Opinie

DNB - DSB: zit Nout fout?

Ik heb een hekel aan personen die telkens maar weer recht breien wat krom is. Veel topbestuurders - sommigen ook in onze sector - worden er op geselecteerd. DNB-president Nout Wellink heeft zich sinds het uitbreken van de crisis op de financiële markten volgens velen ontpopt tot opper-recht-breier (leuk woord voor het Nederlands Dictee, ik schrijf het vast fout). Ik sluit me definitief bij hen aan.

Waarom? Tot nog toe heeft Nout Wellink het volk - en recentelijk op de Accountantsdag ook ons, het accountantsvolk - willen laten geloven dat De Nederlandsche Bank, laat staan hem persoonlijk, niets substantieels valt te verwijten.

Kleine foutjes maken we allemaal, zelfs Nout, maar dat is inherent aan het functioneren van de mens. Maar zijn blazoen raakt steeds meer beschadigd. Deze week vooral door RTL Nieuws, dat vele documenten openbaar heeft gemaakt over het toezicht van DNB op DSB Bank. Die documenten - door mij maar weer liefkozend smoking guns genoemd - overtuigen mij van het feit dat er sprake is van falend toezicht onder verantwoordelijkheid van Nout Wellink.

Waarom? Omdat onder diens leiding in dezelfde week directielid prof. dr. A. Schilder RA in staat is een waslijst van zorgpunten te uiten die de topleiding en organisatie van DSB Bank betreffen, terwijl de Afdeling Banken een positief oordeel uit over de deskundigheid en tot op zekere hoogte ook de betrouwbaarheid van DSB-topman Dirk Scheringa.

Ik zal zo de feiten benoemen opdat u zelf kunt oordelen. Kijk daarbij ook naar de datering van de stukken. Ik oordeel niet met wijsheid achteraf, maar naar de feiten die twee jaar geleden door een en dezelfde instelling werden gedocumenteerd. Oordeel als lezer dus eveneens naar de stand van zaken toentertijd.

Gesprek 4 december vastgelegd in een brief van 11 december 2007
In deze brief gaat het om de weergave door DNB-directielid Schilder van een gesprek dat hij en andere DNB-functionarissen hadden met onder meer Gerrit Zalm namens DSB Bank. Schilder vat zijn zorgpunten in de brief samen, waarvan ik hierbij de volgende selectie maak:

  • de wijze waarop de besluitvorming binnen de Raad van Bestuur onder leiding van de voorzitter plaatsvindt, waaronder de vraag of er voldoende evenwicht is tussen het commercieel ondernemen enerzijds en risicobeheer anderzijds;
  • het ontbreken van voldoende adequate maatregelen in het belang van de solvabiliteit en liquiditeit alsmede de wijze waarop de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen hier tot op heden sturing aan geven;
  • de huidige kwaliteit van het risicobeheer binnen DSB. Meer specifiek gaat het om een kwalitatief en/of kwantitatief onvoldoende niveau van de interne accountantsdienst, de afdeling finance & control, de compliance-functie en de risk management-functie;
  • de onvoldoende kwaliteit van de managementinformatie ten behoeve van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen;
  • de totstandkoming en het realiteitsgehalte van het interne jaarplan 2008;
  • het ontbreken van een contingency-plan om plotselinge intensieve opvragingen van spaargelden op te vangen.

De DNB-directeur spreekt over ‘zorgpunten'. Als ik die lees gaat het om aspecten die de deskundigheidsbeoordeling van de voorzitter van de Raad van Bestuur van DSB Bank, Dirk Scheringa, raken. Alle de hier genoemde punten vallen immers onder diens verantwoordelijkheid. De opmerking over het ‘realiteitsgehalte van het interne jaarplan' zou aan diens betrouwbaarheid kunnen raken.

En hoe zit het nu eigenlijk met Scheringa's deskundigheid en betrouwbaarheid? Welnu: die werden nagenoeg tegelijkertijd door dezelfde DNB getoetst.

Brief 7 december 2007
De Afdeling Banken 1 neemt blijkens voormelde brief het besluit tot instemming met de voorgenomen benoeming van Dirk Scheringa tot bestuurder van DSB Schade NV, DSB Leven NV en Hollands Welvaren Leven NV. Voor de instemming van met die benoeming diende de deskundigheid en betrouwbaarheid van Scheringa te worden getoetst.

DNB oordeelt ten aanzien van het deskundigheidsaspect als volgt: ‘Op basis van de overlegde stukken en door het raadplegen van (openbare) bronnen zijn wij van oordeel dat wordt voldaan aan de eisen van deskundigheid.'

Ik kom op dit punt echter tot de constatering dat DNB beter interne documenten in haar oordeel had kunnen betrekken dan overlegde stukken en openbare bronnen.

DNB oordeelt - in de persoon van afdelingshoofd mevrouw drs R. Pepels RA en toezichthouder D.J.R. Holthuizen RA - ten aanzien van de betrouwbaarheid als volgt: "De heer Scheringa is in 2005 voor het laatst getoetst op betrouwbaarheid. Sindsdien hebben wij geen wijziging in de voor de betrouwbaarheid relevante feiten of omstandigheden ontvangen die een redelijke aanleiding geven tot een nieuwe beoordeling."

Voor alle duidelijkheid: in 2005 werd tot een positieve beoordeling inzake de betrouwbaarheid gekomen.

Zit Nout fout?
Vanuit de DNB zijn nu drie RA's ten tonele gevoerd. Zij acteerden in dezelfde week. Onder verantwoordelijk van Nout Wellink komen zij naar mijn mening tot, laat ik het 'lief en decadent' omschrijven, oordelen die onderling niet geheel in dezelfde lijn liggen. De een heeft vele zorgpunten die de deskundigheid en betrouwbaarheid van Dirk Scheringa als functionaris raken, de anderen komen vrijwel op hetzelfde moment tot de conclusie dat betrokkene deskundig en betrouwbaar is.

Ik zeg het 'lief en decadent' omdat ik het vast verkeerd zie. Niet tot te vroege oordelen mag komen. Nout heeft er immers nog niet over gesproken. En ook dit zal hij - minimaal voor zichzelf - wel weer recht weten te breien. Toch, Nout?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.