Nieuws

OvRAN is juridisch uitgepraat

De NBA kan het verenigingslidmaatschap voorschrijven aan accountants, zegt de Hoge Raad. De raad verwerpt het cassatieberoep van OvRAN en zegt dat haar advocaat niet heeft opgelet bij het verzoek om extra spreektijd bij het hof.

Lex van Almelo

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van OvRAN verworpen en daarmee de uitspraak bevestigd die het Gerechtshof Den Haag in april 2018 deed. Volgens het gerechtshof druist het verplichte lidmaatschap niet in tegen de vrijheid van vereniging, omdat de NBA een openbaar lichaam is dat niet alleen het belang van haar leden dient, maar ook het algemeen belang. De Hoge Raad sluit zich bij dit oordeel aan.

De vrijheid van vereniging is als grondrecht opgenomen in artikel 11 van het EVRM. De Hoge Raad heeft drie jaar geleden al in een strafrechtelijke procedure gezegd dat artikel 11 alleen van toepassing is voor privaatrechtelijke verenigingen. De NBA is daarentegen een beroepsorganisatie die:

  • bij wet is ingesteld;
  • is ingebed in publiekrechtelijke structuren;
  • ook doelen van algemeen belang nastreeft;
  • administratieve, regulerende en tuchtrechtelijke taken heeft buiten de sfeer van het gewone recht.

Advocaat lette niet op

Toch deed OvRAN het in deze procedure nog eens dunnetjes over. Ook wilde OvRAN de rechter laten verklaren dat handhaving van de lidmaatschapsvoorschriften onrechtmatig is tegenover haar. In cassatie voerde OvRAN onder meer aan dat het gerechtshof:

  • de strekking van artikel 11 EVRM niet expliciet heeft betrokken bij zijn beslissing;
  • ten onrechte heeft gezegd dat de NBA een publiekrechtelijke vereniging is louter omdat zij een openbaar lichaam is;
  • niet heeft meegewogen dat de NBA een ondernemersvereniging is met privaatrechtelijke kenmerken;
  • ook andere stellingen over de NBA heeft genegeerd;
  • heeft verzuimd een besluit te nemen over het verzoek van OvRAN om de spreektijd te verlengen.

De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof over het karakter van de NBA en over de verenigingsvrijheid. De klacht over het extraspreektijdverzoek wuift de Hoge Raad weg. Weliswaar had het hof inderdaad een beslissing moeten nemen over dat verzoek en die moeten meedelen aan de partijen. Maar de advocaat van OvRAN had het hof daarop tijdig moeten wijzen en moeten aandringen op een beslissing over het verzoek. Omdat de advocaat dit heeft nagelaten, kan deze klacht niet tot cassatie leiden. 

Update 10 december: OvRAN geeft in een reactie aan zich nog niet neer te leggen bij het oordeel van de Hoge Raad en naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te zullen stappen.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.