Opinie

Mea Culpa

Je zal als accountantskantoor toch maar de controle van top-financiële instellingen mogen controleren. Systeembanken bijvoorbeeld. Het neusje van de Zalm. Ik zou verguld zijn. Vereerd. Trots. Mijn beste mensen vrijmaken.

Het is te hopen dat de 'grote vier' van de Nederlandse accountantsorganisaties dat laatste niet hebben gedaan. Het zou de conclusies die de AFM recentelijk in het 'Rapport algemene bevindingen kredietcrisisonderzoek' trok nog triester maken. En triest zijn ze.

In het onderzoek zijn achttien jaarrekeningcontroles over boekjaar 2007 betrokken van financiële ondernemingen die variëren van zeer groot tot klein en die hoofdzakelijk actief zijn als bank, verzekeraar, beursgenoteerd beleggingsfonds of financieringsmaatschappij. Het onderzoek was gericht op twee deelaspecten waar de 'kwaliteit' - en de rechte rug - van de accountant zich dient te tonen: bijzondere waardeverminderingen (impairment) en de toelichting in de jaarrekening, onder meer op het gebied van onzekerheden.

Kernbevindingen van de AFM:

  • bij elf van de achttien beoordeelde controles heeft de AFM op onderdelen relevante tekortkomingen geconstateerd, mede betrekking hebbende op ontoereikende controle-informatie;
  • accountants die onvoldoende blijk hebben gegeven van de vereiste professioneel-kritische instelling, bijvoorbeeld bij tegenstrijdige controle-informatie;
  • in een aantal gevallen hebben accountants uitsluitend gesteund op informatie van de controlecliënt.

Studenten die bij mij op elf van de achttien onderdelen een relevante tekortkoming scoren, halen een onvoldoende. Ik kan dan ook niet tot een andere conclusie komen dan dat de 'grote vier' gezamenlijk een onvoldoende hebben gescoord. En dat is heel triest: niet eens studenten, maar afgestudeerden. Too big too fail. Systeem-accountants.

Natuurlijk staat het niet zo stevig in het AFM-rapport. Keurig rapport hoor, maar ook wat braaf. Had nog concreter gemogen. Maar goed, de procedure van hoor en wederhoor heeft zorgvuldig plaatsgevonden: er is bijna een jaar over gedaan, van eind december 2008 tot 3 december jongstleden.

Het is een jaar waarin ook anderen vraagtekens hebben gezet bij de rol van accountants(organisaties). Ook ondergetekende. Al voor eind december 2008 rammelde ik aan de poorten van het Accounting Establishment. Zie bijvoorbeeld de hiernagenoemde weblogs.

De AIG-casus als voorbeeld (13 oktober 2008). Een Amerikaanse casus, maar met dezelfde problematiek als die in de AFM-rapportage wordt geduid. Ik kreeg direct en indirect standjes. Terechtwijzigingen: 'Amerikaanse kwestie, zo gaat dat in Nederland niet'.

Accountants waarschuwen al langer voor risico's. Maar dat is niet genoeg (11 november 2008). Een weblog als reactie op een bijdrage van NIVRA-voorzitter Jan Helderman in het Financieele Dagblad. Kern van mijn betoog: louter wijzen op risico's is niet afdoende.

Acccountantsberoep betrekt stelling, maar is het de juiste? (27 december 2008). Hier reageerde ik op de toentertijd door het Koninklijk NIVRA uitgevaardigde Audit Alert. Ik noemde het een 'gemiste kans' en benoemde een zestal punten waarop het beroep zich zou kunnen laten horen. En schreef: 'Het is cruciaal dat beroepsorganisaties, accountantskantoren en individuele accountants de komende tijd nadrukkelijk hun verantwoordelijkheid nemen en de rug rechten waar dat nodig is. Dat niet in het defensief wordt gegaan bij kritische geluiden. Indien het laatste wel wordt gedaan, dan wordt het beroep verder gemarginaliseerd. Dat zou jammer zijn en ook onnodig. Juist in crisistijd kunnen én moeten accountants hun meerwaarde tonen.'

De meeste dromen zijn bedrog (9 april 2009). Daarin laat ik de vier 'grote' bestuursvoorzitters in een soort 'natte droom' leiderschap tonen. Maar kort voor mijn moment suprême word ik badend in het zweet wakker...

