Opinie

Beurstoezichthouder over transparantieverslagen

Op18 september 2009 publiceerde de internationale organisatie van beurstoezichthouders (IOSCO) drie belangrijke consultatiedocumenten die het accountantsberoep betreffen. De daarin behandelde onderwerpen zijn: transparantieverslagen door accountantskantoren, communicatie middels de accountantsverklaring en eigendomsstructuren van het accountantskantoor.

Namens onze toezichthouder, de AFM, heeft Frank Dankers aan de documenten meegewerkt.

Het zijn onderwerpen die stuk voor stuk een blog waardig zijn. Ik beperk me echter tot het onderwerp transparantieverslagen. Drie dagen voor het uitkomen van de consultatiedocumenten publiceerde ik namelijk - toevalligerwijs - een blog over transparantieverslagen. Ik sprak daarin over de 'totale nietszeggendheid' daarvan. Een kwalificatie die is ingegeven door de regeling dienaangaande én de wijze waarop accountantskantoren met het transparantieverslag omgaan.

Zoals vaker het geval is met blogs, opiniebijdragen of artikelen waarin wezenlijke zaken worden aangesneden, zweeg het Accounting Establishment. Ik beveel met name het Koninklijk NIVRA sterk aan om in ieder geval wél op het IOSCO-document inzake het transparantieverslag te reageren.

Waarom? Omdat het document met veel gezichtspunten komt die kunnen bijdragen aan een grotere transparantie door accountantskantoren, afgedwongen dan wel vrijwillig, hetgeen het publiek belang zou kunnen dienen.

Gegeven dat publiek belang beveel ik het NIVRA voorts aan niet in de reflex uit het verleden te schieten en het document vooral door OPAK, de vakgroep van openbare accountantskantoren, van commentaar te laten voorzien. De manier waarop de kantoren tot nog toe invulling hebben gegeven aan het transparantieverslag doet immers niet vermoeden dat daar veel extra's van mag worden verwacht.

Juist daarom lijkt het nu goed de eventuele NIVRA-reactie breder af te stemmen met andere geledingen, waaronder ook de Raad van Advies. De IOSCO noemt zelf als stakeholders onder meer: investeerders, toezichthouders en de industrie.

De IOSCO ziet kennelijk net als ondergetekende weinig meerwaarde in de huidige transparantieverslagen. Een quote in het rapport illustreert dat: ‘some market participants question the value of the current required and voluntary disclosures as anything more than marketing promotion for audit firms'.

De weergave door accountantskantoren wordt narratief en subjectief genoemd. Bovendien: 'audit firms may have flexibility in formulating their disclosures with a positive bias and over time disclosures may become boilerplate'.

En dat zien we nu inderdaad reeds gebeuren.

Voorbeelden op punten waar de transparantie verhoogd kan worden zijn onder meer:

  • de positie van locale kantoren in internationale kantoornetwerken (denk aan eerdere discussies op deze site aangaande die netwerken, samen te vatten in de quote 'Global moi?');
  • de uitkomsten van interne kwaliteitscontroles, bijvoorbeeld in het kader van cliëntacceptatie en de tegenhanger: het afscheid nemen van cliënten;
  • interne disciplinaire sancties als gevolg van schendingen van de gedragscode;
  • informatie betreffende niveau, training en dergelijke van personeel;
  • gegevens inzake partnerratio's, werkbelasting en leverage (denk aan de recente blog over 'intensieve menshouderij' en de analyses van Johan Visser);
  • een diepgaandere verantwoording van de omzetcijfers verdeeld over diverse servicelijnen, onder meer om eventuele signalen voor belangenconflicten op te pikken (denk aan de grensverkenningen die plaatsvinden aangaande de combinatie van in- en externe controlediensten);
  • groter inzicht in claims en andere rechtsgeschillen;
  • openheid over restatements en inspectieresultaten;
  • inzicht in de financiële verantwoording van de accountantskantoren zelve.

In mijn recente blog over het transparantieverslag maakte ik een koppeling met de beloningsgrondslagen binnen het accountantskantoor (bevatten die soms ook perverse prikkels?). Een punt waarop het Accounting Establishment niet wil reageren, laat staan er openheid over wil geven.

Maar IOSCO heeft de relevantie gelukkig wel onderkend:

'While compensation by itself may not be an indicator of audit quality, compensation policies and procedures that are linked to audit quality may create incentives for behaviors that lead to improved audit quality. Transparency related to these policies and procedures may allow stakeholders to evaluate which audit firms create environments conducive to the performance of high quality audits and for retention of strong performers. Examples of disclosures may include descriptions of policies and procedures for the following:

a. Continuing education and training;
b. Hiring and promotions;
c. How partners and staff are assigned to engagements and how their workloads are managed; and
d. How an audit firm's appraisal process and compensation relates to the performance of quality audits and to internal and/or external inspection findings.'

De sluitingsdatum voor een reactie is 1 december 2009. Ik ben nu al benieuwd naar de (Nederlandse) reacties!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.