Opinie

Fouten en accountantsverklaringen: een goed verstaander…

In zijn weblog op Accountant.nl reageert Arnout van Kempen op de NIVRA-reactie naar aanleiding van het AFM-rapport over de kwaliteit van accountantscontroles door de big four. Hij had van Berry Wammes op BNR-radio begrepen dat er in zestig procent van de beoordeelde dossiers een fout zat, maar dat er geen foute verklaringen waren afgegeven.

Van Kempen vraagt zich af hoe je dat als accountant moet duiden. 

Allereerst lijkt het verstandig om één foute veronderstelling weg te nemen. Ik weet niet wat er precies is gezegd, maar de AFM heeft niet beweerd dat in zestig procent van alle dossiers afwijkingen zitten. De AFM heeft gekeken naar dossiers waarvan zij verwachtte dat er een groter risico op een fout was en heeft deze beoordeeld. In accountantstermen: 'risicoanalyse'. 

Als vervolgens blijkt dat er in zestig procent van 46 dossiers fouten zitten, dan vind ik dat veel te veel, maar betekent dat niet dat zestig procent van alle controles niet volgens de regels is uitgevoerd. Een fout in de afschrijving op de voorraad kleding in een modezaak (inherent significant risico) betekent toch ook niet dat de crediteuren fout zijn opgenomen? Dat begrijpt iedere accountant. 

Dan het punt van de foute verklaringen. Ik heb de uitspraak van Berry Wammes, die gebaseerd blijkt te zijn op navraag bij de betrokken kantoren, zo begrepen dat hij bedoelde dat de afgegeven verklaringen inhoudelijk terecht waren. Kortom, de jaarrekening had geen materiële afwijking. 

Het lijkt gek dat de AFM bevindingen heeft bij een dossier, maar er toch geen materiële fouten in de jaarrekening zitten. Maar dit kan bijvoorbeeld zo zijn als niet aan alle eisen van het kwaliteitssysteem is voldaan. 

Net zoals falende kwaliteitscontrole in een autofabriek niet betekent dat alle auto's een gebrek hebben, zo betekent een falend kwaliteitssysteem niet dat de controles fout zijn. Misschien lijkt dit een zwak argument, maar het is wel een argument uit de NV COS. 

'Een in het kwaliteitsbeheersingssysteem van de accountantspraktijk gesignaleerde tekortkoming betekent op zich nog niet dat een specifieke controleopdracht niet is uitgevoerd in overeenstemming met de vaktechnische standaarden en de door wet- en regelgeving gestelde eisen of dat de accountantsverklaring niet juist is. (Standaard 220 - 42)' 

Overigens levert de anekdote die Van Kempen aanhaalt over de gesprekken bij het ministerie misschien juist een onderbouwing voor de verklaring van Wammes. Schijnbaar leggen de accountants, volgens het ministerie van Financiën, de lat te hoog. Het kan wel met wat minder regelgeving. Maar dan is het ook logisch dat niet elke afwijking tot desastreuze gevolgen leidt. Hardrijden is gevaarlijk, maar niet elke snelheidsovertreding leidt tot een ernstig ongeluk. 

Maar het gaat er niet om wat Van Kempen hoort, of hoe ik het begrijp. Het gaat om wat we er aan doen als beroep. Allereerst hebben we behoefte aan robuuste regelgeving die in overleg en met de inbreng van gebruikers en toezichthouders tot stand komt. De NV COS, gebaseerd op de ISA-standaarden en recent door de International Audit & Assurance Standards Board (IAASB) herschreven om ze toegankelijker te maken, voldoet aan deze eis. Regels en toelichting zijn uit elkaar gehaald. Waarbij de toelichting beduidend uitgebreider is dan de regels. 

Waarom dat is gedaan? Een controle is geen gemeengoed, zoals soms wordt beweerd. Natuurlijk gaat het bij het controleren van jaarrekeningen over het toepassen van regels, maar het gaat veel meer over het toepassen van gezond verstand, kennis en een professioneel kritische houding. 

Om accountants daar in te trainen is er zo'n uitgebreide toelichting. En juist omdat het NIVRA dat zo belangrijk vindt, is er voor gekozen om alle accountants die deze standaarden gebruiken dit jaar nog eens extra te trainen. Dat was al lang besloten voordat het AFM-rapport uitkwam, want het NIVRA realiseerde zich dat het best nog wat beter kon. 

Overigens heeft Arnout van Kempen best een punt als hij zegt dat op grond van Standaard 200 de reactie van Berry Wammes niet klopt. Maar dan hebben we het wel over form over substance, want, zoals gezegd, een materieel goed uitgevoerde controle kan best op enkele minder belangrijke punten onjuist zijn uitgevoerd. 

Als Wammes dat had proberen uit te leggen, waren de meeste luisteraars dit al lang weer vergeten. 

Wat bij mij is blijven hangen is echter dat ik van de AFM nog niet heb gehoord dat Wammes uitspraak onterecht was. Steven Maijoor heeft aangegeven dat hij het niet weet. Ik weet niet of dat betekent dat Wammes gelijk heeft, maar ik heb ook geen reden er aan te twijfelen.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Thijs Drupsteen is hoofd Vaktechniek bij de NBA en secretaris van het Adviescollege voor Beroepsreglementering. Hij schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.