Nieuws

Baker Tilly 'niet bevoorrecht' met relatief lage boete

Met de boete van twintigduizend euro voor het adviseren en opzetten van fiscale constructies is Baker Tilly niet bevoorrecht, zegt staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën in antwoord op Kamervragen van Renske Leijten (SP).

Lex van Almelo

Of de staatssecretaris erkent dat “het mogelijk maken van belastingontduiking een ernstig vergrijp is, dat niet mag lonen”. En of hij dan kan verklaren “waarom accountant Baker Tilly Berk er met een schijntje van af komt voor het verzinnen van een ontduikingsroute via Cyprus?” Mede namens de minister van Justitie en Veiligheid antwoordt staatsecretaris Hans Vijlbrief dat belastingontduiking als een ernstig vergrijp wordt beschouwd. Dat blijkt wel uit de ‘(forse)’ strafmaxima van zes jaar cel of een geldboete van de vijfde categorie. Dat de boete in de vijfde categorie maximaal 87.000 euro bedraagt, zegt de bewindsman er niet bij.

Baker Tilly – voorheen Baker Tilly Berk geheten –  heeft echter geen geldboete betaald, maar een schikking (‘transactie’) getroffen met het OM. Het schikkingsbedrag is daarbij in beginsel hetzelfde als het bedrag dat het OM zou eisen op een openbare terechtzitting. “Voor zover het beeld zou bestaan dat verdachten die een transactie aangeboden krijgen hiermee een bevoorrechte behandeling genieten, is dit beeld dus niet terecht.”

Desgevraagd zegt de bewindsman dat de tarieven en de omzet van het kantoor geen rol spelen bij het bepalen van het bedrag. Wel speelde een rol dat Baker Tilly:

  • zichzelf heeft gemeld bij het OM;
  • de feiten heeft erkend;
  • maatregelen heeft genomen.

Daardoor was geen extra onderzoek nodig. Dat zou lang hebben geduurd, terwijl verjaring op de loer lag, mede vanwege de vertraging door de coronacrisis. Voor het afschrikwekkend effect moet je volgens Vijlbrief niet alleen kijken naar de hoogte van het bedrag, maar ook naar “het feit dat een accountantskantoor voorwerp is (geweest) van strafrechtelijk onderzoek in het kader van het bedenken en adviseren van (grensoverschrijdende) belastingconstructies”.

Dat de ouders die werden verdacht van fraude met kinderopvangtoeslagen harder zijn aangepakt, kan de bewindsman tot op zekere hoogte beamen. Ouders bij wie de Belastingdienst opzet of grove schuld vermoedde, zijn “inderdaad geconfronteerd met een harder invorderingsregime dan ouders die die kwalificatie niet hebben gekregen”. De invordering van schulden met die kwalificaties is stopgezet. Verder vallen de strafrechtelijke appels moeilijk te vergelijken met de fiscaalrechtelijke peren.

Tax Governance Code

Wat de beantwoording van de vragen niet vergemakkelijkt is dat Leijten geen onderscheid maakt in belastingontwijking (legaal) en belastingontduiking (strafbaar). Om ontduiking tegen te gaan, vestigt de staatssecretaris zijn hoop op het bedrijfsleven en de belastingadviessector, die een Tax Governance Code zouden moeten ontwikkelen voor fiscaal en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Baker Tilly is strafrechtelijk aangepakt; voor minder ernstige vergrijpen zijn bestuurlijke (verzuim)boetes mogelijk. Met name als de belastingplichtige zich niet bewust is geweest van de fraude en de belastingadviseur daarbij slechts een ondergeschikte rol heeft vervuld. Sinds 1 januari 2020 kunnen de vergrijpboetes openbaar worden gemaakt die zijn opgelegd aan professionals die opzettelijk belastingfraude hebben meegepleegd.

De bewindsman vindt de mogelijkheden om bestuursrechtelijk op te treden tegen intermediairs, zoals belastingadviseurs, accountants en financiële instellingen “vooralsnog toereikend”, maar zegt in dezelfde ademtocht dat hij bereid is “te onderzoeken of het bestaande instrumentarium toereikend is en voldoende wordt ingezet”.

Geen overzicht

Volgens Vijlbrief vormt fraudebestrijding ‘één van de kerntaken’ van de Belastingdienst. Cijfers over de strafrechtelijke afdoening zijn te vinden in de Fraudemonitor. Hij kan echter niet zeggen hoeveel bedrijven en belastingadviseurs de afgelopen jaren tegen de lamp zijn gelopen en succesvol zijn veroordeeld voor belastingontwijking. “Dit komt omdat belastingontwijking niet strafbaar is gesteld.”

Overigens moet Vijlbrief ook het gevraagde overzicht schuldig blijven met cijfers over de vervolging en afdoening van belastingontduiking. Omdat “er geen eenduidige wettelijke grondslag is op basis waarvan fiscale delicten worden vervolgd” kan hij “geen sluitend beeld” geven. Zo worden fiscale delicten niet alleen vervolgd op grond van de artikel 68 en 69 van de AWR, maar ook vaak op grond van het Wetboek van Strafrecht (bijvoorbeeld valsheid in geschrift, deelname aan een criminele organisatie of witwassen). En van verdachte natuurlijke personen wordt niet geregistreerd welk beroep zij uitoefenen, zodat niet bekend is of zij bijvoorbeeld belastingadviseur zijn.

In het geval van Baker Tilly zijn de zaken tegen alle belastingadviseurs geseponeerd. Datzelfde geldt voor de toenmalige bestuursvoorzitter. De Accountantskamer heeft hem een berisping opgelegd, die in hoger beroep is bevestigd. Als controlerend accountant ging hij ten onrechte akkoord met de post royalties in de jaarrekeningen 2011 en 2012, die samenhingen met een trustconstructie die het kantoor rond 2006 adviseerde en opzette.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.