Opinie

NBA-reactie initiatiefnota Plasterk

Accountancy is politiek hot. Politici als Bos en Balkenende vijzelen het intellectueel gemiddelde binnen accountantsorganisaties op. Europees bezien voert Barnier het debat aan. In eigen land kwam Kamerlid Plasterk met een initiatiefnota.

Dit terwijl voormalig minister Zalm, het accountantsdossier eens een 'hete aardappel' noemde die hij van Economische Zaken kreeg toegeschoven. In zijn boek De romantische boekhouder verhaalt hij over het dossier en de lobby vanuit het accountantsberoep. Een lobby die in het verleden succes leek te hebben. Zalm heeft het in zijn boek onder meer over een gesprek met partijgenoot Bibi de Vries. Het gaat over de invoering van de WTA.

In dat gesprek valt de quote 'Dat wetsontwerp is toch politiek niet belangrijk, daarvan ligt toch geen kiezer wakker.' Dat schiet Zalm in het verkeerde keelgat: 'Ik wil geen minister zijn in een bananenrepubliek, waarin Kamerleden meer geloof hechten aan de informatie van een lobbygroep, dan aan de informatie die ik geef.' Hij snoert kritische Kamerleden - onder meer door met aftreden te dreigen - de mond.

Thans is wederom sprake van een lobby. In Brussel, waar het nodige op accountancygebied staat te gebeuren en met drastische maatregelen wordt gedreigd: a status quo is not an option. In zijn blog Brusselse voorstellen en slappe was beschrijft Jules Muis uitstekend hoe daar vanuit het beroep mee om wordt gegaan: Men gooit de Commissie/critici wat kruimels toe, doet vervolgens stilzwijgend alsof daarom het probleem niet meer bestaat, en mikt al doende zoveel mogelijk op handhaving van de 'status quo plus'.

En hoeveel waardering ik ook heb voor het plan van aanpak van de NBA, ook dat is niet meer dan een kruimel. Ik heb er waardering voor omdat de stap die de NBA zet symbolisch bezien groot is en vooruit gaat. Groot omdat het een breuk is met een verleden waarin vaak niets anders werd gedaan dan afwachten tot de wind overwaaide. De verplichte fraudecursus als reactie op de bouwfraudezaak zie ik niet eens als een kruimel; dat was het wel geweest indien het een reactie op de boekhoudschandalen van vóór het uitkomen van de bouwfraude was geweest. Nu was het een afgedwongen reactie, en wel na felle parlementaire kritiek.

Recent kwam de NBA met een reactie op de initiatiefnota Plasterk. Wat mij betreft een teleurstellende reactie die past onder de noemer accountantslobby. Teleurstellend omdat de reactie mijns inziens de facto is gericht op behoud van de status quo. De initiatieven van Plasterk worden afgewezen, waarna verzuimd wordt om met eigen voorstellen te komen die wel zijn gericht op verbeteringen.

Ik doel dan op fundamentele voorstellen en dito verbeteringen. Die tref ik niet aan in het plan van aanpak van de NBA, maar bijvoorbeeld wel bij Barnier, Plasterk en Muis. Zonder te stellen dat zij de wijsheid in pacht hebben en met het juiste komen, zou het minst genomen goed zijn inhoudelijk over hun voorzetten te discussiëren zonder deze op voorhand af te wijzen. De argumenten en studies die nu door de NBA worden aangedragen zijn weinig overtuigend en dragen niet echt bij aan een fundamentele discussie over het accountantsbestel.

Anderzijds - en dat wil de NBA natuurlijk aan Plasterk overbrengen - dienen we het 'kind niet met het badwater' weg te gooien. Niet veranderen om het veranderen. Hetgeen te makkelijk is in het huidig politiek klimaat waarin accountants de schijn tegen zich hebben. Deels terecht, maar niet op alle punten. Maar juist daarom zouden de NBA en andere voortrekkers in het beroep met betere argumenten dienen te komen dan thans het geval is.

