Opinie

Clicheemannetjes

Van Kooten en De Bie, wie kent ze niet? Ze zijn van voor mijn tijd. In 1964 maakten ze naam en faam als de Clicheemannetjes, een naam die later werd verbasterd tot Klisjeemannetjes.

Het duo besprak in het radioprogramma Uitlaat aan het biljart van Café De Sport in de Kazernestraat in Den Haag van alles en nog wat. Ze gebruikten in hun gesprek veel clichés en waren gespecialiseerd in oeverloos en komisch gezwets.

Een cliché of gemeenplaats is een woord(groep) die in de taal veel wordt gebruikt en daardoor versleten raakt. De pit is er dan uitgeraakt. Er is dan sprake van taalinflatie: de betekenis van een woord(groep) is dan overwoekerd geraakt door het dagelijks gebruik of hun functie in het alledaagse, sociale verkeer.

Onze accountantstaal bevat veel clichés; ik vertaal dat gemakshalve met sleets taalgebruik of betekenisloze woorden. Denk aan begrippen als 'maatschappelijk verkeer', 'getrouw beeld', 'materialiteit' en 'transparantie'. De betekenis en invulling van de eerste drie begrippen - stammend uit de tijd van Limperg - is anno 2011 anders dan oorspronkelijk bedoeld.

Ik kom op dit onderwerp door de geestige column van Tom Nierop in de laatste Accountant. Maar ook door de serie interviews met drie voormalige bestuursvoorzitters van big four-kantoren in hetzelfde periodiek.

Het gaat om respectievelijk Jos Nijhuis, Ben van der Veer en Jan Nooitgedagt. De interviews lezende kwam bij mij het beeld van hen op in hun tijd als bestuursvoorzitter. Het waren toentertijd 'Clicheemannetjes.' Overigens ontwaar ik veel van dergelijke mannetjes (en soms vrouwtjes) binnen de accountantspopulatie. Ze braken het liefst zinnen uit in technisch correct jargon. Meestal holle frasen zonder tastbare inhoud.

Terug naar de bestuursvoorzitters. Van der Veer gaf leiding aan KPMG, het kantoor met een groot marktaandeel in de controle van de bouwsector, toen de bouwfraude openbaar werd. Een fraude waarvan KPMG als controlerend accountant moest weten, kon weten maar kennelijk niet officieel wilde weten. Maar ze wisten er tot op zekere hoogte wel degelijk van. De verhoren, ander bewijsmateriaal en het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid wijzen dat uit.

In het recente interview in Accountant stelt Van der Veer dat 'de accountant te voorzichtig is'. Dat deze 'een voorkeur heeft voor formele benaderingen'. En verder: 'Dat moet anders. Communicatie is de sleutel'. Hadden Van der Veer en KPMG maar anders geopereerd en gecommuniceerd tijdens de parlementaire enquête.

Voormalig bestuursvoorzitter Nooitgedagt gaf leiding aan Ernst & Young, het kantoor met een groot marktaandeel in de controle van de financiële sector. De controles van dit kantoor waren technisch gezien wellicht juist, althans het tegendeel is nog niet bewezen. Maar het oordeel over de casus DSB is nog niet af te ronden.

Het is een casus waarvan ik mij kan voorstellen - zie mijn eerdere blogs over die casus - dat Ernst & Young enige blaam treft. Bovendien gaat het voor een accountant niet alleen om die technische juistheid, maar vooral ook om het nemen van verantwoordelijkheid wanneer de situatie daarom vraagt.

Nooitgedagt was voorts degene die binnen Ernst & Young mede verantwoordelijk was voor het stopzetten van het openbaar maken van een eigenstandig jaarverslag.

Ook zag hij er geen probleem in om cfo te worden bij een belangrijke klant van Ernst & Young. In het interview stelt hij "nooit enige betrokkenheid te hebben gehad bij de controle van Aegon". Dat moge zo zijn. Maar het leverde hem veel kritiek op, zowel binnen als buiten zijn kantoor, zowel van binnen als buiten de accountancy.

Nooitgedagt stelt in het interview als het gaat om de kritiek op het accountantsberoep naar aanleiding van de crisis: "Je moet om te beginnen de rol van de accountant niet overschatten. Een financiële crisis tegenhouden, dat is niet de rol van het accountantsberoep."

Tsja, er is geen weldenkend mens die verwacht dat de accountant een dergelijke crisis kan tegenhouden. Maar daar ging de vraag niet over en daar gaat het ook niet om. Nooitgedagt pareert de vraag met een cliché.

Nijhuis beleefde in het interview zijn coming out: "Terug in de accountancy. Er is niets mis met het vak, maar ik ben er een beetje uitgegroeid. Het is me niet challenging genoeg. Als accountant ben je financieel gericht en kijk je naar een beperkt stuk van de organisatie. (...) Ik zit liever zelf aan de knoppen en wil zelf de richting aangeven.

Voorts geeft Nijhuis aan dat accountants hun gevoel meer moeten laten spreken: "Het accountantsvak is veel te procedureel geworden". Ik ben het met hem eens. Maar wat heeft Nijhuis daar in zijn tijd als bestuursvoorzitter van PwC zichtbaar aan gedaan? Welke sterke bijdrage heeft hij aan het openbaar debat over dit thema gegeven?

Overigens geven de bestuursvoorzitters in hun interviews gedachten en suggesties mee die het overdenken waard zijn. Maar daarmee zijn de ‘Clicheemannetjes' niet opeens de visonairs van het beroep geworden. Daarvoor zijn de interviews teveel doordrenkt met hypocrisie.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.