Opinie

Ter verantwoording geroepen

Ik dank degenen die op mijn vorige blog hebben gereageerd. Er zijn emoties en kritiek losgekomen in een kwestie met meerdere kanten. Met kritiek op ondergetekende tot gevolg. Dat vraagt om een reactie en verantwoording. Ik reageer overigens niet op alle punten van kritiek.

De kern van mijn bijdrage gaat over het signaal dat Ernst & Young heeft afgegeven. De accountantsorganisatie neemt in niet mis te verstane bewoordingen afstand van een artikel geschreven door een medewerker. Een artikel dat is gebaseerd op 'oud denken': het denken van voor de crisis. Het denken van accountants in termen van 'wij hebben niets fout gedaan, want we hebben de regels gevolgd'; dit zonder zich af te vragen of de regels naar letter en/of geest ook anders uitgelegd hadden kunnen worden. Het denken in termen van 'anderen dan wij openbaar accountants - lees: toezichthouders, politiek, media en critici - begrijpen ons niet'.

Het ‘oude denken' is voor struisvogels. Ik typeerde collega Moison als zodanig. Hoewel weinig flatteus, betreft het hier een vaker gehanteerde expressie die bovendien treffend uitdrukt wat ik wilde zeggen: diens kritiek gaat voorbij aan de maatschappelijke ontwikkelingen. Ik noem met name de kritiek (nationaal en internationaal) van toezichthouders en parlementaire onderzoekscommissies alsmede het publieke debat daarover.

Nog belangrijker is dat die kritiek en dat debat wordt gevolgd door actie. Het optreden van de AFM geeft een impuls aan de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen en het verhogen van de professionele scepsis. De noodzaak daarvan wordt inmiddels niet meer bestreden door de top van accountantsorganisaties en beroepsorganisaties. Het wordt onderschreven in transparantieverslagen en ook nadrukkelijk in het Plan van Aanpak van de NBA.

En ook politiek is nationaal (nota-Plasterk) en internationaal (Groenboek Barnier) duidelijk gemaakt dat het zo niet langer kan en er veranderingen komen. Goedschiks of kwaadschiks.

Het accepteren van de noodzaak tot aanpassingen van de accountancy van voor de crisis zie ik als een stap voorwaarts. Het zou het begin van het ‘nieuwe denken' en het zetten van een stap op het pad van leiderschap kunnen worden genoemd. Een kleine stap omdat het vooral reactief en niet proactief is, maar toch.

Het is begrijpelijk dat niet iedereen overtuigd is van de noodzaak tot het nieuwe denken of dat bepaalde accountants daar nog niet aan toe zijn. Uiteraard hebben zij het recht hun mening te uiten en daarover te debatteren. Maar dan wel graag een debat op basis van inhoudelijke argumenten. Daarin past bijvoorbeeld niet de (suggestieve) opmerking dat aan het optreden van de AFM zou hebben kunnen bijdragen ‘dat de meeste toezichthouders eerder werkzaam waren in het openbare beroep maar daar hun carrière om verschillende redenen niet konden of wilden voortzetten'.

En ook een medewerker van Ernst & Young heeft het recht in het debat te mengen. Sterker nog: dat zou vaker mogen. Zonder censuur uiteraard. En hoe kan ik dan, dat gezegd zijnde, tot de conclusie komen dat het signaal van Ernst & Young toch goed is?

Allereerst: Ernst & Young stelt nu voor het eerst duidelijk en openlijk een echte daad op het pad van verandering. Vervalt niet in de voor veel accountants geijkte reactie van de verdediging in tijden van kritiek. Het gaat niet om mooie woorden in een persreactie of een qua woordkeuze uitgekiend verslag. Maar neemt nadrukkelijk afstand van de woordkeuze en opstelling van een oud-denker die kennelijk in is gegaan tegen de lijn die dit kantoor wil volgen.

Is een ‘ontslag' daarvoor dan de aangewezen weg? Daar kun je over twisten, getuige de reacties onder mijn blog. Het had inderdaad ook anders gekund. Het gaat immers om een medewerker die langduruig zijn loyaliteit heeft getoond en te boek staat als collegiaal, vriendelijk en bovendien vakkundig. Dat laatste mede blijkende uit zijn deelname aan allerhande vaktechnische organen, onder meer binnen de Raad voor de Jaarverslaggeving en de beroepsorganisatie.

Drie opmerkingen over dat ontslag.

Ten eerste: Hans Moison is niet ontslagen, maar heeft na enige dagen bedenktijd zelf zijn conclusies getrokken. Dat heeft Ernst & Young verklaard en wist ik ook toen ik mijn blog schreef. Ik spreek in mijn vorige blog ook niet over ontslag maar over er 'uitgeschopt' zijn. En dat is (figuurlijk en de facto) het geval indien een organisatie zich op de wijze zoals in casu is geschied openlijk van een medewerker distantieert. Dan ben je een lame duck geworden en kan je nimmer meer functioneren als voordien. Men is je beu.

Ten tweede zie ook ik het persoonlijk leed van een collega. En besef ik ook dat mensen fouten mogen maken. En zie ik ook de support en waardering die hij onder collega's en andere vakgenoten geniet. En begrijp ik wel degelijk dat zijn afscheid van Ernst & Young anders had gekund. Maar het gaat mij bij het schrijven van columns in het algemeen en ook bij deze in bijzonder niet om de persoon. Zie de titel van de blog en hetgeen waar deze in essentie over gaat: primair over het signaal van Ernst & Young, pas secundair over Moison.

En toch - mijn derde punt - heb ik en passant gesteld dat het terecht is dat Ernst & Young Moison (en ik verduidelijk het nogmaals: figuurlijk en de facto) eruit heeft geschopt. Ik ben die mening toegedaan omdat Moison binnen Ernst & Young vaktechnisch verantwoordelijk was voor Financial Services.

Dat is de sector die centraal staat in de crisis. De sector ten aanzien waarvan er kritiek is op de daarbinnen optredende accountants. Kritiek op aspecten als kwaliteit en professionele scepsis. Aspecten ten aanzien waarvan toezichthouders, politici en Ernst & Young de noodzaak tot verandering en verbetering zien, niet alleen maar wel eerst en vooral juist binnen de voor het vertrouwen in de economie zo cruciale financiële sector.

Spelers op belangrijke posities binnen die sector - zoals Moison - die meer bezig zijn met de kritiek dan met de ingezette weg tot verandering en vooral verbetering, voeren een achterhoedegevecht. Dergelijke gevechten zijn zinloos. Daarom een goed signaal van Ernst & Young dat de nadruk heeft gelegd op die ingeslagen weg. Daarom mijn woordkeuze voor 'terecht'. Daarom mijn vraag welke lijn de beroepsorganisatie zal volgen: past het 'oude denken' wel bij hetgeen wordt uitgestraald met het Plan van Aanpak en het beroepsbrede programma inzake professionele scepsis?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.