Nieuws

Geen Wwft-melding: 6 mille boete voor administratiekantoor

De eigenaresse van een administratiekantoor in Rijswijk heeft een boete gekregen van 10.000 euro, waarvan 4000 voorwaardelijk. Volgens de Rechtbank Rotterdam had zij een reeks ongebruikelijke transacties moeten melden.

Lex van Almelo

Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) ging kijken bij het administratiekantoor nadat via Meld Misdaad Anoniem een tip was binnengekomen over een cliënt van het kantoor. De cliënt stond bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als onderneming die gericht is op handelsbemiddeling in textiel, kleding, schoeisel en lederwaren, organisatieadvies en niet-gespecialiseerde groothandel in consumentenartikelen.

Het BFT vond in de administratie drie verkoopfacturen voor verbouwingen van woningen. Eén daarvan was een ‘pro forma factuur’ die geheel betaald moest worden voordat de verbouwing zou beginnen. De drie facturen werden alle betaald uit hypotheekdepots. Inkoopfacturen die samenhingen met de verbouwingen waren amper of helemaal niet te vinden. Volgens de eigenaar van het administratiekantoor heeft zij deze klant herhaaldelijk maar vergeefs gevraagd om inkoopfacturen.

Vreemde facturen

Volgens wél aanwezige facturen kocht de klant in september 2014 een partij hout en inventaris voor 25.000 euro en een vrachtauto voor 15.000 euro. De partij hout werd een week later voor 34.545,50 euro verkocht aan een andere partij, die op hetzelfde adres was gevestigd als de oorspronkelijke leverancier van de goederen. Volgens de factuur was er contant al 7500 euro aanbetaald. De oorspronkelijke leverancier is in oktober 2014 failliet verklaard. Volgens een creditnota zouden bovengenoemde goederen zijn teruggegeven wegens faillissementsfraude en heeft de curator deze verkocht.

Opmerkelijk is ook de factuur die de klant van het kantoor stuurde aan de koper. Daarop staat een bedrag van 16.200 euro voor 360 uren die twee medewerkers tussen 28 september 2014 en 10 oktober 2014 zouden hebben gewerkt. Ook wordt er 2750 euro voor reis- en telefoonkosten gefactureerd. Eind december is deze factuur geheel gecrediteerd, zo blijkt uit een creditnota.

Aangiften

Voor een andere klant deed het kantoor de aangifte loonheffing. Daarvoor maakte het over drie maanden loonstroken op naam van een meneer en een mevrouw die samen op hetzelfde adres wonen. Het salaris van de man was in november 2014 12.381,73 euro en in december 2014 6390 euro per week. De vrouw ving 4600 euro per maand aan salaris. Hoewel de klant geen administratie aanleverde over het dienstverband van de twee deed het kantoor niettemin loonaangifte namens de onderneming.

Alle genoemde facturen, creditnota’s en schriftelijke documenten bevonden zich in de administratie van het kantoor. De eigenaresse heeft echter pas begin 2017 een melding gedaan bij de FIU-Nederland. Het BFT deed daarom aangifte wegens overtreding van de Wwft, waarna het OM haar strafrechtelijk vervolgde.

Subjectieve indicatoren

De rechtbank vindt dat de eigenaresse van het kantoor meer oog had moeten hebben voor de subjectieve indicatoren uit de ‘Specifieke leidraad naleving WWFT voor accountants, belastingadviseurs en administratiekantoren’. Met name de indicatoren D1 (transacties die niet passen in de normale bedrijfsuitoefening) en J2 (onverklaarbare discrepantie tussen geld en goederenstroom) vormden een reden om een verband met witwassen te vermoeden.

De rechtbank beklemtoont dat de indicatoren en voorbeelden uit de leidraad slechts “aandachtspunten ter bewustwording” zijn. Maar als in een bepaalde situatie meerdere voorbeelden van toepassing zijn, kan dit een belangrijke aanwijzing zijn voor een ongebruikelijke transactie. De rechtbank vindt dat de kantooreigenaresse alerter had moeten zijn, omdat:

  • de verbouwingen niet pasten bij de activiteiten die waren geregistreerd bij de KvK;
  • er voor deze werkzaamheden geen (valide) inkoopfacturen waren;
  • zij deze facturen ook na herhaaldelijk aandringen niet heeft gekregen;
  • er betalingen uit een hypotheekdepot zijn gedaan;
  • de leverancier en de afnemer van hout, inventaris en vrachtauto op hetzelfde adres woonden;
  • de curator van de leverancier de verkopen klaarblijkelijk paulianeus vond;
  • de vrachtauto niet werd geactiveerd maar op de grootboekrekening ‘te verrekenen posten’ bleef staan (indicator J4);
  • 360 uur werken in twee weken feitelijk onmogelijk is voor twee medewerkers (indicatoren D2 en J2);
  • de reis- en telefoonkosten van deze medewerkers zeer hoog waren (indicator D2);
  • zij desgevraagd steeds geen nadere informatie ontving voor de loonstroken en lb-aangifte (indicator J5).

‘Kleurloos’ opzet

De kantooreigenaresse zegt dat zij niet doorhad dat de transacties ongebruikelijk waren. De rechtbank vindt dat echter geen excuus om niet te melden, omdat:

  • van de uitbater van een administratiekantoor een zekere deskundigheid mag worden verwacht;
  • de voorschriften van de Wwft ordeningsrecht zijn, waarvoor ‘kleurloos’ opzet voldoende is;
  • het er met andere woorden niet toe doet of zij de meldingsplicht opzettelijk niet heeft nageleefd;
  • het er ook niet toe doet dat zij de regels en de voorbeelden uit de leidraad onvoldoende kende.

Normaal gesproken zou de rechtbank een boete van 10.000 euro hebben opgelegd, waarvan 3000 voorwaardelijk. Maar omdat de procedure een half jaar langer duurde dan de redelijke termijn van twee jaar verhoogt de rechtbank het voorwaardelijk deel tot 4000 euro. De vrouw mag de zes mille betalen in drie maandelijkse termijnen van 2000 euro. En als zij de komende twee jaar nieuwe strafbare feiten pleegt, moet zij de 4000 euro alsnog betalen. De rechtbank hoopt dat die dreiging genoeg is om haar te weerhouden van recidive.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.