Opinie

Voormalig partners Deloitte kritisch op accountantspraktijken

Ex-Deloitte partners Rutger Hafkenscheid en Roelof Vos geven een aardig inkijkje in hoe het businessmodel binnen de big four werkt(e): het draait niet om kwaliteit maar om commercialiteit, de mooie woorden in transparantieverslagen ten spijt.

Op de nota-Barnier zijn 688 reacties - waaronder een reactie van Hafkenscheid en Vos - binnengekomen. Ik ga ze niet allemaal lezen, maar heb het nodige geprint en blader daar zo nu en dan doorheen en zal er in enkele blogs op terugkomen. Veel reacties zijn voorspelbaar, vooral omdat het eigenbelang en lijfsbehoud erin centraal staat.

Reactie nummer 689 is wat mij betreft de gisteren gepubliceerde initiatiefnota van PvdA-Kamerlid Ronald Plasterk. Hij is onder meer tegen de stapeling van audit- en non-auditdiensten: "Een van de lessen van de kredietcrisis is dat perverse prikkels moeten worden weggenomen, zelfs als integere professionals geneigd zijn ze te weerstaan. En daarom dient er een verbod te komen voor accountantskantoren om bij de onderneming waar ze de audit doen ook andere werkzaamheden te verrichten."

Ik twijfel wel eens of zo'n absoluut verbod tot een verhoging van de controlekwaliteit en meer innovatie zal leiden. Maar na lezing van de reactie van de voormalig Deloitte-partners - in de belastingpraktijk - wordt die twijfel een stuk minder.

Samen met zijn compaan Vos van VMW Taxand - de naam van de belastingpraktijk waaronder zij thans opereren - schreef Hafkenscheid een korte maar duidelijke reactie op de Green Paper van Barnier. Overigens werkten zij beiden eerder bij Arthur Andersen en verbleef Vos enige tijd bij Ernst & Young. Kenners van de branche dus.

Nou weet ik dat Vos, Hafkenscheid en Deloitte uit elkaar zijn gegaan en uiteraard zie ik ook het eigenbelang dat deze adviseurs zouden kunnen hebben. Maar aan de andere kant: geven zij niet de bevestiging van iets dat de buitenwereld al lang vermoedt?

Hafkenscheid en Vos pleiten evenals Plasterk voor een 'stapelverbod'. Niet alleen vanuit het perspectief van controlekwaliteit. Ook niet vanwege de marktmacht van de big four op de auditmarkt. Nee, zij constateren dat de consolidatieslag in de markt van de grote kantoren spelers heeft gemaakt die op het gebied van belastingen, financieel advies en IT een oligopolie tot stand hebben gebracht. Ten koste van allerhande kleinere adviseurs en consultants (zoals VMW Taxand). Dat raakt niet alleen laatstgenoemden, maar dempt ook de drang tot innovatie binnen de grote kantoren:

'The players can retain long run abnormal profits, with high barriers of entry preventing other firms from entering the market to capture profits. As these abnormal profits are shared with auditors, the latter have little or no incentive to innovate their own services or re-invent their business model, instead auditors have a great incentive to keep the market for associated services closed for newcomers.'

Preken voor eigen parochie? Wellicht. Of is het gewoon waar? In het volgende, lange citaat - ik laat het vanwege de opbouw en samenhang bewust integraal in stand - preken Hafkenscheid en Vos in ieder geval niet voor eigen parochie. Zij duiden daarin het businessmodel van organisaties waar zij niet meer werkzaam zijn, maar waarin zij wel langdurig op topniveau hebben geopereerd. Het is een verhaal van makers (consultants) en takers (accountants).

'Taxand believes that the professional scepticism of auditors has been seriously compromised over the past two decades, as a result of the business models implemented by audit firms. The fees generated by providing audit services do not generate the income levels that auditors have been able to earn over past decades. The extra income has been brought in through fees from additional services provided by tax consultants, management consultants and IT consultants associated with the auditors. A number of audit firms employ pricing strategies for their audit services taking into account that non audit service fees will compensate for the loss of fee potential on audit engagements. The audit engagement is considered the beginning of a sales process, rather than an independent source of income.

Inside Big Four firms there is a constant discussion between auditors and non-auditors about the so-called "make and take", i.e. the income generating capacity of auditors and that of non-auditors, where the latter consider the auditor's "make" not in accordance with their "take" (i.e. their take is too high). Auditors, however, argue succesfully that their engagement is the start of a pipeline of client engagements for other services. This is further advanced by a business culture in which there are bonuses and annual awards for auditors who are the most successful cross sellers of the firm.

This business culture has created and attracted professionals with a commercial rather than sceptical attitude, who are rewarded by the wrong incentives. The professional attitude of an auditor should be sceptical, not commercial. Taxand believes that professional scepticism wil be re-inforced by prohibiting audit firms from providing non-audit services. This would require audit firms to change their business models to ensure that sales efforts, that flaw professional scepticism, are not leading in the agenda, but instead the quality of their services.'

Een duidelijk verhaal. Niet van buitenstaanders, maar van insiders met ervaring bij Ernst & Young, Arthur Andersen en vooral Deloitte. Recente ervaringen binnen dat laatste kantoor, tot medio 2009. Nu weet ik dat de kantoren door druk van buiten - bijvoorbeeld de AFM-aankondiging goed naar dit soort praktijken te gaan kijken - hard werken aan verbeteringen en cultuurveranderingen. De NBA bepleit dat ook in haar Plan van Aanpak.

Echter: degenen die thans partner zijn en degenen die leiding aan de accountantsorganisaties geven zijn ‘groot' geworden in de periode van twintig jaar die Hafkenscheid en Vos beschrijven. Het is dan ook de vraag of zij daadwerkelijk in staat zijn de benodigde veranderingen teweeg te brengen.

Ik betwijfel het. De reacties van de big four op de nota-Barnier zijn eerder defensief dan op verbeteringen gericht. Zowel tijdens als na de perioden van de boekhoudfraude en de kredietcrisis - Jules Muis noemde het the lost decade - toonde het accountantsberoep te weinig leiderschap. Zie ook de analyse van Wouter Bos (inmiddels eveneens een insider) in Accountant van januari 2011.

Dit terwijl het ergste - de afwikkeling van enkele grote claims en rechtszaken - nog moet komen.

Terug naar Hafkenscheid en Vos. Is hun kritiek uit de lucht gegrepen? Ik betwijfel het. Zie mijn eerdere blog over het jaarverslag van Deloitte 2009-2010. Ik citeerde het volgende: 'As the market deteriorated through greater competition, price pressures, and lower volumes, we sought to deepen our client relationships through broader integrated service offerings.'

'Broader integrated service offerings.' Decadent taalgebruik? Gaat het om het verpakken van de boodschap dat de accountantsorganisatie in staat is cliënten naast controlewerkzaamheden nog van dienst te zijn met allerhande adviesactiviteiten? Is het de bevestiging van het gelijk van Hafkenscheid en Vos?

Wellicht dat Deloitte nog eens gaat reageren op het verhaal van de twee ex-partners en/of mijn reflectie. Het zou hen sieren en ik nodig ze er dan ook in het kader van hoor en wederhoor graag toe uit.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.