Nieuws

Kantoor alsnog beboet voor niet-melden contante transacties

Een accountantskantoor uit Noordwijk is in hoger beroep veroordeeld tot een strafrechtelijke boete van twintigduizend euro, nadat het in eerste instantie was vrijgesproken. Het Gerechtshof Amsterdam vindt het ernstig dat het kantoor er bewust voor heeft gekozen contante transacties niet te melden bij de FIU-Nederland.

Lex van Almelo

Het accountantskantoor voerde de boekhouding van een aannemersbedrijf. In het eerste kwartaal van 2013 stuit het kantoor op zes facturen ad 30.250, 17.545, 11.192,50, 11.676,50, 15.125 en 18.150 euro inclusief btw. Op al die facturen staat dat deze contant zijn betaald. In september 2013 verwerkt het kantoor vijf facturen die contant moeten worden voldaan en één factuur die contant is voldaan. De factuurbedragen variëren van 6050 tot 33.216,92 euro.

Het kantoor negeert terecht de objectieve indicator voor ongebruikelijke transacties. Veel betalingen komen weliswaar boven de meldgrens van vijftienduizend euro, maar zijn niet aan of via het kantoor gedaan. Deze indicator is dan ook niet van toepassing, zegt het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep, nadat de Rechtbank Amsterdam het kantoor in november 2018 had vrijgesproken.

Spaargeld vader

De subjectieve indicator is daarentegen wel van toepassing. In de Specifieke leidraad staat in paragraaf 4.3.2 dat bouwbedrijven een hoger witwasrisico met zich mee kunnen brengen vanwege zwarte omzet en/of mogelijk steekpenningen/smeergelden. In de bijlage staat bij de subjectieve indicator onder E, dat:

  • de cliënt een voorkeur heeft voor activa die geen sporen achterlaten, zoals contant geld, toonderpapier, toonderpolissen;
  • het betaalverkeer een ongebruikelijk patroon vertoont;
  • de gelden waarover de cliënt beschikt afkomstig zijn uit onduidelijke bronnen;
  • de genoemde bronnen onwaarschijnlijk of onvoldoende gedocumenteerd zijn.

Op de facturen uit het eerste kwartaal van 2013 staat dat deze contant zijn betaald. Volgens de eindverantwoordelijke accountant-administratieconsulent had hij deze facturen al in handen bij het cliëntenonderzoek in mei 2013. Hij heeft toen gevraagd naar het hoe en waarom van de betalingen en facturen en naar de bron van het contante geld. Op dat moment had het kantoor de geldstromen van het bedrijf nog niet in beeld en nog geen bankafschriften en kasbladen gezien.

De accountant heeft pas ruim een jaar later een melding gedaan, nadat hij van de curator van het bedrijf had gehoord dat er mogelijk een connectie bestond met het kweken van hennep. Eerder melden vond de accountant niet nodig, omdat de klant hem zei dat het ging om spaargeld van zijn vader op wiens naam het bedrijf stond. Dat een dga privévermogen in een onderneming stort, is volgens de accountant niet ongebruikelijk.

Het gerechtshof wuift dit weg, omdat:

  • het niet duidelijk is waarom deze verklaring over de herkomst aannemelijk zou zijn;
  • de verklaring op geen enkele wijze kon worden geverifieerd.

De NBA-Richtsnoeren uit 2008 schrijven voor dat de accountant alle bekende feiten en omstandigheden moet afwegen, nader intern onderzoek moet doen en een en ander moet vastleggen. De accountant zegt dat hij dit heeft gedaan, maar heeft dit niet gestaafd met stukken.

De contant betaalde facturen – voor in totaal 108.350 euro – en het verhaal over het spaargeld zijn geen reden om de subjectieve indicator niet van toepassing te vinden. “Daarbij komt dat vanuit de beroepsgroep nog extra is gewaarschuwd voor zwart geld bij bouwbedrijven”, zegt het gerechtshof.

Thaise connectie

Ook de facturen van september 2013 hadden moeten leiden tot een melding. Op het merendeel van de facturen staat expliciet dat is afgesproken dat ze contant worden voldaan. Gezien de eerdere contante transacties met dezelfde leveranciers had het kantoor ook deze transacties moeten aanmerken als ongebruikelijk. De meldplicht geldt namelijk ook voor voorgenomen transacties.

Tien facturen zijn afkomstig van een onderneming die de aannemer in maart 2013 had verkocht aan een Engelse vennootschap en in oktober 2013 failliet ging. Volgens het hof had het kantoor dit moeten weten, omdat het eerder de ib-aangiftes 2010 tot en met 2012 had ingediend. De accountant wist dus dat zijn cliënt de eigenaar was en ook op de loonlijst stond van die onderneming. Het verweer dat de accountant het verband tussen beide bedrijven niet had gezien, vindt het gerechtshof “ongeloofwaardig”. De stempel met de volledige naam van de onderneming stond immers op de facturen uit het eerste kwartaal van 2013. En op basis van deze facturen had het kantoor in  mei 2013 suppletie-aangifte ob gedaan.

Voor de factuur van een ander bedrijf geldt vrijwel hetzelfde. Dit bedrijf was tot 2010 eigendom van de vader en een andere gelieerde partij. Zij verkochten het bedrijf aan een onderneming in Thailand en schreven het een jaar later uit het Handelsregister uit. Met een deugdelijk cliëntenonderzoek, zoals de Wwft voorschrijft, had de accountant deze zakelijke voorgeschiedenis op eenvoudige wijze kunnen achterhalen.

Bovendien was de administratie van de aannemer incompleet. Ondanks vele aanmaningen van de accountant heeft de aannemer geen kasboek opgemaakt. Het kantoor deed het daarom eind 2013 maar zelf.

Bewuste keuze

Volgens het gerechtshof heeft de AA er als bestuurder van het accountantskantoor bewust voor gekozen de transacties niet te melden bij de FIU-Nederland. Het hof vindt een boete van twintigduizend euro passend en geboden. Dat bedrag had het OM aanvankelijk ook geëist, maar het verlaagde de eis tot achtduizend euro, omdat de advocaat-generaal het beroepsschrift te laat had ingediend.

Het hof negeert ook het pleidooi van de raadsman, die er op wijst dat het kantoor sinds de aankondiging van het verhoor bij de FIOD veel heeft verbeterd. Zo heeft het scherpe(re) richtlijnen vastgelegd voor het ontdekken van ongebruikelijke transacties en is het kantoor deelnemer van de stichting FIAD, waarin ongeveer 25 accountants casestudies bespreken.

Volgens het hof heeft het kantoor:

  • nagelaten meerdere ongebruikelijke transacties onverwijld te melden bij de FIU-Nederland, ondanks de poortwachtersfunctie en de belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de bestrijding van witwassen en belastingfraude;
  • de overheid door niet te melden de mogelijkheid ontnomen zicht te krijgen op geldstromen en achterliggende strafbare feiten op te sporen.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.