Laten we de reactie op de drie punten van Plasterk waartegen geageerd wordt eens doornemen. Ten eerste de verplichte roulatie van accountantskantoor na uiterlijk zes jaar. Er wordt verwezen naar diverse wetenschappelijke onderzoeken. Die kunnen wat mij betreft de prullenbak in. Althans in de onderhavige discussie. Die onderzoeken gaan namelijk niet uit van een context waarbinnen extern, onafhankelijk toezicht bestaat, met een vergunningenstelsel dat is gebaseerd op een stelsel van kwaliteitsbeheersing binnen accountantsorganisaties. En dat is wel de huidige context: eentje waarin het accountantsberoep onder een vergrootglas ligt en alleen daarvan al gaat een grote preventieve, zuiverende werking uit.

De NBA wijst erop dat zich in Italië de eerste twee jaar na accountantswisseling meer tuchtklachten voordeden en dat er meer 'fraudulent financial reporting' voorkomt in de eerste jaren van de controle, met name veroorzaakt door een gebrek aan cliëntkennis. En aan het einde van hun contractperiode kan ('kan' dat is het woord dat de NBA gebruikt, maar wat zijn de onderliggende bewijzen dat het ook daadwerkelijk gebeurd?) de motivatie en inzet van een kantoor minder zijn.

De vraag is of er in de aangehaalde (of andere) onderzoeken naast een oog op de 'faalkant' ook onderzoek is gedaan naar positieve effecten van accountantswisseling. Wisselingen van controlefunctionarissen brengen - ik zeg dat uit eigen ervaring - regelmatig juist fraudes aan het licht. Accountants die opdrachten aannemen die zij door een gebrekkige kennis niet goed kunnen uitvoeren, behoren deze - conform de VGC - niet aan te nemen en uit te voeren. Accountants die ongemotiveerd hun opdracht afwerken, zijn de accountantstitel niet waardig en horen als 'rotte appels' door hun accountantsorganisatie, de AFM of de beroepsorganisatie te worden aangepakt.

Tot slot maakt de NBA een terzijde over lastenverhoging. Dat kan een consequentie zijn van de politieke keuze tot roulatie. Maar liever meer vaste kosten uitgesmeerd in de tijd dan de schadelijke effecten van een crisis zoals de huidige. Bovendien zijn het nu de belastingbetalers die in belangrijke mate voor de crisis opdraaien en niet louter de aandeelhouders die bewust risico's aangaan.

Het tweede punt waarop de NBA reageert, ziet op de opdrachtverlening na goedkeuring door de toezichthouder. Hier haalt de beroepsorganisatie de Trias Politica aan door te stellen dat een verplichte goedkeuring bij opdrachtverlening door een onafhankelijk toezichthouder zoals de AFM, kan wringen met de vereiste onafhankelijkheid die deze organisatie als toezichthouder dient te betrachten. Goedkeuring geven aan opdrachtverlening brengt immers medeverantwoordelijkheid met zich mee, aldus de NBA.

Dat laatste is juist en daarom is het geven van een dergelijke taak aan de AFM voor velen vermoedelijk ongewenst. Maar de NBA geeft geen reactie op het onderliggende punt van Plasterk die in feite stelt dat bij systeemorganisaties - hij spreekt vooral over financiële instellingen - het niet aan die organisaties alleen kan worden overgelaten een accountant uit te kiezen en met deze over de uitvoering van een opdracht te onderhandelen. Met andere woorden: zou het NBA-antwoord anders zijn indien Plasterk de AFM zou vervangen door bijvoorbeeld de Algemene Rekenkamer of een andere instantie?

De NBA heeft nog een tweede argument: de maatregel kan 'concurrentiebeperkend werken. De toezichthouder zal geneigd zijn tot 'veilige' keuzes (bijvoorbeeld een big4-kantoor), hetgeen een benadeling van middelgrote of kleine kantoren met zich mee kan brengen.' Wederom een redenering op basis van wat kan gebeuren. Weinig overtuigend wat mij betreft, zo kan ik er vele tegenover deze redenering zetten.

