Opinie

Parlementaire onderzoekscommissie De Wit

Vanaf aanstaande maandag 18 januari 2010 is het zover: de Parlementaire Onderzoekscommissie Financieel Stelsel gaat met de openbare verhoren beginnen. Ben benieuwd of die verhoren en het daarop volgende rapport voor net zoveel (politiek) vuurwerk gaan zorgen als het onderzoekswerk van de Commissie Davids. Ik hoop eigenlijk van niet, want wat heb ik me lopen ergeren deze week. Inmiddels zal het eenieder duidelijk zijn dat de balkenendenorm niet dé norm kan, mag of moet zijn.

Zoals al eerder door commissievoorzitter Jan de Wit is aangekondigd, gaat de Commissie niet voorbij aan de rol die accountants voor en in de periode van financiële turbulentie hebben gespeeld. Wat mij betreft volstrekt terecht. Ik heb op deze plaats al een aantal malen gereageerd op de wijze waarop de accountants de crisis verteren. Op het gebrek aan zelfreflectie en zelfkritiek.

Dat alles zal ongetwijfeld ook door de door de Commissie opgeroepen collega-blogger Jules Muis worden opgebracht. De Commissie zal vast ingaan op de door Jules Muis ruim voor de crisis afgegeven waarschuwingen, bijvoorbeeld op de Accountantsdag van 2004 ten overstaan van een zaal vol accountants, ten aanzien van het gebruik, de risico's en controle van derivaten.

Of zijn opmerkingen ten aanzien van systeemrisico's. En ook zijn drie blogs rond de jaarwisseling 2008/2009 met daarin conclusies en aanbevelingen voor een dergelijke onderzoekscommissie zullen vast niet onbesproken blijven.

De Commissie kan wellicht het volgende stukje daaruit zo overnemen:

De Commissie betreurt de bovengenoemde, excessief defensieve, formeel-juridische houding van het accountantsberoep, die jammerlijk wordt versterkt door de speciaal voor deze situatie aangemeten tunnelvisie over de maatschappelijke rol van het beroep wanneer het wordt uitgenodigd te verklaren waarom zij geen substantiële preventieve rol heeft gespeeld in de tijdige signalering en/of vermijding van deze crisis.

Iedere suggestie van de zijde van de Commissie dat het beroep niet alleen de potentie, maar ook een intrinsiek eigen belang heeft in het tijdig onderkennen en signaleren van macro-systeemrisico's, wordt door haar woordvoerders weggewimpeld onder verwijzing naar de kerntaak van de accountant op microniveau: bedrijven en instellingen te controleren en daarop passende verklaringen af te geven.

Iedere suggestie van de zijde van de Commissie dat het statistisch onverklaarbaar is dat in deze tijden van perfecte financiële storm, alleen goedkeurende verklaringen werden afgegeven, werd beantwoord met louter door aansprakelijkheidsvrees geïnspireerde formalistische verdedigingmanoeuvres. Die er op neerkomen dat in essentie 'volgens de regels is gewerkt' en dat marktindices of waarderingsmodellen de gecertificeerde waarderingen in de jaarrekening ondersteunden.'

Na het gesprek met Jules Muis mag collega Dick Korf, KPMG-partner en voorzitter sectorcommissie banken bij het NIVRA, opdraven. De Commissie heeft de goede volgorde gekozen: eerst de kritische noot en dan de mogelijkheid tot een reactie daarop vanuit het beroep. Kan - mits de juiste vragen worden gesteld - een interessant gesprek worden. Alleen al het geven van een reactie op voorgaand citaat zal mening accountant het zweet op de rug bezorgen.

Ongetwijfeld zal ook het recente AFM-rapport over de controle van financiële instellingen aan de orde komen. Wellicht dat het gesprek met Dick Korf wat meer inzicht gaat opleveren over de door de AFM geconstateerde gebreken in de controle.

Of over de vraag waarom het een jaar heeft moeten duren voordat een AFM-concept een definitief rapport is geworden. Wat heeft zich achter de schermen afgespeeld? Waarom waren de gebreken zo ernstig dat diverse externe accountants zijn uitgeschreven? Betrof het falen alle big four kantoren in gelijke mate?

Ik word vast te concreet. Ik weet het: accountants mogen niet alles zeggen. Hebben te kampen met geheimhouding. Maar hoe vaker daar tijdens de openbare gesprekken een beroep door accountants en anderen - Nout Wellink zal zich er bijvoorbeeld ook op (moeten) beroepen - op wordt gedaan, hoe waarschijnlijker het is dat het parlementair onderzoek wordt omgezet in een parlementaire enquête.

Ik ben daar vóór. Niet alleen vanwege de geheimhoudingsproblematiek, maar meer nog omdat het dan niet meer om gesprekken gaat maar om verhoren. Onder ede wel te verstaan. Dat alles komt de waarheidsvinding, analyse en het zoeken naar oplossingen ten goede.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.