Opinie

Onwetendheid, verwondering en ongeloof inzake fraude en witwassen

Ik zit momenteel in Mexico City. Ik vernam zojuist de strafeis in de zaak-Holleeder (wat is dat internet toch mooi!). Het bracht mij tot de volgende reflectie.

Marcel Pheijffer

Ik doceer in de maanden november en december mijn keuzevakken fraude & witwassen en forensische accountancy. Het eerste vak aan accountancystudenten, het tweede aan rechtenstudenten. Mijn studenten vinden dat meestal leuke vakken. Ik probeer ze enige 'verwondering' bij te brengen. Door ze te laten zien hoe simpel fraude- en witwastrucjes kunnen zijn.

Ik neem ze bijvoorbeeld mee naar de bouwfraude. Aan de hand van de zogeheten ‘schaduwadministraties' leg ik ze de drie elementen van fraude uit: opzet, misleiding en het beogen van een wederrechtelijk voordeel. Met name aan de eerste twee begrippen schenk ik veel aandacht. Ze moeten soms lachen om het juridisch taalgebruik. Zo wordt de misleiding juridisch ingekleurd als 'listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels'.

Ik neem ze ook mee naar de AHOLD-kwestie van de side-letters. Een dergelijk voorbeeld spreekt ze aan. Het is herkenbaar voor ze omdat de kranten en televisie er aandacht aan hebben geschonken. Veelal doelen ze dan op De Telegraaf en het Journaal. Als het meezit gaat het om het NRC Handelsblad of NOVA. Ja, ik erger me soms aan het gebrek aan intellectuele hongerigheid van de hedendaagse student. Ik zie overigens weinig verschil tussen studenten accountancy en rechten.

Ik probeer dezer dagen aandacht te schenken aan de actualiteit, de zaak-Holleeder. In de rechtszaal zijn twee aspecten aan de orde gesteld: witwassen en afpersing. Beide aspecten zijn financieel van aard.Ik vraag studenten mij uit te leggen hoe het witwassen en de afpersing in elkaar steken. Met een stilzwijgen als gevolg ... Ze hebben het zich nooit afgevraagd of ze snappen het gewoon niet.

Na mijn uitleg is dat anders. Ze raken zelfs enthousiast als ik ze vraag zelf wat
witwasconstructies te bedenken. Als beloning geef ik ze een virtueel koffertje met een miljoen euro mee en vraag ze een constructie te bedenken om het voor mij wit te wassen. Een volgend college mogen ze het mij uitleggen. Ik ben dan vooral benieuwd naar hun vindingrijkheid. Meestal heb ik slechts een paar potentials op crimineel gebied in de klas. Dat is dan weer hoopgevend.

Tot slot. Ik geef in het kader van permanente educatie ook regelmatig college aan reeds afgestudeerde accountants. Over onderwerpen als fraude, witwassen, ethiek en integriteit. Ik hoop dan altijd dat zij het kennisniveau van reguliere studenten ontstijgen. Maar vaak lijkt het alsof accountants geen belangstelling hebben voor de zaak-Holleeder. Dat zij menen niet geconfronteerd te kunnen worden met witwaspraktijken. Ook hen probeer ik dan ‘verwondering' bij te brengen. Bijvoorbeeld door ze de jurisprudentie voor te houden waarin is bepaald dat fiscale fraude - in de vorm van het afromen van omzet of het buiten het zicht van de fiscus houden van vermogensbestanddelen - ook onder de definitie van witwassen kan vallen. De monden vallen dan open: 'Noemt de rechter dat ook al witwassen?!' Een enkeling fluistert zachtjes, in de hoop dat ik het niet hoor: 'Er mag tegenwoordig ook niets meer.' Maar gelukkig: mijn oren zijn nog goed!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.