Opinie

Het journaille

Regelmatig word ik door journalisten gebeld. Zij zijn altijd op zoek naar aansprekende quotes. Over zaken die bij hen en hun lezerspubliek verontwaardiging oproepen. Soms terecht, maar vaak ook niet. Regelmatig 'onderwijs' ik journalisten over zaken aangaande mijn vakgebied: fraude, witwassen, integriteit en aanverwante zaken.

Journalisten noemen bepaalde handelingen al gauw fraude, terwijl daar juridisch gezien geen sprake van is. Bijvoorbeeld omdat er (nog) onvoldoende bewijs is.

De hiervoor bedoelde contacten met journalisten spelen zich vaak af in het informele circuit. Zolang er nog onvoldoende feiten openbaar zijn om voor mezelf - los van wat de mening van de journalist is - tot een mening over de mij voorgehouden kwestie te komen, heb ik geen behoefte te reageren.

Voorts wil ik altijd de basisstukken zien die in casu een belangrijke rol spelen. Journalisten kunnen die - mede vanwege bronscherming - echter niet altijd tonen. Meestal verricht ik eerst zelf enig aanvullend onderzoek alvorens formeel met een journalist in gesprek te gaan.

Mijn houding en werkwijze zijn noodzakelijk om ongefundeerde uitspraken te voorkomen. Dat past bij mijn achtergrond als accountant en bij het ambt van hoogleraar. Bij dat ambt past ook deelname aan het maatschappelijk debat. Hoogleraren accountancy dienen zich naar mijn mening te mengen in het debat over zaken als fraude, topbeloningen van bestuurders, corporate governance, de rol van partijen in de kredietcrisis en andere, soortgelijke onderwerpen.

Helaas zijn veel uitingen van (Nederlandse) hoogleraren vooral veilig en obligaat. Scherpe kritiek en duidelijke opvattingen ontbreken nogal eens. De dubbele rol die zij vaak vervullen - hoogleraar enerzijds en openbaar accountant of een andere praktijkfunctie anderzijds - is daar een duidelijke oorzaak van.

Terug naar het journaille. Onlangs werd ik weer gebeld. De betrokken journalist had de auteur van het boek McMafia, Misha Glenny, geïnterviewd. 'In zijn boek onderzoekt Glenny hoe criminele netwerken profiteren van grenzen en van het wegvallen van grenzen. Hoe ze handig gebruikmaken van nieuwe technologieën, van de liberalisering van de wereldeconomie en van de zwakheid van staten in de derde wereld. En ten slotte hoe ze inspelen op de onstilbare honger naar illegale goederen en diensten in vrijwel alle delen van de wereld: van prostitutie en goedkope arbeid tot drugs, onbelaste sigaretten, wapens en niet te vergeten betaalbare politieke invloed.', aldus NRC Handelsblad in een recensie.

De journalist wilde ook de mening over deze thematiek van een Nederlandse advocaat, een criminoloog en een forensisch accountant horen. Hij belde mij en legde mij enige vragen voor die ik goed kon beantwoorden vanuit mijn arbeidsverleden bij de FIOD. Vrij algemene vragen. We maakten er een officieel interview van.

Waarom dit alles? Voor mij was het een verrassend interview, voor een weinig verhullend blad. Ik had nooit verwacht in dat blad terecht gekomen. Menig mannelijk én vrouwelijk collega zal er jaloers op zijn.

Nieuwsgierig geworden? Koop de Penthouse van de maand augustus. Voor de interviews, uiteraard.      

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.