NIVRA

Fusie NIVRA-NOvAA: Zeventien vragen, één antwoord

Marcel Pheijffer is voorstander van de fusie, maar met zeventien vragen drukt hij tegelijkertijd zijn begrip uit voor twijfelaars en tegenstanders. Huiswerk voor de besturen van beide beroepsorganisaties, stelt hij, en hij roept ook de andere leden op hun huiswerk tijdig op te geven.

Nu ben ik doorgaans niet dol op huiswerk - de werkdag is al lang genoeg - maar hier zou ik zeggen: kom maar op! Want het is goed om juist nu argumenten te wisselen en niet te wachten tot het allerlaatste moment van de Ledenvergadering.

Voor het gemak cluster ik de vragen van Marcel Pheijffer in vier hoofdvragen:

1. Waarom een fusie?
In mijn eerdere column heb ik al enkele argumenten aangegeven. Eén stem naar buiten vertaalt zich in een krachtiger en meer eenduidig optreden naar toezichthouders, wetgever, politiek en het maatschappelijk verkeer. Een efficiënte bureauorganisatie betaalt zich terug in een lagere contributie. En waar Marcel Pheijffer suggereert dat we al één set van beroepsregels hebben, kan ik stellen dat kleine verschillen nog steeds zorgen voor grote irritatie. Weg ermee!

Zijn er nog andere redenen? Jazeker; zoals Pheijffer zelf al aangeeft: als het beroep niet acteert, zal de politiek handelen. Over enkele jaren wordt de wetgeving geëvalueerd, en de kans dat de bescherming van het accountantsberoep via twee publieke beroepsorganisaties wordt voortgezet is vrij gering. Vandaar de noodzaak het heft in eigen hand te nemen.
Waarom dan toch nog twee titels? Titelbehoud is geen must, maar erkende titels gooi je ook niet zomaar weg. Zolang markt en samenleving de waarde ervan erkennen, is het goed om beide kwalificaties te koesteren.

2. Waarom deze besturing?
Waarom een dertienkoppig bestuur? Kan dat niet een tandje minder? Het geheel toont volgens Marcel Pheijffer het 'verstandskarakter' van het fusiehuwelijk. Nu is er niets mis met een verstandshuwelijk. Dat zou wel eens duurzamer kunnen zijn dan een huwelijk dat vol hitte en hartstocht van start gaat. En dertien leden is veel, maar minder dan de huidige zestien, en voor de eerste periode een garantie dat de vele belangen op het hoogste niveau worden gehoord en gewogen. Polderen is niet altijd de snelste weg, maar je houdt wel droge voeten.

Openbaar accountants voeren (nu ook al) in het bestuur de boventoon vanwege hun wettelijke positie, maar dat is geen reden voor separatisme á la Blokdijk. Het gemeenschappelijk belang van accountants beperkt zich niet tot de externe controle en die diversiteit weerspiegelt zich in het bestuur. Bij het vaststellen van de bestuurlijke verhoudingen is overigens niet alleen gelet op representativiteit, maar zijn ook financiële inbreng en de bestuurlijke agenda meegewogen.
Het gekozen bestuur zal meer dan voorheen zichtbaar zijn voor leden en maatschappelijk verkeer. Dit rechtvaardigt een directie die zich meer toelegt op coördinatie en operatie en de kwaliteit en efficiëntie van de ondersteuning waarborgt. Competenties die ook buiten het accountantsberoep te vinden zijn en niet direct een RA- of AA-kwalificatie vereisen. In de noodzakelijke accountantsexpertise wordt bovendien ruimschoots voorzien door de vele RA's en AA's in bestuur, commissies en bureau.

3. De maatschappelijke positie
Ongenuanceerd zijn Pheijffers uitspraken over 'stroperigheid en gekonkel binnen de burelen'. Je hoeft het niet eens te zijn met opinies van het NIVRA, maar de totstandkoming ervan op deze wijze afdoen is een miskenning van het vaak complexe juridische en beroepsmatige karakter van veel kwesties. Desondanks zijn procedures en bevoegdheden nu niet altijd transparant, reden om een stringenter proces van regelgeving en uitingen voor te stellen, met daarbinnen een zwaarder en onafhankelijker College voor Beroepsreglementering. Voorts zal de gefuseerde organisatie het maatschappelijk debat, dat het NIVRA de afgelopen jaren is gestart, onverminderd voortzetten. Met ook in de eigen media - in welke vorm dan ook - veel ruimte voor opinie en discussie.

4. De financiën
"Ook in de financiële paragraaf heerst het verstand in plaats van liefde", aldus Pheijffer. Het is geen uitspraak die getuigt van veel realisme. Uit liefde zou de NOvAA een forse storting moeten doen in de kas van de gefuseerde organisatie. Tja.
Gelukkig is de financiële paragraaf gestoeld op nuchterheid en gezond verstand. NOvAA-leden krijgen hun rechtvaardig deel terug, tegelijkertijd zal de nieuwe beroepsorganisatie kunnen starten met een aanvaardbaar vermogen. Uit de in november te publiceren meerjarenbegroting (inclusief de kosten voor een sociaal plan) zal blijken dat in enkele jaren het benodigde weerstandsvermogen kan worden bereikt.

Ondanks zijn vragen blijft Pheijffer voorstander van de fusie vanuit overtuiging en politiek gevoel. Dat stemt verheugd, maar is inderdaad geen reden om argumentatie en discussie achterwege te laten. Ik hoop dan ook van harte dat bovenstaande reactie op de zeventien vragen nadere onderbouwing biedt voor dat ene antwoord dat Marcel Pheijffer zelf al geeft: een fusie is waardevol en noodzakelijk voor samenleving en beroep. 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Berry Wammes is programmadirecteur Cultuur en Beroepsontwikkeling bij de NBA. Hij was tot 1 september 2023 algemeen directeur van de NBA.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.