Hoger beroep PwC ongegrond na schikking Econcern
Twee registeraccountants van PwC, die de jaarrekening van Econcern ten onrechte goedkeurden, hebben nul op het rekest gekregen met hun hoger beroep in één van de vier tuchtzaken. Mede omdat zij in de drie andere zaken hun hoger beroep hebben ingetrokken.
Lex van Almelo
De registeraccountants kregen van vier partijen een tuchtklacht aan de broek: de curatoren van Econcern, twee investeerders, een stichting van gedupeerde crediteuren en Delta Lloyd Asset Management. De Accountantskamer legde de twee een tijdelijke doorhaling op van één maand. De accountants tekenden hoger beroep aan in alle zaken, maar trokken na een schikking drie van de vier hoger beroepen in. Zij zetten alleen het hoger beroep door in de zaak van Delta Lloyd.
Volgens de accountants had de Accountantskamer de klacht van Delta Lloyd niet onvankelijk moeten verklaren, onder meer omdat die klacht volledig steunt op het onderzoek van de curatoren en dus onvoldoende is onderbouwd. Bovendien was Delta Lloyd te laat met de klacht.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt de klacht wél voldoende onderbouwd. Het onderzoek van de curatoren was omvangrijk. Delta Lloyd hoefde dit onderzoek niet te herhalen. De klager had dat ook niet gekund, omdat zij in tegenstelling tot de curatoren niet kon beschikken over de administratie van Econcern en het controledossier van de accountants. De klacht die Delta Lloyd op basis van het rapport opstelde, was geen “fantoomklacht”, zoals de accountants beweren. De klacht staat op zichzelf en is afdoende gemotiveerd.
Omdat Delta Lloyd zich moest baseren op het curatorenonderzoek dat op 11 december 2013 uitkwam, is de klacht van 9 mei 2014 ruim binnen de driejaarstermijn ingediend. Delta Lloyd kon niet eerder op de hoogte zijn van de feiten waarover zij terecht klaagde.
De kritiek die de accountants aanvoeren op de inhoudelijke beoordeling van de klacht wuift het College van Beroep om een andere reden weg. Inhoudelijk vielen de verweten gedragingen volledig binnen het bereik van de klachten die de drie andere klagers hadden ingediend. Omdat de betrokken partijen het hoger beroep in die zaken hebben ingetrokken vanwege de getroffen schikking zijn de accountants feitelijk akkoord gegaan met het oordeel van de Accountantskamer en met de tijdelijke doorhaling. Daarmee valt de basis weg voor de inhoudelijke beroepsgronden die de accountants aanvoeren.
Gerelateerd
Examenfraude en leervermogen
In 2023 hebben zestig accountantskantoren volgens het BFT niet voldaan aan de verplichting om het personeel Know Your Client (KYC)-scholing te geven; in 2022 waren...
De oester en de mossel
Een oester en een mossel dobberen naast elkaar in zilt water. Vraagt de mossel: “Mag ik jouw parel zien?” Waarop de oester zegt: “...”
Stibbe-advocaten willen FIOD-accountant door tuchtrechter laten doorhalen
Advocaten van advocatenkantoor Stibbe hebben de Accountantskamer gevraagd om een accountant van de FIOD uit het accountantsregister te schrappen. De advocaten hekelen...
Momentum Capital daagt accountants AFM voor de tuchtrechter
Investeringsmaatschappij Momentum Capital daagt twee accountants van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor de tuchtrechter, vanwege "onjuiste en misleidende"...
Young profs voor de tuchtrechter
Een groep young profs van de NBA was op 6 oktober jl. te gast bij de Accountantskamer in Zwolle. De jonge accountants namen daarbij zelf deel aan een fictieve zitting.