Nieuws 21 februari 2018

Geen belangenverstrengeling KPMG op Aruba

De accountant van KPMG, die Ennia Caribe Holding en Banco di Caribe op Aruba voorstelden om hun jaarrekeningen te controleren, kan gewoon aan het werk. De Centrale Bank van Aruba moet zijn bezwaren tegen de accountant herroepen.

Lex van Almelo

Dat zegt het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De centrale bank trok eind 2015 de tekenbevoegdheid in van de accountant die de jaarrekening zou gaan controleren van de Arubaanse verzekeraar Ennia en de Banco di Caribe (BdC), dat eigendom is van Ennia. Het gerechtshof vindt de intrekkingen ten aanzien van Ennia respectievelijk BdC niet goed onderbouwd, omdat de centrale bank geen (schijn van) belangenverstrengeling heeft aangetoond.

De centrale bank trok in 2015 ook de bevoegdheid van andere partners van KPMG Aruba in om de verklaring bij de jaarrekeningen van Ennia en BdC te ondertekenen. Die intrekking staat in deze procedures echter niet ter discussie.

Onafhankelijkheid

De centrale bank vindt dat de voorgestelde accountant* te nauwe banden onderhoudt met de controlecliënten. De directeur van Ennia, Ralph Palm, was voorheen bestuursvoorzitter van KPMG en is één van de acht vennoten van Emancipatie cv. Deze cv is eigenaar van een kantoorpand dat KPMG op Curaçao huurt. De andere vennoten van deze cv zijn drie partners van KPMG, drie voormalige partners van KPMG en een voormalig partner van KPMG Meijburg Caribbean. Palm is ook bestuurder van Respo nv, die beherend vennoot is van Emancipatie cv.

Nadat de centrale bank het bezwaar van KPMG tegen de intrekking had afgewezen, kreeg het accountantskantoor gelijk van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. In hoger beroep bevestigt het Gemeenschappelijk Hof van Justitie die uitspraak.

De beoogd controlerend accountant is geen vennoot van Emancipatie cv en heeft daar ook geen belang in. De partners van KPMG die wel vennoot zijn van de kantoorpandeigenaar maken geen deel uit van het assurance-team en zijn niet als toezichthouder, leidinggever of vaktechnisch adviseur betrokken bij de assurance-opdrachten waar het hier om draait. Ook doen zij geen aanbevelingen over de beloning van de accountant.

In de ogen van het Hof heeft de centrale bank daarom niet aannemelijk gemaakt dat:

• de KPMG-partners, die via Emancipatie een zakelijk belang delen met Palm, daardoor de resultaten van de assurance-opdracht voor Ennia respectievelijk BdC kunnen beïnvloeden;
• de andere partners van KPMG, die géén vennoot zijn van Emancipatie cv, direct invloed kunnen uitoefenen op de uitkomst van de assurance-opdrachten voor de verzekeraar en de Caribische bank.

De feiten en omstandigheden wekken ook niet de schijn dat KPMG de schijn van mogelijke beïnvloeding tegen heeft.

*) In beide uitspraken wordt de accountant ‘de heer [A]’ genoemd. Hoewel het om twee verschillende accountants kan gaan, nemen we vanwege de grote overeenkomsten tussen deze twee uitspraken aan dat het om één en dezelfde accountant gaat.