Opinie

Kantoorroulatie: denkoefening in consistent redeneren

Op diverse plaatsen wordt gediscussieerd over roulatie door accountants. Kantoorroulatie wel te verstaan. De 'grote vier' hebben daar weinig mee op. Een korte bloemlezing uit de reacties op de Green Paper van Barnier. Voor de integrale reacties verwijs ik de lezer naar de website van de Europese Commissie.

Ik pik uit de reacties afwisselende argumenten om te illustreren welke overwegingen kunnen meespelen.

Deloitte
'(...) A mandatory requirement for a company to change auditor increases costs for business (internal costs explaining its business and processes to the new audit team) and risks reducing audit quality as the knowledge of the audited entity acquired in the past is lost. (...)'

Ernst & Young
'No, we do not believe this should be mandated by law. Companies and their shareholders should be free to appoint the audit firm that best meets their needs at the time they believe appropriate. (...)'

KPMG
'(...) In the first instance we believe that most companies if forced to incur some costs by changing auditors will wish to use a competitive tender process to select the best replacement firm and hence maximise the benefits. Since the supply of high quality audit professionals is limited, increasing the amount of their time spent engaged in tenders, will inevitably reduce the time spent in actually performing audits. (...)'

PwC
'(...)there is a risk that institutional knowledge is lost (...)'

En onze beroepsorganisatie, de NBA, heeft ook een standpunt ingenomen. In het kader van de Green Paper wordt het commentaar van de FEE gesteund. Daarin wordt onder meer gewezen op aspecten zoals kosten, kwaliteit van de controle en de problematiek van controles die multinationaal moeten plaatsvinden.

De mening van de NBA komt nadrukkelijker naar voren in de reactie op de initiatiefnota-Plasterk. Daarin staat onder meer het volgende:

NBA
'(...)Kwaliteitsrisico's beperken zich overigens niet tot de eerste twee jaar; ook tegen het einde van de zesjaarsperiode kan afnemende motivatie en inzet van het accountantskantoor debet zijn aan verminderde kwaliteit. (...)'

Het door KPMG ingebrachte (flauwekul) argument dat de tijd die aan tenders moet worden besteed niet meer aan controles ten goede kan komen, zal ik verder onbesproken laten. Zonde van de tijd. Welke geest kan zoiets verzinnen?

Om soortgelijke reden laat ik ook het NBA-argument inzake 'afnemende motivatie en inzet' liever onbesproken. Collega's die zich daaraan schuldig maken dienen voor de tuchtrechter te worden gebracht - door de beroepsorganisatie zo die er lucht van krijgt - maar mogen de facto niet gesteund worden in een lamlendige beroepshouding door dit als tegenargument in de discussie over kantoorroulatie in te brengen.

Maar laat ik nu - bij wijze van denkoefening - eens meegaan in de denkrichting van de 'grote vier'. En laat ik dan oog hebben voor een aantal van de genoemde argumenten:

  • Verlies aan controlekwaliteit omdat de kennis ten aanzien van de gecontroleerde verloren zou gaan.
  • Verlies aan kennisopbouw binnen de accountantsorganisatie (institutionele kennis).
  • Stijgende kosten door wisseling van accountantsorganisatie.

Sterker nog: laat ik - nogmaals in het kader van de denkoefening - deze drie argumenten valide achten. Dan zijn ook de volgende vragen valide:

  • Brengen de veelvuldige wisselingen in controleteams niet evenzeer een verlies aan kennis ten aanzien van de gecontroleerde met zich mee?
  • Brengen de veelvuldige wisselingen in controleteams niet evenzeer een verlies aan institutionele kennis met zich mee?
  • Stijgen de kosten voor de accountantscliënten niet evenzeer door de veelvuldige wisselingen in controleteams?

Over die veelvuldige wisselingen zei voormalig NIVRA-bestuurslid Jacques Koenen in het FD onder meer: 'Ik zit hier mijn accountant op te leiden.'

En recent, in de uitstekende discussie onder de recente opiniebijdrage van Jan de Rooy en Jacob Kienstra, stelt een anonieme senior staffer van een groot kantoor onder meer als het gaat om beperkingen in de controleaanpak: 'Frequente wisseling binnen controleteams, kennis blijft onvoldoende gewaarborgd (cliënten zullen dit overigens zeker beamen).'

Als mijn drie vragen (met name als wordt geredeneerd vanuit het perspectief van cliënt en maatschappelijk verkeer) tot positieve antwoorden zouden leiden, dan meten de kantoren met twee maten.

Dan zijn vervolgens twee conclusies mogelijk:

  1. Hun bezwaren tegen kantoorroulatie zijn onjuist en dus is het - gelijk personeelsroulatie - geen probleem om aan kantoorroulatie te doen.
  2. Hun bezwaren zijn wel juist, maar dan moeten zij consequent zijn en daar ook bij de teamsamenstelling voor controleopdrachten rekening mee houden.

Overigens is deze blog niet bedoeld als een pleidooi voor of juist tegen kantoorroulatie. Wel als een oefening in consistent redeneren.

Iedere andere keuze dan een van de twee genoemde karakteriseer ik als inconsistent, inconsequent en dus hypocriet. Als ik de plank gruwelijk missla en zak voor mijn denkoefening, hoor ik het graag.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.