Accountantsdag 2009 (26 november 2009). In mijn reflectie op de Accountantsdag refereer ik aan het daags ervoor verschenen interview met Roger Dassen, bestuursvoorzitter van Deloitte én hoogleraar. Met het conceptrapport van de AFM mogelijk nog op zijn bureau - hij zal het in 2009 zeker onder ogen hebben gehad - constateert hij dat het accountantsberoep 'geen blaam' treft. Ik zou het met het AFM-rapport in gedachten niet uit mijn mond hebben kunnen krijgen...

Ben ik gefrustreerd omdat er door het Accounting Establishment niet in het openbaar - ik hoop altijd maar dat er binnenskamers wel het nodige is gebeurd - op kritische geluiden van anderen en ondergetekende wordt gereageerd? Nee. Ze mogen het weerspreken, weerleggen desnoods. Met goede argumenten, deugdelijke feiten, daden in plaats van mooie woorden. Maar geen decadent taalgebruik meer alstublieft.

En geen zelfgenoegzaamheid meer. Zoals dreigde tijdens de laatste Accountantsdag, waar accountants in het 'warme bad' van 1300 soortgenoten elkaar liepen te bevestigen dat er van een accountantscrisis geen sprake was. Gelukkig staat om zo'n moment onze éminence grise Jules Muis op om jongelingen terecht te wijzen.

Voorbeelden van decadent taalgebruik? Zie de voorpagina van het Financieele Dagblad van 4 december jongstleden: "Deloitte heeft passende maatregelen genomen". En eveneens Deloitte: "Dit toont aan dat het toezicht van de AFM kwaliteitsverhogend werkt". KPMG vindt dat de toezichthouder "een belangrijke bijdrage levert aan het proces van continue kwaliteitsverbetering van de accountantscontrole". En PwC laat weten simpelweg "gelukkig" te zijn met het rapport.

NIVRA-directeur Berry Wammes toont zich een rasoptimist: het is "een goede zaak dat er maatregelen worden genomen die tot een verbetering zullen leiden". De reactie van de kantoren is volgens hem adequaat: "Men reageert meteen en constructief, zonder te bagatelliseren. Dit wordt zeer serieus genomen".

Voorgaande woorden zijn in ieder geval niet mijn 'cup of tea'. Dan liever de woorden van AFM-toezichthouder Steven Maijoor die in NRC Handelsblad van 3 december verder ingaat op het rapport. En aangeeft dat er in casu sancties hadden kunnen worden opgelegd: "We hebben nog geen sancties opgelegd, hoewel dat op basis van de wetgeving wel had gekund. (...) Teams van accountants zijn veranderd en er zijn enkele externe accountants uitgeschreven uit de registers van de AFM. Dat is niet niks. Mensen die jarenlang als accountants werkten, mogen nu ineens hun werk niet meer doen".

De quotes van Maijoor ondersteunen mijn kritische toonzetting in deze en eerdere blogs. Geen tendentieus geleuter van mijn kant. Geen ongenuanceerde oproepen om strenge straffen of iets dergelijks. Maar een oproep om openlijke zelfreflectie, zelfkritiek en zelfreiniging binnen het Accounting Establishment.

Mijn eigen zelfreflectie? Ik schrijf te lief. Wellicht zelfs met decadent taalgebruik. Het doet me denken aan de Nederlandse topeconoom Willem Buiter die bij Citigroup gaat werken en daarom stopt met zijn fantastische blogs. Het schrijven daarvan - de geneugten van "academische vrijheid" - zal hij gaan missen. De geneugten die hij ziet zijn "de mogelijkheden om deel te nemen in het publieke debat met expressieve, stevige taal, sterke metaforen, parallellen en grappen, om af en toe over de top te gaan".

Buiter duidt de essentie van wetenschap: "Academici hebben geen andere plicht dan de waarheid zoals zij die zien te verkondigen. Dat geeft ze de mogelijkheid ondiplomatiek, bot, tactloos en uitgesproken te zijn op een manier die onacceptabel is in de grote wereld, de wereld van volwassen".

In die woorden kan ik mij vinden. In het licht van het AFM-rapport geeft Buiter mij op een of andere manier toch het gevoel dat ik heb gefaald. Zoals gezegd: ik schrijf te lief...

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.