Nieuws

BDO hoeft niet te bloeden na berisping

De Rechtbank Oost-Brabant vindt niet dat BDO zijn goedkeuring had moeten onthouden aan een jaarrekening waarin een voorziening voor een onzekere claim ontbrak. De tuchtrechter legde de accountant destijds een berisping op.

Lex van Almelo

De commanditaire vennootschap Kunstoffen Industrie Volendam (KIVO CV) zou vanaf 1 juli 1993 voor een bedrag van 11,4 miljoen D-mark-wissels aan een Duitse afnemer met financiële problemen hebben verstrekt. In 1994 wordt KIVO aangesproken door zes banken die één of meer wissels hebben verzilverd. KIVO bestempelt deze wissels als onecht omdat de handtekeningen eronder vervalst zouden zijn.

In 1995 schat een advocaat de kans dat de rechter de claims van de banken toewijst, op vijftig procent. In de jaarrekeningen 1994 tot en met 2000 ontbreken voorzieningen voor deze claims en wordt de lawyer’s letter niet genoemd. In de jaarrekening van 2001 wordt wel een voorziening opgenomen, omdat de advocaat kans dat de rechter de claim van de banken honoreert veel groter inschat. Volgens verschillende handschriftenexperts zijn de handtekeningen namelijk wel echt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven berispt de BDO-accountant. Hij wist van de lawyer’s letter, maar vermeldde in zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2000 alleen de stellige bewering van de beherend vennoot dat de claims van de banken geen enkele kans van slagen hadden, omdat de handtekeningen vervalst zijn. Gezien de grootte van de potentiële claims en de ontbrekende voorziening miste de goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening 2000 een deugdelijke grondslag.

Voorziening niet nodig

In de civiele procedure, waarin de twee commanditaire vennoten van KIVO een schadevergoeding van ruim 3 miljoen euro claimen, zegt de Rechtbank Oost-Brabant dat BDO-accountant de jaarrekening mocht goedkeuren.

Destijds was het leidend principe dat de balans een getrouwe weergave moest zijn van de grootte van het ondernemingsvermogen. Volgens het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:374 lid 1 onder b) moesten op de balans voorzieningen worden opgenomen voor te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. Onzekerheden over het bestaan en de omvang van de financiële verplichtingen moesten op een reële wijze worden verdisconteerd.

Sinds 2005 is de maatstaf voor het opnemen van een voorziening aangescherpt. Maar de Rechtbank gaat ervan uit dat je ook vóór 2005 geen voorziening kon opnemen voor verplichtingen waarvan het bestaan nog té onzeker was. Dat zou immers afbreuk doen aan de getrouwheid van de cijfers. Bovendien heeft de Hoge Raad in 2000 gezegd dat de risico’s voldoende zeker moeten zijn. De fifty fifty-kans was te onzeker. Toen de kans op betaling aan de banken later groter werd geschat, is er terecht een voorziening opgenomen.

Annotator Hans Blokdijk schreef destijds over de tuchtzaak dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven te veel waarde hecht aan de lawyer’s letter. Ook in het vonnis van de Rechtbank staat de inschatting door de advocaat centraal, zij het met een iets andere uitkomst.

Het is nog niet bekend of één der partijen in hoger beroep gaat.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.