Opinie

Accountantsdomino en cheerleaders

Onze taal is vorig jaar verrijkt met de term 'bankendomino'. Het is een desastreus spel waaraan je beter niet kunt meedoen.

'Accountantsdomino' is eveneens een spel waar je niet aan mee wilt doen. Binnen de accountancy is een aantal jaren geleden een grote 'steen' omgevallen: Arthur Andersen. In de huidige crisis zijn accountants(kantoren) tot nog toe relatief buiten schot gebleven.

Maar toch worden de voorbereidingen getroffen voor accountantsdomino. Een speler die zich warm loopt is de Amerikaanse rechter Lewis Kaplan. In mijn blog over 'One global firm' wees ik onder meer op de ruimte die deze rechter in recente uitspraken ziet om de wereldwijde organisaties van Deloitte en Grant Thornton aan te spreken voor het handelen van locale accountants in de Parmalat-kwestie. (Zie ook het artikel 'Wereldwijde LAT-relatie' in het aprilnummer van 'de Accountant').

Diezelfde rechter veroordeelde onlangs voormalig KPMG-ers in de zogeheten kwestie van de tax shelters. En dan loopt er in de Verenigde Staten nog een forse claim tegen BDO.

Het tegen BDO procederende advocatencollectief doet net als rechter Kaplan mee aan accountantsdomino en heeft op 1 april 2009 wederom een forse claim (van een miljard dollar) neergelegd, en wel bij KPMG. Het gaat in casu om de handelwijze tijdens de controle bij New Century.

Eerder kreeg Ernst & Young in het kader van de kredietcrisis twee claims aan de broek in verband met uitgevoerde werkzaamheden voor het omgevallen Lehman Brothers. En PwC kan een claim verwachten inzake AIG.

Terug naar de claim tegen KPMG. Of eigenlijk: twee claims, namelijk tegen de Amerikaanse tak van KPMG en tegen KPMG International. Met name de laatste is van belang, omdat deze blijkens de claim van de advocaten in het volgende perspectief wordt geplaatst: 'KPMGI is a Swiss cooperative with its principal place of business in the Netherlands'.

De Dutch connection is in de Nederlandse berichtgeving onderbelicht gebleven. Maar het is met name deze claim die lezenswaardig is. De advocaten proberen aan te tonen dat het een fictie is dat het netwerk van een accountantsmerk uit losse juridische entiteiten bestaat. Het opereren onder hetzelfde merk zou aansprakelijkheid meebrengen voor iedere entiteit die van het merk gebruik maakt.

Deze stellingname wordt onderbouwd door te wijzen op common values, de Global Code of Conduct, global safeguards en andere zaken die van het merk een wereldwijd netwerk maken.

Maar als het om aansprakelijkstelling van het totale netwerk gaat, geven de grote kantoren niet thuis. Ronduit hilarisch is in dit verband de kop in Business Week waarnaar in een artikel in de laatste 'de Accountant' wordt verwezen: ‘Global? Moi?'

Vooralsnog gaat het slechts om een advocatenclaim. En advocaten stellen wel vaker iets dat niet kan worden bewezen. Vaak schieten zij met een schot hagel, in de hoop doel te treffen. Ik heb dan ook (nog) geen oordeel over het al dan niet terecht zijn van de claim. De kern van het verwijt van de advocaten is echter duidelijk: 'KPMG LLP acted as a cheerleader for management to keep its client happy'.

Geen oordeel dus, maar twee punten uit de claim wil ik u niet onthouden.

Het eerste betreft een mailwisseling tussen de lead partner en een verslaggevingsspecialist van KPMG. Het gaat over een door laatstgenoemde benoemde 'incorrect accounting practice'. De partner komt echter tot een andere conclusie: ‘I am very disappointed we are still discussing this. As far as I am concerned we are done. The client thinks we are done. All we are going to do is piss everybody off'.

Tsja. Hier lijkt een medewerker de mond te worden gesnoeid. De tijd zal leren of 'lijkt' kan worden vervangen door 'blijkt'.

Het tweede punt waar ik op wil wijzen is - als de stelling van de advocaten juist is - minstens zo kwalijk: 'KPMG then did the unthinkable for a public auditor - it issued its audit report before its audit was complete'.

Het afgeven van een verklaring voor afronding van de controle is inderdaad ondenkbaar. Een doodzonde (zie daarvoor mijn analyse van de uitspraak van het College van Beroep voor het Berdrijfsleven).

Wat mij zorgen baart is het volgende. In deze weblog heb ik de 'big four' en ook Grant Thornton en BDO genoemd in allerhande zaken waarin hen laakbaar handelen is of wordt verweten. Tijdens de vorige crisis, waarin vele fraudezaken aan de orde kwamen, is gebleken dat accountantskantoren kunnen falen en (om)vallen.

Het kan zomaar weer gebeuren. Ik hoop dat echter niet. Het omvallen van nog een groot accountantskantoor kan het systeem volgens mij niet goed aan en acht ik dan ook onwenselijk.

Maar ik ben er niet gerust op.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.