Opinie

De wet is de wet, toch?

Geert Wilders dient vervolgd te worden voor haat zaaien en aanzetten tot discriminatie. Onaardige dingen zeggen over de Islam mag niet in Nederland, de wet is daar betrekkelijk helder over. Een meerderheid van 1.153 lezers van de NRC-site vindt desondanks dat vervolging geen goed idee is. Ook Wilders zelf meent dat het een "zwarte dag" voor de vrijheid van meningsuiting nu het hof meent dat de wet nu eenmaal de wet is.

Ik hoorde een discussie over dit onderwerp met onder meer een CDA-politica op Radio 1 terwijl ik naar huis reed van een WWFT-cursus. Opvallend vond ik de opmerking dat in Nederland de vrijheid van meningsuiting zoveel verder gaat dan in de meeste landen. 

Dat zal best waar zijn, maar ik vraag me af of je je met 'de meeste landen' moet willen meten. Het vrij striemende commentaar uit het land waar zowel de vrijheid van meningsuiting als de scheiding der machten, die in deze casus ook in het geding is, nogal serieus wordt genomen, vind ik boeiender dan de vraag of  vijftig procent van de landen in deze wereld minder vrijheid van meningsuiting kennen dan Nederland. 

Minstens zo aardig vond ik de van politici bekende dooddoener 'we hebben die wetten samen zo afgesproken'. Wij leven in een indirecte democratie, waarin we hooguit om de vier jaar een volksvertegenwoordiging mogen kiezen, die op haar beurt al dan niet de nieuwe regering van de monarch accepteert. Het is in essentie de monarch immers die een regering samenstelt. Wie zich de vorming van Paars I herinnert, weet dat dat bepaald geen loze kreet is. 

Maar dat is allemaal leuk en aardig, we leven hoe dan ook wel in een rechtsstaat, waarin wetten over het algemeen toch geacht worden nageleefd te worden. Zelfs de grote tegenstander van gedoogbeleid, de VVD, denkt daar soms toch anders over, maar het is meestal wel de lijn in ons land. 

Het sloot allemaal aardig op elkaar aan, die discussie over wetsinterpretatie, en de WWFT-cursus waar ik net vandaan kwam. De belangrijkste discussie dáár was: moeten we een transactie melden, als we die alleen maar zien bij de cliënt? De toezichthouder schijnt te vinden van wel, de beroepsorganisaties vinden waarschijnlijk van wel: 

Behalve van voornoemde ‘actieve betrokkenheid' van de dienstverlener kan ook sprake zijn van een ‘passieve betrokkenheid'. Hierbij valt te denken aan de belastingadviseur die bij het verzorgen van de belastingaangifte een ongebruikelijke transactie op één of andere wijze opmerkt in de belastingaangifte of de accountant die een ongebruikelijke transactie op één of andere wijze opmerkt in de administratie van de cliënt. Naar het oordeel van de beroepsorganisaties is ook in die gevallen het bestaan van een meldingsplicht aannemelijk.

Ik heb inmiddels ook al een advocaat gesproken die het daar niet mee eens is. Artikel 16 van de WWFT zegt: 

Een instelling meldt een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie binnen veertien dagen nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie bekend is geworden, aan het meldpunt.

Daar staat niet 'een transactie waarin de instelling partij is'. 

Maar als je vervolgens naar de Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) kijkt die bij de WWFT hoort, zie je daar dat voor onder andere accountants een subjectieve en een objectieve indicator gegeven is. 

De objectieve indicator spreekt expliciet over 'Transacties (...) betaald aan of door tussenkomst van de beroepsbeoefenaar'

De subjectieve indicator spreekt alleen van Transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.

Maar wanneer heb je die aanleiding? De beroepsorganisaties stellen zich op het standpunt dat bij passieve betrokkenheid ‘waarschijnlijk' een meldingsplicht bestaat. En dus dient een accountantskantoor te monitoren of het risico van witwassen of terrorismefinanciering aan de orde is. 

Je zou echter ook kunnen redeneren dat de toezichthouder wel graag kan willen dat de wet zover wordt opgerekt dat de accountant een onbezoldigd opsporingsambtenaar wordt, maar dat de wet in Nederland uiteindelijk door de rechter wordt getoetst. De beroepsorganisaties houden daar rekening mee, maar gaan vooralsnog maar uit van het idee dat de toezichthouder "waarschijnlijk" gelijk krijgt. 

Ik zal niet bestrijden dat de beroepsorganisaties gelijk hebben, de rechter zal waarschijnlijk de mening van de toezichthouder wel volgen. Maar vanzelfsprekend vind ik het niet. 

Wat nu als je als kantoor kiest voor de minder waarschijnlijke interpretatie? Dan neem je in ieder geval een juridisch risico. Maar het ontslaat je niet van de noodzaak toch wel iets te doen met "ongebruikelijke transacties" die je ziet bij de cliënt. Niet op grond van de WWFT, maar op grond van COS 250.30 en 250.31. 

Daarover in een volgende bijdrage meer.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.