Opinie

Waarom marktwerking werkt, maar niet altijd positief

De laatste tijd komt weer met enige regelmaat de vraag op: waarom nationaliseren we de accountantscontrole niet gewoon? Kantoren die in de markt opereren kunnen het blijkbaar niet goed doen.

Vervolgens volgt veelal een verklaring die neerkomt op: accountants willen geld verdienen aan degene die hen benoemt, en dus zijn ze niet onafhankelijk, en dus deugt het hele stelsel niet. Oplossing: neem de verkeerde prikkels weg, van het scheiden van controle en advies tot het beëindigen van de marktwerking. 

Wie komt met systemen en stelsels die uitwassen moeten voorkomen stuit tegenwoordig al snel op het bezwaar: waarom ingewikkeld doen als het makkelijk kan? Gewoon de foute prikkels weg, en klaar ben je. 

Daar zit wat in, dacht ik, maar laten we dan de zaak eens echt sterk versimpelen. 

De markt is een soort ecosysteem, waar de soort 'accountantskantoor' met als ondersoorten 'big four', 'middelgroot' en 'klein' een dodelijke strijd om het bestaan voeren. Het voedsel is 'omzet', een schaars goed. 

Om te overleven dient een accountantskantoor voldoende omzet binnen te halen, maar deze omzet moet ook nog voldoende efficiënt verwerkt worden tot ‘winst', de resterende energie van het accountantskantoor nadat de kosten verbruikt zijn. 

We weten dat accountantskantoren via een complex proces, opgebouwd uit deelprocessen als 'fusies en overnames', 'uitwisseling van personeel' en 'kennis delen', veranderen. Hun genetische opbouw, personeel, cultuur etc., muteert deels toevallig, maar grotendeels door uitwisseling en doorgifte van genetisch materiaal onderling. Uit het genetisch materiaal ontstaat het fenotype van het accountantskantoor. 

Laten we ons beperken tot twee fenotypische elementen: kwaliteit en kostenefficiency. 

Als een erfelijke eigenschap onder druk staat dan werkt, zo weten we uit de evolutietheorie, de natuurlijke selectie: die eigenschap die het beste past bij de omgeving, die de overlevingskansen van het accountantskantoor maximaliseert, zal verder ontwikkelen en zich verspreiden binnen de populatie. 

Staat een erfelijke eigenschap niet onder druk, dan krijgen we verschijnselen als genetische drift, waarbij eigenschappen in feite toevallig andere eigenschappen uit de populatie verdrijven. Hoe kleiner de populatie, hoe sneller dit verschijnsel zich zal voordoen. 

In ons voorbeeld zal het verschijnsel zich bij de ondersoort ‘big four' het snelst, en bij de ondersoort 'klein' het traagst voordoen. Je mag dus verwachten dat de big four sprekend op elkaar lijken, en dat kleine kantoren een grote variëteit vertonen. 

Maar veel boeiender is de natuurlijke selectie. Wie via strikte regelgeving, gestandaardiseerde controleverklaringen et cetera de concurrentie op kwaliteit minimaliseert zal denken bezig te zijn met kwaliteitsbevordering, maar helpt juist de natuurlijke selectie om zeep. De accountantskantoren zullen in een dergelijk milieu evolueren in hun kostenefficiency, terwijl kwaliteit zich ongericht ontwikkeld. 

Wie de wereld van accountants echt simpel in de richting van kwaliteit wil doen bewegen, remt de natuurlijke selectie op het element kostenefficiency, en stimuleert natuurlijke selectie op het element kwaliteit. Niet door meer regels en standaardisatie, maar door minder. 

En door de introductie van een uiterst hongerige predator.

Arnout van Kempen

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.