Opinie

Nooit meer zonder werk

In het FD van 23 december 2010 doet de deken van advocaten, Jan Loorbach, het voorstel om forensische accountants van de grote accountantskantoren ('fraudedetectives') cliëntendossiers van advocaten na te laten pluizen op zoek naar aanwijzingen van witwassen of fraude.

De accountants kunnen alleen door de deken worden ingeschakeld en krijgen een afgeleid verschoningsrecht. Dit alles om te voorkomen dat het Bureau Financieel Toezicht (BFT) dit gaat doen, hetgeen zou leiden tot uitholling van het advocatengeheim. 

Dit voorstel is het stapelen van ondoordachte acties. De geheimhouding van de advocaat is één van de peilers onder een fatsoenlijke maatschappij: de staat kan geen ongebreidelde toegang krijgen tot dat wat alleen in vertrouwelijkheid besproken wordt. 

Omdat het (openbaar) ministerie denkt dat die geheimhouding ook misbruikt kan worden, moet de gehele geheimhouding wijken onder het mom van het opsporen van witwassen en terrorismefinanciering. 

De advocatuur op haar beurt vreest omzetverlies als zij geen vertrouwelijkheid meer kan waarborgen. Daarom hoopt de advocatuur dat een eigen onderzoekclub van accountants soelaas kan bieden door het BFT voor te zijn. Die accountants zullen hetzelfde zien als het BFT en hebben zelf ook een wettelijke meldingsplicht. Maar door die plicht te doorbreken met een (afgeleid) verschoningsrecht - als dat al stand houdt - tracht de deken de macht te behouden over meldenswaardige gebeurtenissen, zonder daarbij het zogenaamde kennisoverschot prijs te hoeven geven. 

Daarbij rijzen echter wel een paar vragen. Welke waarborgen heeft het BFT dat de accountants hun werk goed doen en dat de deken vervolgens alles meldt? Gezien recente uitingen van de AFM is het zijn van groot accountantskantoor - volgens de heer Loorbach kennelijk juist een pré - bepaald geen garantie voor kwaliteit. Het volgen van tuchtrechtuitspraken stemt ook al niet veel vrolijker. En wie controleert de deken? 

En dan is er nog de praktische kant. Het niet melden van witwassen of fraude is een onregelmatigheid. Zoals ieder forensische accountant kan uitleggen (ook van niet-grote accountantskantoren) kun je met steekproeven slechts regelmatigheden opsporen. Om een getrouw beeld te verkrijgen, moeten alle dossiers dus integraal worden bekeken. 

Stel dat iedere advocaat jaarlijks slechts veertig dossiers behandelt en er 16.000 advocaten zijn. Dan gaat het jaarlijks om 640.000 dossiers. De forensisch accountants hebben zeker vier uur nodig per dossier - oriënteren, beetje lezen, vraagje stellen, standaardrapportje maken, reistijd. 

Het gemiddeld uurtarief van forensische accountantsafdelingen bedraagt minimaal € 225. Daarmee gaat dit verhaal in totaal € 576 miljoen per jaar kosten. 

Dit is minstens tienmaal de huidige jaaromzet van alle forensisch accountantskantoren - klein en groot - tezamen. Dit is per advocaat € 36.000 en voor het kantoor van de heer Loorbach, Nauta Dutilh, ongeveer € 9,6 miljoen, elk jaar weer. 

Maar ik zal nooit meer zonder werk zitten!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Schimmel is forensisch accountant bij BDO.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.