieft weer vertrouwen?’” Bij monde van Frans van der Wel, toen voorzitter van het NIVRA, liet het beroep vooral weten: toezichthouder, u kunt namens het publiek wel van alles willen van ons mooie beroep, maar zolang wij niet alle mogelijke wettelijke bescherming krijgen, steken wij onze nek niet uit.

Toen Kamerlid Marijke Vos als voorzitter van de enquêtecommissie die onderzoek deed naar de wijze waarop bouwbedrijven de vrijemarktwerking tegenwerkten, de betrokken accountants had gehoord, was haar uitroep van frustratie zoiets als “maar waarom hebben we dan nog accountants?“. Het beroep zweeg.

Paul Koster

In zijn Nordemann-lezing van september 2005 zei Paul Koster, toen verantwoordelijk voor accountantstoezicht binnen het AFM-bestuur: “The goalposts have shifted en accountants moeten zich met het nieuwe businessmodel, enkel en alleen accountantswerkzaamheden, naar dat hogere niveau bewegen. Ook al eist de wetgever het nu niet, nog niet, de tekenen wijzen er duidelijk op dat het geduld bij politiek, wetgevers en toezichthouders zéér zwaar op de proef is gesteld en dat eigen initiatief van de branche zal worden toegejuicht. Bij nieuwe problemen zal de meetlat van accountability aanzienlijk hoger liggen, met alle risico's van dien. De vraag over het voortbestaan van de rol van de accountant moet openlijk gesteld worden.”

De voornaamste reactie van het beroep: “Waar bemoeit Paul Koster zich mee? Scheiding van controle en advies is niet een onderwerp waarover hij zich heeft uit te spreken.”

Kleine lettertjes

Tijdens een hele reeks VGC-cursussen die ik voor onder meer de NIVRA-onderwijspoot VERA gaf, kwam keer op keer de vraag naar voren wat je als accountant nou moet met het eerste echte artikel uit de VGC. Hierin de tekst ‘Het onderscheidend kenmerk van het accountantsberoep is de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang’. Om het vriendelijk te zeggen: ik sluit niet uit dat binnen het Nederlandse accountantsberoep relatief evenveel leden als binnen het beroep in Moldavië dit onderscheidend kenmerk van het accountantsberoep maar knap lastig vinden om in de praktijk te brengen, of zelfs geheel serieus te nemen. In discussies met accountants klinkt vaak ‘een jaarrekening die een mager zesje verdient, krijgt een goedkeurende verklaring, want deze voldoet ten slotte toch aan de wet?’ Probleem is wel dat de wet vraagt om een jaarrekening die een getrouw beeld geeft, en dat de accountant verklaart dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft. En getrouw beeld betekent dat de gebruiker in redelijkheid de voor hem of haar nuttige informatie krijgt, niet dat een handige advocaat achteraf kan uitleggen dat de randen van de wet net niet overschreden zijn.

Vergelijk het met de kleine lettertjes in verzekeringspolissen, die maatschappelijk echt niet meer aanvaard worden. Ja, alles staat er in, maar wel zo dat u het niet ziet. Dat kan de bedoeling niet zijn, niet van een verzekeringspolis, en niet van een jaarrekening waarover een accountant heeft verklaard dat deze een getrouw beeld geeft.

Limperg

Het Nederlandse accountantsberoep behoort tot de oudste ter wereld, en in de tijd van Limperg was het een belangrijke factor in de ontwikkeling van het denken over rol en taak van de accountant in de hele wereld. De term ‘vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer’ mag nu wat oubollig klinken, het is wel de kreet waarop het Nederlandse beroep kon uitgroeien tot de assurance-provider bij uitstek. Het waren accountants die de drijvende kracht waren achter de ontwikkeling van verslaggevingsregels en achter het institutionaliseren van de assurance-functie.

De bewering dat het accountantsberoep bestaat bij de gratie van de wetgever is, om het maar rond te zeggen, flauwekul. Het accountantsberoep is ontstaan en gegroeid, en heeft een extreem invloedrijke positie opgebouwd binnen haar aandachtsgebied, omdat het antwoord gaf op een maatschappelijke behoefte. De rol van ‘vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer’ had maatschappelijke betekenis, en die heeft ze nog steeds. Misschien wel meer dan ooit.

In voormalig communistisch Moldavië moet dat besef nog doordringen in de maatschappij. Als dat is gelukt, zal het beroep klaar moeten zijn om die rol in te vullen. In Nederland is dat besef diep doorgedrongen in de maatschappij. Het beroep zal opnieuw overtuigend moeten laten zien dat het die rol bij uitstek weet te vervullen.

Bestaansvoorwaarde

De veenbrand die zo plotseling oplaaide en Arthur Andersen verteerde is nog niet geblust. Een kantoor dat allerlei systemen implementeert omdat dat moet van de AFM, maar intussen bij problemen als hoofdvraag heeft ‘hoe behouden we deze klant, hoe komen we hier mee weg?’ houdt de veenbrand gaande. Een beroep dat zoekt naar wegen om de accountantsverklaring te overladen met disclaimers en zo min mogelijk tegemoet te komen aan de werkelijke vraag van het maatschappelijk verkeer naar vertrouwen gooit benzine op het vuur.

Het NIVRA hamert in landen als Moldavië keer op keer op het belang van public interest. Systemen die borgen dat ACAP-leden public interest inderdaad tot fundament van hun beroepsopvattingen maken moeten grotendeels nog worden ontwikkeld, maar de eerste stap is niet gericht op systemen maar op the hearts and minds, op bewustzijn en focus.

In Moldavië heb ik mogen meemaken hoe Paul Hurks, namens het NIVRA, die boodschap centraal stelt. Het lijkt me niet verkeerd als het NIVRA in eigen land iets vergelijkbaars doet: het algemeen belang verheffen van ‘ook best wel heel belangrijk’ tot ‘de bestaansvoorwaarde van ons beroep’. Niet alleen in een artikel van de VGC, maar in alle uitingen van het NIVRA en in al het handelen van het NIVRA.

Portemonnee

Dus geen discussies over subtiele aanpas- singen van de samenstelverklaring om de lasten van accountants te verlichten, maar altijd starten met de vraag ‘hoe dienen we het maatschappelijk belang met deze regels, dit product, deze benadering?’.

En maakt u zich geen zorgen over de portemonnee of de aantrekkelijkheid van het accountantsberoep. Voor de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer ligt bijzonder veel, bijzonder boeiend werk te wachten dat op bijzonder veel waardering van de maatschappij kan rekenen.

Noot
* Public interest in Moldavië

** Arnout van Kempen is zelfstandig adviseur voor accountants en advocaten (www.vankempencls.nl). Hij is lid van ACAP, ISACA en van Wildschut, een groep auditors met liefde voor het beroep (zie Wildschut-weblog op www.accountant.nl). Hij werkte voor NIVRA, AFM en Coopers & Lybrand.

Wet toezicht accountantsorganisaties, Artikel 27 en 28

Artikel 27

De externe accountant is een registeraccountant of een Accountant-Administratieconsulent ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en voldoet aan de bij en krachtens de Wet op de Registeraccountants of de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten gestelde regels, voor zover deze van toepassing zijn op het uitvoeren van werkzaamheden betreffende de totstandkoming of de uitvoering van een opdracht tot het verrichten van wettelijke controles.

Artikel 28

Met het oog op de waarborging van de publieke functie van de accountantsverklaring kan bij algemene maatregel van bestuur artikel 27 buiten toepassing worden verklaard.

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.