Tot slot het derde punt: scheiding van advies en controle. De NBA staat in ieder geval open voor een nadere overweging ten aanzien van een aantal thans wel toegestane diensten die met de controle kunnen worden gecombineerd. Maar wat er in de NBA-reactie nu precies wordt bedoeld blijft onduidelijk. Althans, ik snap de volgende passage over de toegestane diensten - en dan met name de strekking van de laatste zin - niet: 'Een deel ervan kapitaliseert op de expertise van de controlerend accountant, bijvoorbeeld het beoordelen van aspecten van interne besturing en beheersing, tussentijdse rapportages of frauderisico's. Uitbesteding van deze controleverwante werkzaamheden ligt niet voor de hand.'

Dan wordt het argument van het in huis hebben van verschillende disciplines van stal gehaald. Maar is daarvoor een combinatie van controle en andere diensten bij dezelfde cliënt nodig? Nee toch?

En als we naar de door de NBA aangehaalde cijfers kijken, waarom dan nog discussie? In 2009 bleken de werkzaamheden van de accountantsorganisaties voor 39 AEX- en AMX-fondsen gemiddeld als volgt verdeeld: 85 % controle en controleverwant, 15 % belastingadvies en overig advies. Of gaat de discussie aan de kant van de accountants niet over de 15 %, maar zit de pijn in dat deel van de 85 % dat ziet op 'controleverwant'?

Ik denk het laatste. Wat mij betreft is het een goede zaak dat de NBA komt met een aanscherping van de definities van werkzaamheden. Het gaat dan wat mij betreft niet zo zeer om de definitie van adviesdiensten, het gaat vooral om de definitie van aan controle verwante werkzaamheden. Dat is het echte grijze gebied.

Een korte anekdote ter verduidelijking. Bij een groot kantoor hield ik eens een inleiding over Horizontaal Toezicht en het opstellen van een Tax Control Framework. Voor een gehoor van accountants en belastingadviseurs. De eerste groep was van mening dat zij intern leading dienden te zijn bij de dienstverlening aan cliënten, het ging immers om een Tax Control Framework. De belastingadviseurs stelden daarentegen dat zij in de drivers seat behoorden te zitten (de discussie ging niet over de inhoud, maar over het wegboeken van de omzet bij een leading partner): het ging immers om een Tax Control Framework.

Terug naar de NBA-reactie. De NBA stelt zich niet te herkennen in het beeld dat adviesdiensten lucratiever zouden zijn dan audits. Zouden ze mijn laatste blog niet hebben gelezen? Ik verhaal daarin over twee voormalig partners die bij diverse kantoren hebben gewerkt. Zij verhalen over de makers (adviseurs) en de takers binnen accountantsorganisaties. Hun ervaringen dateren in ieder geval tot medio 2009.

Maar dat laatste betreft een verhaal van twee partners. Dat kan perceptie betreffen. Maar zolang de NBA haar stellingname niet met verifieerbare cijfers weet te onderbouwen, onderzocht (en goedgekeurd) door een onafhankelijke derde, betreft die stellingname ook niet meer dan een perceptie.

Wat van dit alles ook zij, ondanks mijn kritische spiegel kan de NBA gelijk hebben met de aangevoerde argumentatie. Maar ik betwijfel of ze van Plasterk en/of Barnier gelijk krijgt. Door een gebrekkig empathisch vermogen, het ontbreken van leiderschap en vooral door het slechts toewerpen van kruimels, heeft het (nationale en internationale) accountantsberoep thans de schijn tegen.

De perceptie is bij velen dat het accountantsberoep beter had gekund en gemoeten. Met meer empathisch vermogen, meer leiderschap en het zelf doorbreken van structuren die ongezonde, perverse prikkels bevatten had het accountantsberoep vast tot betere initiatieven gekomen dan die waarmee de politiek nu komt. Laat ik daar helder over zijn: dat is dan niet de schuld van de politiek, maar komt door het zelf missen van diverse kansen. Het volk kan niet leven van kruimels. Zij willen 'brood en spelen'.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.